Vertaaldag  Archief

2024

2023

2022

2021

2020

2019

2018

2017

2016

2015

2014

2013

De meeste vertalers deugen

Saskia Vandenbussche

Ik herinner me een les vertaalwetenschap waarin de docent ons vroeg hoe we vertalen zagen: als een kunst, als een ambacht, of als een derde mogelijkheid, waarvan ik niet meer weet wat die precies inhield. Wel weet ik nog dat deze derde mogelijkheid niet ‘pesterij’ heette. Toch is dat hoe ik vertalingen dezer dagen zie: als mensenpesterij! Een beetje vreemd voor een vertaler van opleiding als ondergetekende, maar het zit zo: ik heb een baan aangenomen in Duitsland en dat had ik beter niet gedaan, want het land is een bureaucratische hel.

Dat het human resources-departement van mijn toekomstige werkgever mijn universiteitsdiploma’s en een bewijs van goed gedrag en zeden nodig heeft, kan ik goed begrijpen. Dat ze ook mijn geboortecertificaat, mijn middelbareschooldiploma, mijn ellenlange werkcontracten van vorige werkgevers en een verklaring over mijn financiële betrouwbaarheid van alle banken waarbij ik ooit klant ben geweest, willen zien, gaat toch een beetje ver. Maar goed, iedereen weet dat een baan, vooraleer je eerste miezerige salaris wordt gestort, veel tijd en geld kost. Ik legde me er dus met het nodige chagrijn bij neer dat de mens in het antropoceen naast een homo economicus een homo administrativus is geworden. Na een weekje van hot naar her en van het kastje naar de muur gestuurd te worden, had ik de uiteindelijk vijftig pagina’s lange papierwinkel bij elkaar gebedeld. Na nog een urenlang circus van scannen, mailen en breakdowns op repeat, had ik dan endlich aan mijn plicht als bijna-werknemer voldaan.

Na al het zware werk was ik natuurlijk zo blij als het kind op mijn geboortecertificaat! Mijn euforie was echter van korte duur, want per kerende kreeg ik een niet al te vriendelijke mail terug waarin stond dat ik alle Unterlagen in offizieller deutscher Übersetzung moest sturen. Wie bitte? Het gaat er toch om dat ik kan bewijzen dat de gegevens op mijn curriculum vitae kloppen? Als er in het Engels staat dat ik van dan tot dan bij firma x of y heb gewerkt, dan moet dat toch volstaan? Data blijven data en wie kan October 2012 (lees met een Engels accent ‘oc-tow-bewr’) nu met pakweg Oktober 2012 (lees met een Duits accent ‘Okh-thoooo-beeaa’) verwarren? Of neem nu mijn certificaat Letzebuergesch als Friemsprooche. Welke Duitser kan nu niet begrijpen waar dit certificaat over gaat? Het Luxemburgs is als Moselfränkisch dialect per slot van rekening een schattig regionaal variantje van het Duits. Of neem mijn geboortecertificaat in het Nederlands. ‘Kind van het vrouwelijk geslacht’ of ‘Kind des weiblichen Geschlechtes’, what’s in a name, zeg? Geslacht of Geschlecht klinken allebei even gruwelijk (het woord roept bij mij in beide talen slachttaferelen op waarbij er niet wordt gediscrimineerd tussen roze babybilletjes en roze varkenshammetjes).

Op mijn vraag waarom die Duitse vertaling precies nodig was, kreeg ik als antwoord simpelweg: ‘Ist nun einmal so, Gesetz ist Gesetz.’ Certificaten in een andere taal dan het Duits zijn voor deze instelling nu eenmaal niet geldig, in welke taal ze dan ook zijn opgesteld. Dat Russische, Arabische of Chinese documenten alleen in Duitse vertaling van kracht zouden zijn, kan ik nu nog begrijpen. Die talen hangen immers niet alleen samen met notoir corrupte regeringen, maar zijn ook geschreven in een voor de meeste westerlingen onleesbaar alfabet. Maar Engels, Nederlands of Luxemburgs, respectievelijk het grote en de kleine zusjes van het Duits? Alsjeblieft zeg.

Dat Duitsers houden van regeltjes en niet bekend staan om hun flexibiliteit, had ik al eerder ondervonden. Toch gaat dat hele vertalingsgedoe zelfs voor Duitsers behoorlijk ver. Er moest voor deze pesterij dus nog een andere verklaring bestaan en die had ik al snel gevonden. Het antwoord lag in de bovenvermelde les vertaalwetenschap waarmee ik deze column begon. ‘Zie je vertalen als een kunst of als een ambacht?’ Op deze vraag antwoordden slechts twee studenten (een andere romantische ziel en ik) dat ze vertalen ‘een kunst’ vonden. De andere studenten waren van mening dat vertalen een ambacht is dat veel minder op creativiteit, dan wel op kennis en kunde berust.

Een snelle Linkedin-zoektocht leerde me dat slechts een enkeling van de vertalen-als-ambacht-studenten na zijn/haar studie als vertaler aan de slag is gegaan. De anderen zijn opvallend genoeg in de human resources-wereld terechtgekomen. Aangezien de meeste voormalige vertaalstudenten deugen, proberen ze hun ploeterende ex-studiegenoten in hun hoedanigheid van HR-managers allicht een dienstje te verlenen door ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk documenten officiële vertalingen (lees: met het stempel van een erkend vertaalbureau) nodig hebben. In de HR-afdelingen is dus geen sprake van mensenpesterij ten opzichte van sollicitanten, maar wel van een helpende hand ten opzichte van collega-vertalers. Een praktijk die ik eerst als pesterij beschouwde, blijkt dus een mooi voorbeeld te zijn van Rutger Bregmans1 (2019) hoopgevende stelling dat ‘de meeste mensen deugen’. Dat wil zeggen, voor de medemensen die tot hun in-group behoren, voor de out-group geldt veeleer het minder vrolijke adagium homo homini lupus est.

 

Noot
1 Rutger Bregman. De meeste mensen deugen. Een nieuwe geschiedenis van de mensheid. Amsterdam: De correspondent, 2019.