Dat je als vertaler altijd weer voor verrassingen komt te staan, werd me eens te meer duidelijk toen ik op 2 oktober jl. De Gids online opende. Hè? Nu al een bespreking? Het boek zou toch pas aan het eind van de maand verschijnen? Nou ja, het gaat om een hier nog onbekende auteur, dus kan enige voorpubliciteit geen kwaad. En wat blijkt? De recensent is erg enthousiast over de auteur, die volgens hem ‘speelse boeken’ schrijft, wiens ‘ingenieuze stukje verhalen vertellen’ hem ‘tot een uitzonderlijke schrijver maakt’, en: ‘Het plezier van het scheppen spat van de pagina’s.’ Kortom: de uitgeverij en ik mogen ons in de handen wrijven. De uitgeverij, omdat ze deze geraffineerde vernieuwer, die ‘de postmodernistische literatuur ontstijgt’, in het Nederlands taalgebied introduceert, en ik, nou ja, omdat ik dit boek heb vertaald.
Toch is de recensent nu juist daarover een heel andere mening toegedaan. Al zijn enthousiasme ten spijt vraagt hij zich namelijk herhaaldelijk af of deze roman eigenlijk wel vertaald had moeten worden, want het Engels is ‘gemakkelijk te volgen voor iemand die in groep 7 van de lagere school zijn eerste woordjes Engels leert en sindsdien om de zoveel tijd een Amerikaanse film ziet’. Van iemand die de experimentele literatuur duidelijk een warm hart toedraagt zou je zo’n simplistische redenering – mijn kleine neefje kan het volgen, dus hoeft het niet vertaald te worden – toch niet verwachten. Waarom juicht hij het niet toe dat een Nederlandse uitgeverij deze verre van mainstream-schrijver, die bovendien nog jong is en niet dood, in haar fonds opneemt? Zou dit ook voor de auteur zelf niet een prettige bijkomstigheid zijn? Bovendien heeft deze Jesse Ball (New York 1978) inmiddels al een heel oeuvre bij elkaar geschreven, bestaande uit een paar bundels (zeer) korte verhalen, parabels en gedichten alsmede vijf romans. Me dunkt dat een liefhebber van dit werk dus meer reden heeft om zich te verbazen over het feit dat er nu pas iets van Ball in vertaling verschijnt dan zich af te vragen waarom dit überhaupt zou moeten gebeuren.
Maar goed, dat ziet Stijn Verhoeff dus anders – en begint vervolgens te speculeren over ‘wat er gebeurt als Ball naar het Nederlands vertaald wordt’. Vooralsnog moet het inderdaad bij speculaties blijven, want van de vertaling heeft hij niet meer dan de titel onder ogen gehad, en daarmee ‘lijkt het alleen al behoorlijk mis te gaan’ [mijn cursivering, jvdm]. Gelukkig is Verhoeff zich er dus wel van bewust dat wat hij en zijn kleine neefje ‘in het oorspronkelijk’ kunnen volgen, zich niet ook per definitie probleemloos laat vertalen. Wel jammer dat hij niet met een alternatieve vertaling van de titel komt, want ik geef de mijne graag voor een betere. Voor de grammaticale constructie die de Amerikaanse titel, Silence once begun (lett.: ‘Stilte/Zwijgen eenmaal begonnen’), zo sterk maakt, bestaat in het Nederlands immers geen equivalent. De keuze is dus tussen twee kwaden: ofwel een afwijkende titel, of een die op woordniveau in de buurt van het origineel blijft maar de kracht van de Engelse constructie mist. Een ander probleem is dat het Engelse ‘silence’ zowel ‘stilte’ als ‘zwijgen’ kan betekenen, en ook wat dat betreft gaat met elke keuze dus iets wezenlijks verloren. Maar om Silence Once Begun ‘een grootse, kosmische titel’ te noemen en Sinds het zwijgen begon als ‘klein, betuttelend, provinciaals bijna’ weg te zetten, vind ik nu ook weer wat overdreven. Iets anders is dat bij vertaald werk de titel zeker niet alleen door de vertaler bepaald wordt en dat hierbij vaak heel andere dan puur vertaalkundige overwegingen een rol spelen. Hiervan is de recensent blijkbaar niet op de hoogte, anders had hij het vast niet nodig gevonden om het hierboven gecursiveerde alleen al nog eens extra aan te zetten met de insinuerende hypothese: ‘Als de titel een voorbode is voor de rest van de vertaling kunnen we beter bij Balls Engels blijven.’
Het is een onplezierige ervaring om je vertaling al vóór verschijning op deze manier in diskrediet gebracht te zien worden. Dat iemand Ball of welke schrijver dan ook liever in de originele versie leest – soit. Wat ik alleen niet begrijp is waarom de recensent de Nederlandse vertaling al bij voorbaat met zoveel, tja, dedain en ongenoegen bejegent. Waarom wil hij die arme stakkerds die zich, anders dan hijzelf, onvoldoende in het Engels thuis wanen een vertaling ontzeggen? En ten slotte vraag ik me af of er bij De Gids nog wel iets aan eindredactie wordt gedaan. Deze cri de coeur zou zeker aan overtuigingskracht hebben gewonnen als iemand er nog even wat spelfouten en andere ongerechtigheden had uitgehaald, en ‘Mersault’ dan meteen ook maar in Meursault had veranderd. Speaking of which... Ik ben benieuwd of Verhoeff ook vindt dat L’étranger van Camus niet vertaald had hoeven worden. Want neem alleen al het begin: ‘Aujourd'hui, maman est morte. Ou peut-être hier, je ne sais pas.’ Daar is zogezegd geen woord Frans bij, toch?