Vertaaldag  Archief

2024

2023

2022

2021

2020

2019

2018

2017

2016

2015

2014

2013

Egelfruit

Silvia  Marijnissen

In mei was Chen Yuhong, een van de dichteressen van wie ik de afgelopen jaren werk heb mogen vertalen, voor een schrijversresidentie in Amsterdam. We hebben toen samen flink wat tijd met elkaar opgetrokken en bleken het erg goed met elkaar te kunnen vinden. Zo deelden we de zorg om de wereldwijde klimaatcrisis en de liefde voor de natuur. Tegelijkertijd zijn we beiden ook geen specialisten van de natuur, eerder bewonderende toeschouwers.


Chen Yuhong


Bij thuiskomst in Frankrijk trof ik de kolkwitzia in mijn tuin in volle bloei aan, en dus stuurde ik gelijk een foto naar Chen Yuhong. Behalve kolkwitzia wordt de plant ook wel koninginnestruik, pink cloud of beauty bush genoemd, en in het Frans buisson de beauté. Yuhong appte terug: hoe opmerkelijk, in het Chinees heet deze struik 蝟實 weishi! Dat betekent letterlijk egelfruit. Verwonderd en enigszins eurocentrisch vroeg ik me eerst af of dit ‘weishi’ een afgeleide kon zijn van het laatste deel van de benaming kolkwitzia, maar nee, daarvoor wijkt weishi qua klank toch echt wat te veel af van -witzia. Bovendien is de kolkwitzia een van oorsprong Chinese struik. De benaming van een inheemse Chinese struik kan onmogelijk van de Westerse naam zijn afgeleid. Ineens schoot me toen te binnen: zo prachtig als ik deze struik altijd vind als hij bloeit (en hij ruikt ook nog eens lekker!), zo saai vind ik hem de rest van het jaar. Het groen is een weinig opmerkelijk groen en de heester hangt altijd vol met vreemde, bruine, harige dingen. En toen snapte ik het: als je die harige dingen, die natuurlijk de vruchtjes van de bloemetjes zijn, van dichtbij bekijkt, lijken ze net mini-egeltjes! Een klein vruchtje met stekeltjes erop.



Ik stuurde dus weer een appje naar Yuhong en ze antwoordde direct: de Chinese benaming zit er nooit naast! Daar had ze zeker een punt en ik ging terug in de tijd, naar de eerste jaren dat ik Chinees leerde en zo vaak enthousiast was over de eenvoud van bepaalde woorden, zoals waarschijnlijk iedereen die de taal begint te studeren: 火車 huoche, vuurwagen voor de trein en 電腦 diannao, elektrische hersenen voor de computer. Het zijn maar twee van de vele voorbeelden die je kunt noemen.

Maar terug naar de planten, want in Chineestalige gedichten wordt voor de beeldspraak veel uit de natuur geput. Dat kan gaan om een landschap, een boom, plant, bloem of een dier, zowel in de klassieke poëzie als in de moderne. Terugdenkend aan verschillende gedichten die ik heb vertaald komen me enkele plantennamen weer voor de geest. In feite bieden ze altijd weer interessant vergelijkingsmateriaal tussen de Chinese taal en het Nederlands of andere westerse talen. Zo is het toch wel veelzeggend dat de kolkwitzia bij ons zo is genoemd ter ere van een Duitse botanicus, en dat de ‘bijnamen’ vrij algemene termen zijn, terwijl de Chinese term zo duidelijk gericht is op het opmerkelijkste deel van de heester. Naar mijn idee doet het Chinees de plant meer eer aan. Het egelfruit herinnerde me er ook aan dat vertalen van plantennamen in poëzie een hele uitdaging kan zijn, ook al is via enig research op internet alles goed terug te vinden. Laat ik wat voorbeelden geven.


De wilde wingerd (ook wel gewoon wingerd in het Nederlands) is in het Chinees 爬墙虎 pa qiang hu, wat letterlijk betekent: over muren kruipende tijger. Ook die twee totaal verschillende benamingen laten zien dat verschillende mensen op een verschillende manier naar planten kijken. De Nederlandse naam wingerd, van wijngaard, geeft vooral de verwantschap met de bekende wijnstok (Vitis vinifera). Aan het begin van de herfst hangt de wilde wingerd ook vol niet-eetbare mini druifjes. De Chinese naam benadrukt veel meer de bladgroei van de plant, die zich snel en welig over een muur verspreidt. Interessant is ook de associaties met de gekko, 壁虎 bi hu in het Chinees een, een muurtijger. De poten van een gekko lijken weer sterk op het blad van bepaalde wingerdsoorten, en je zou in de schubben van dit reptiel zelfs het dichte bladerdek van een wingerd kunnen zien.

