Vorige week vrijdag overleed Jan Rot, veelzijdig zanger, componist, schrijver en vooral vertaler. Het was een aangekondigde dood, vanaf het moment in juli vorig jaar dat hij bekend maakte aan uitgezaaide darmkanker te lijden, deelde hij zijn ziekte en fysieke teloorgang met een steeds groter wordend publiek. Hij deed dat in onder meer een reeks columns in het Algemeen Dagblad, in de tv-quiz ‘De slimste mens’, het tv-programma ‘Volle zalen’ van Cornald Maas en in een afscheidstournee die doorging tot het niet langer kon. Na de bekendmaking van zijn ziekte stak er, aldus Rot zelf in ‘Volle zalen’, een ‘storm van warmte’ op door alle steunbetuigingen die hij ontving van collega’s en fans. Na het overlijden werd er in alle kranten en de meeste talkshows uitgebreid aandacht aan hem besteed, zelfs premier Rutte noemde hem op de dag van overlijden in zijn wekelijkse persconferentie.
Het heeft lang geduurd voor Rot een publiek vond voor zijn werk. Ooit begon hij als een soort glamrocker met liedjes in het Engels, wat niet echt aansloeg. Een tijdje probeerde hij het, al evenzeer vergeefs, als cabaretier. Pas nadat hij zichzelf zo rond de eeuwwisseling als vertaler opnieuw had uitgevonden wist het publiek hem te vinden. Niet in lange rijen, maar voor hem was het genoeg om in kleine zalen te spelen voor een trouw publiek. Succes en roem waren niet zijn ambities, zo zei hij, hij wilde vooral mooie dingen maken en dat laten zien. Dat hij zich vooral met de rol van vertaler identificeerde, bevestigde hij nog eens tijdens het interview met Cornald Maas. Op diens vraag wat hij wilde dat de mensen over tien jaar zouden zeggen als ze de naam Jan Rot hoorden, antwoordde hij: ‘Hij was een goede vertaler.’ Zijn vertalingen achtte hij bijzonderder dan zijn eigen werk. Opvallend is dat hij zichzelf uiteindelijk vertaler noemde en geen hertaler. In de receptie van zijn werk worden de woorden vaak door elkaar gebruikt, maar zijn omgang met de teksten lijkt het verschil te logenstraffen – hertalen is vertalen.
Het vertaaloeuvre van Rot is immens en zeer divers. Hij heeft zich met groot enthousiasme evenzeer gewaagd aan liedjes uit de canon van de popmuziek als aan klassieke liederen en bijna altijd met bijzonder resultaat. Veel van het popwerk bracht hij in eigen beheer uit op CD en in een tweetal boekwerken, 121 van de beste liedjes ooit (2020) en Beste liedjes ooit. Boek II (2021). In 2011 al waren zijn vertalingen van klassieke liederen verzameld in Meesterwerken. De grootste klassieke muziekteksten vertaald en hertaald door Jan Rot. (Nijgh & Van Ditmar). Ook dit was een diverse verzameling, de bundel omvat werk van onder meer Brahms, Schubert, Schumann, Mahler, Bach en Purcell.
Hoewel zijn positie uniek was, stond hij met zijn vertaalwerk in de Nederlandse traditie van de lied(jes)vertaling. Zijn werk, althans voor zover het de populaire muziek betreft, laat zich vergelijken met musicalvertalers als Martine Bijl en Koen van Dijk, maar waarschijnlijk het meest nog met de lied(jes)vertalingen van Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes. Hoewel Rots oeuvre van vertaalde liedjes breder is dan het hunne, gingen ze min of meer op dezelfde vrije en creatieve manier te werk. Van een zekere rivaliteit was wel sprake, ze moesten niet veel van elkaar hebben, vermoedelijk omdat ze wisten dat ze met hetzelfde bezig waren.