De Chinese dichter Zhu Zhu, in 2017 te gast bij Poetry International Rotterdam, speelt in zijn gedicht ‘Wilde wingerd’ met de letterlijke betekenis van over ‘muren klimmende tijger’. Ik vertaalde het als volgt:
 

Wild is ze, met haar zachte handpalmen
getransformeerd tot tijgerklauwen en zuignappen.
Vanaf de allereerste sprong bedekt ze,
overlapt, verzwelgt de hele muur, hecht
het hele huis, tempert al het licht;
nooit deinst ze terug, zelfs als ze in de leegte stapt
verandert ze in een spiraalvormig schild; zelfs als
de winter is ingevallen, haar bladeren verwelkt zijn, blijft
nog altijd de rits gaatjes achter van de weggetrokken draad
waarmee zij zichzelf had ingelegd; ze wijkt geen duimbreed,
heeft een verpletterend geluksgevoel, wordt in de lente
getrakteerd op een aanzwellend ego, plaatst als
in een maquette haar vlaggetjes dicht op elkaar,
wil als opdringende golftoppen het steen doorboren;
ze is wanhopig, niet in staat het huis binnen te dringen,
maar tenminste camoufleert ze alles van buitenaf.
Jaar na jaar. Zij heeft echt lief. 

Doordat de wingerd in het Chinees expliciet met een vrouwelijk persoonlijk voornaamwoord (她in het Chinees) wordt aangeduid, geeft dat de indruk dat deze wingerd hier symbool staat voor een vrouw, en wel een erg opdringerige. De grappige laatste zin ‘Zij heeft echt lief’ lijkt ironisch bedoeld en daarmee de vraag te stellen of een al te bezitterige liefde, die geen ruimte en licht voor de ander overlaat, nog wel liefde is. Al is het hele gedicht goed te begrijpen vanuit het beeld van de ‘wilde wingerd’ en zijn groei, toch heb ik er bij de publicatie van de vertaling een voetnoot aan de titel ‘wilde wingerd’ toegevoegd om de Chinese term uit te leggen, voornamelijk om meer context te geven aan de tijgerklauwen uit de tweede regel, die anders misschien wat opmerkelijk kan zijn.


Ook in de gedichten van Chen Yuhong die ik vertaalde voor de bundel De zon verschrompeld tot een witte dwerg kwamen heel wat plantennamen voor, waarvan ik sommige niet in het Chinees kende. Soms levert dat geen enkel probleem op, omdat alles goed is terug te vinden op internet, zoals bijvoorbeeld de planten in het lange gedicht ‘de wateren’, waarin een opsomming met verschillende herhalingen voorkomt:


gaspeldoorn boterbloem azalea gaspeldoorn frambozen
vingerhoedskruid klaver gaspeldoorn gaspeldoorn klaver ezelsoor
gaspeldoorn paardenbloem gaspeldoorn azalea klaproos gaspeldoorn
gaspeldoorn gaspeldoorn vingerhoedskruid gaspeldoorn klaver
ezelsoor gaspeldoorn klaproos framboos gaspeldoorn boterbloem
klaproos paardenbloem gaspeldoorn gaspeldoorn gaspeldoorn

Het hele gedicht speelt zich af bij Victoria in Canada (waar Chen Yuhong jarenlang heeft gewoond) en de plantennamen later hier vooral zien wat er op die plek groeit, en door de herhaling krijg je de indruk dat die specifieke planten er in overvloed staan. Tegelijkertijd zie je het landschap met al die planten door elkaar ook voor je. Behalve het uitzoeken om wat voor planten het hier gaat, levert dat verder weinig vertaalproblemen op. Deze plantennamen zijn immers niet, zoals bij Zhu Zhu de essentiële metafoor van het gedicht. In het volgende gedicht van Chen Yuhong staat maar één plantennaam en ik geloof niet dat hij een erg symbolische betekenis heeft in het gedicht:

 

DE MIST DIE DAG

de bomen die dag
omarmden de berg
als een groene slang
de vulkaan had toverkracht
warme bronnen waren
een kokend voorspel
de wind zacht
masserend
de vallei hield de adem in
de lucht was loom
alles was voldoende
        en zo
verscheen
de mist
in de mist zagen wij
miscanthus
wrijven tegen
elkaars slapen
de mist die dag
verspreidde zich naar onze ogen
in de verte de gezangen uit de tempel
wij luisterden
luisterden
zonder te zoeken
 