Ook bij Rot kon de meligheid soms de boventoon voeren, zoals bijvoorbeeld in ‘Ankie’, muzikaal terug te voeren tot de ballad ‘Angie’ van de Rolling Stones, waarin de zelfopgelegde rijmdwang tot in het uiterste wordt doorgevoerd: ‘zit hier op een bankie, stijf als een plankie, krijg ik stank voor dankie’. Meestal echter blijft hij dichter bij de tekstwereld van het origineel en weet hij de sfeer ervan op een inventieve manier weer te geven. Hij omschreef het zelf zo: een vertaling moest een soepele en toch behoorlijke weergave zijn van wat er staat, maar dan net in andere woorden. Dat lijkt me een mooie concieze omschrijving van wat vertalen inhoudt. In een nawoord bij 121 van de beste liedjes ooit gaat hij in op het proces van het vertalen: zijn vertalingen schreef hij altijd op bladmuziek waarop de originele tekst en de gitaarakkoorden waren weergegeven, op een goed moment haalde hij de oorspronkelijk tekst weg om te zien of de tekst op zichzelf kon staan, waarna hij bleef schaven tot de tekst naar zijn zin was. Of dat echt zo was merkte hij pas bij het zingen van de tekst en vooral ook bij het meezingen met het origineel. Het belangrijkste doel is dan zingbaarheid en natuurlijkheid. Het is verleidelijk om hier ongebreideld links te plaatsen naar zijn popvertalingen, maar er zijn er te veel. Om dan toch een vrij willekeurige kleine selectie te maken: ‘Bulsaarse Rapsodie’ (‘Bohemian Rhapsody’), ‘Sultans of Swing’, ‘Lang en gelukkig’ (‘Happy together’), ‘Stel je voor’ (‘Imagine’) en natuurlijk zijn versie van Leonard Cohens Hallelujah, die op het eind van zijn leven nog veel aandacht heeft gekregen dankzij het programma ‘Matthijs gaat door’ – de link verwijst naar de uitvoering die hij een maand voor zijn dood voor 15.000 man publiek tijdens ‘Matthijs gaat door Concert’ ten beste gaf. Voor wie aan deze selectie niet genoeg heeft: een heel groot deel van al dit werk is in allerlei uitvoeringen te vinden op YouTube en Spotify.
Rot heeft zich ook bezig gehouden met werk van langere adem, ook hier weer zowel op popgebied (de musical Hair (2007) en de rockopera Tommy) als op het gebied van de klassieke muziek: Bachs Mattheuspassie (2006) en Purcells ‘Dido en Aeneas’. De twee beroemdste aria’s uit beide werken geven mooi weer hoe Rot ten volle gebruik maakt van zijn creativiteit en inventiviteit om zich de teksten toe te eigenen en toch passend te laten klinken.
Bachs (of eigenlijk de librettist Picanders) ‘Erbarme Dich’ wordt bij Rot ‘Maria huilt’. De twee steeds herhaalde regels die het origineel telt en die toegeschreven worden aan de apostel Petrus (Erbarme Dich, Mein Gott, um meiner Zähren willen/ Schaue hier, Herz und Auge weint vor Dir bitterlich.) worden bij Rot 18 regels (inclusief herhalingen) waarin niet de schuldbewustheid van Petrus centraal staat, maar het verdriet van de moeder om haar gestorven zoon, en die dus door een vrouw gezongen worden:
Maria huilt. Maria huilt…
Mijn God, laat al mijn tranen branden
Maria huilt, Maria huilt: Mijn God bestaat u?
Bestáát u wel?
Of zijn mijn tranen,
Bestaat u wél! Mijn God!
Of zijn mijn tranen, of zijn mijn tranen zinloos?
Oog om oog? Oog in oog!
Troost, omarm en help omhoog
Help omhoog uit die hel
Bestaat u wel, bestaat u wel?
Of zijn mijn tranen zinloos?
Bestáát u wel? Bestáát u wel?
Mijn God! Omarm me, omarm me dan
Of zijn mijn tranen, of zijn mijn tranen zinloos?
Omarm me dan, mijn God!
Of zijn mijn tranen, of zijn mijn tranen zinloos?
In 2006 werd Rots versie van de Mattheuspassie, waar hij twee jaar aan gewerkt had, voor het eerst uitgevoerd en over het algemeen goed ontvangen. Dagblad Trouw (hoe kan het ook anders) besteedde er veel aandacht aan (hier en hier) en er werd zelfs verslag van gedaan in het NOS Journaal en in Twee vandaag.
Hetzelfde procedé als bij Erbarme Dich paste hij, zij het in iets mindere mate, ook toe bij ‘Dido’s Lament (When I am Laid in Earth)’ uit Henry Purcells kameropera ‘Dido and Aeneas’ (libretto: Nahum Tate). Het origineel luidt:
When I am laid, am laid in earth, may my wrongs create
no trouble, no trouble in thy breast;
remember me, remember me, but ah! forget my fate.
Remember me, but ah! forget my fate.
Bij Rot wordt dat:
Als ik straks dood ben
Als ik straks dood ben, dans jij dan één keer op mijn graf?
Dankbaar dans je op mijn graf
Niet huilen, niet huilen, ik heb gelééfd!
Als ik straks dood ben, leef jij dan alsjeblieft voor twee?
Neem mij in je leven mee
Geen wanhoop, geen wanhoop, ik leef met je mee
Denk vaak aan mij, denk vaak aan mij
Maar alsjeblieft geen bloemen en geen rouw
Denk vaak aan mij
Maar alsjeblieft onthou: ik leef door in jou.
In het licht van Rots dood krijgt de tekst nog meer lading dan hij van zichzelf al heeft. We kunnen dankbaar dansen op zijn graf door naar zijn vertalingen te blijven luisteren. Van de klaagzang zijn twee versies te beluisteren, een met begeleiding van strijkers, en een uiterst breekbare met begeleiding van piano. Denken aan hem zullen we vooralsnog blijven doen.
Reageren? info@tijdschrift-filter.nl.