In dit vanuit talig perspectief relatief eenvoudige gedicht komt halverwege het woord miscanthus voor, in het Chinees 五節芒 wujiemang, letterlijk ‘vijf segmenten Miscanthus/kafnaald’. Typ het in op google en je krijgt meteen de botanische naam:  Miscanthus floridulus. Dat is een Miscanthus die op Taiwan en Hongkong voorkomt, en daarmee geeft die de locatie van het gedicht weer. Maar is dat op zich een belangrijk gegeven voor het gedicht? En hoe vertaal je het dan? Voor de specifieke Miscanthus floridulus hebben we in het Nederlands niet direct een benaming, maar je komt op internet termen tegen als Chinees reuzenriet, niet echt een term die je in een gedicht wilt plaatsen. Voor het meer generieke Miscanthus of andere Miscanthussoorten lees je ook wel prachtriet of olifantsgras. En zo heb ik het elders ook vertaald, laatst nog in een gedicht Yinni bijvoorbeeld. Toch koos ik hier in ‘de mist die dag’ uiteindelijk voor Miscanthus.

Ik snap natuurlijk wel dat er lezers zijn die wat gaan haperen doordat het een Latijnse naam is – niet iedereen kent die... Maar ik vond olifantsgras niet goed passen, omdat voor mij dan toch het woord "olifant" mee klinkt (vast een beroepsdeformatie van een vertaler) en een  olifant kon zeker niet in deze tekst. Prachtriet vond ik niet passen vanwege de plofklank die je dan direct aan het begin van de regel krijgt, terwijl voor mijn gevoel dit gedicht juist zacht moet klinken. Chen Yuhong let in haar poëzie erg op klank. Zo heeft het ritme van een ander gedicht, ‘laat de regen’, bijvoorbeeld, wel iets van de blues en de regen die in het gedicht worden genoemd, en het gedicht laat zich goed ritmisch voorlezen met versnellingen en vertragingen zoals in muziek.

Maar het gedicht ‘de mist die dag’ is dus volgens mij juist heel zacht van toon, door de lome lucht en de vallei die zijn adem inhoudt, door de mist die zich verspreid en alle kleuren en klanken toedekt. Daarnaast heeft het gedicht door de opkomende mist ook iets mysterieus. Bij dat alles paste juist het woord Miscanthus voor mijn gevoel heel goed, bovendien resoneert de klank ook met de "mist" die zo belangrijk is in het gedicht. Tot slot schreef ik miscanthus ook nog met een kleine letter. Dat is voornamelijk omdat ik er in de hele bundel voor heb gekozen om alles in kleine letters te schrijven, ook plaatsnamen en eigennamen, vanwege de flow die in Yuhongs poëzie zit. Chens verzen zijn vaak uitermate fluïde doordat ze geen of weinig interpunctie gebruikt, en door ambigue zinstructuren en meerduidige woordbetekenissen. Ze zegt zelf ook wel dat de tekst moet stromen. Geen hoofdletters in de vertaling past daar het beste bij.

De vertaling van één woord, of dat nou een plantennaam is of niet, kan dus heel wat voeten in aarde hebben. Het is maar net wat voor aspect je als vertaler wilt benadrukken, wat het beste bij de stijl van de dichter past – of bij dat ene specifieke gedicht, want een dichter heeft ook niet per se één vaste stijl. De vertaling van een woord kan dus per keer weer anders uitvallen, en vandaar ook dat verschillende vertalers tot verschillende vertalingen van dezelfde tekst kunnen komen. Zhu Zhu is wat speelser en ironischer en werkt vaak één specifiek beeld uit; bij Chen Yuhong zie je vaak een verlangen naar harmonie, haar werk is meer meditatief, en doet wel denken aan een impressionistisch schilderij, dat tegelijk schetsmatig en precies kan zijn, afhankelijk van je afstand tot het schilderij. Al die overwegingen neem ik, naast de letterlijke betekenis van het woord, in het vertalen mee en juist het feit dat er nooit een standaardoplossing is, maakt het vertalen van poëzie ook zo leuk.

Ik ben benieuwd of ik ooit de kolkwitzia zal tegenkomen in een gedicht, maar ik hoop dat het dan zal passen om er egelfruit van te maken.


 

Silvia Marijnissen is vertaalster van Chinese literatuur en blogt over Chinese poëzie. Samen met Anne Sytske Keijser en Mark Leenhouts vertaalde ze de 18e-eeuwse klassieker De droom van de rode kamer, waarvoor ze de Filter-vertaalprijs kregen. In de winter van ’23-’24 verzorgt ze ook webinars over Chinese poëzie. Zie haar website: www.silviamarijnissen.nl