Struggling my name
slave turned to master
History moans
Mouth of our Father
(‘History’, Bush)
Het zijn interessante tijden. Er is een nieuwe emancipatiebeweging aangezwengeld die moet leiden tot de erkenning van de integriteit en waarde van elk mens, ongeacht gender, afkomst, levensovertuiging. Emancipatie is een buitengewoon nobel doel. Welwillenden willen dat onder andere met taal of taalzuivering bereiken. Tegelijkertijd lijdt het geen twijfel dat onze maatschappij in rap tempo verhardt; tolerantie voor afwijkende denkbeelden neemt in alle contreien zienderogen af. Het is moeilijk om het verband tussen emancipatie en verharding te vatten; het is nog moeilijker om het verband, op het moment dat je het meent te hebben waargenomen, te ‘ont-zien’.
‘Het lexicon van gevoelige woorden’ is bedoeld als een reeks speelse columns waarin ik wil ingaan op de taalbeweging die door maatschappelijke ontwikkelingen in een stroomversnelling is geraakt. Van vertalers wordt verwacht dat ze de vinger aan de pols van de taal houden, dat ze weten wat er leeft. Maar meeleven, meebewegen, meedeinen met de taal is niet altijd even makkelijk. In elke column vestig ik de aandacht op een lemma uit ‘Het lexicon van gevoelige woorden’ en op onze ongemakkelijke en onbeholpen omgang met dat lemma. In deze eerste column behandel ik de vijfletter ‘slaaf’.
Met mijn gewaardeerde collega Joke Mayer heb ik de afgelopen maanden gesprekken gevoerd over haar huidige vertaalproject. Ze werkt naarstig aan de vertaling van Esclava de la libertad van Ildefonso Falcones. De titel zit haar gelijk al dwars. De keus voor een letterlijke vertaling, ‘Slaaf van de vrijheid’ is tegenwoordig een gevaarlijke.
Hoewel officiële taalbeleidsvoering altijd (en om begrijpelijke redenen) achterloopt, staat er in de ‘Woordenlijst Inclusief Taalgebruik’ van de VRT, een lijst die is uitgewerkt met als doel taalgebruikers bewust te maken van en handvatten te bieden in de strijd tegen kwetsend taalgebruik, het volgende onder het lemma ‘Slaaf, slaafgemaakt, tot slaaf gemaakte’:
In de context van kolonisatiegeschiedenis kan het gebeuren dat je spreekt over of met (afstammelingen van) mensen die onder koloniaal bewind tot slaaf zijn gemaakt. Je kan ervoor kiezen om het woord ‘slaaf’ niet te gebruiken, maar wel ‘slaafgemaakte’. Op die manier benadruk je de dwang waaraan deze mensen onderworpen werden. Je leest ook wel eens ‘tot slaaf gemaakten’.
Vooral bij de berichtgeving over zwarte Amerikanen is deze term aan te raden. Voor andere onderwerpen kan je afhankelijk van de invalshoek kiezen welke term je gebruikt.
In het boek van Falcones worden twee verhalen verteld: het verhaal van tot slaaf gemaakten die op een suikerplantage in Cuba tewerkgesteld zijn en het verhaal van zwarten in het Spanje van vandaag. De vijfletter ‘slaaf’ reduceert een persoon geruisloos tot ondergeschikt wezen; het woord kent een essentialistische inslag. De alternatieven die de VRT aanreikt, benadrukken de ‘dwang’ waaraan een persoon onderworpen is. De personages in Falcones’ werk ervaren de dwang aan den lijve. Afgaand op het advies van de VRT, zou je daarom geneigd zijn om te opteren voor de titel ‘Slaafgemaakte van de vrijheid’.
Die keus is veilig en minder aanstootgevend, zou je kunnen stellen. Toch biedt de slotregel van het taaladvies een achterpoortje: de invalshoek bepaalt welke ‘term’ je kunt gebruiken. Hoewel Falcones een ‘open-and-shut case’ lijkt te vormen, is het, ook op basis van de plot, vrij eenvoudig om de invalshoek te wijzigen.
De kritikasters die de woke-beweging op genuanceerde wijze willen bijsturen – dat wil zeggen: zij die de emancipatoire doelstelling van de woke-beweging steunen, maar zich kritisch verhouden tot de middelen die door die beweging worden ingezet –, betreuren het dat woke heeft geleid tot een hernieuwd identiteitsdenken. Dit denken trekt de aandacht naar de onmiskenbare verschillen tussen mensen, wijst eindeloos op het onoverbrugbare verschil in onze ervaringen van de wereld, en miskent zo de empathische kracht van het universeel menselijke. Dat universeel menselijke ligt, zo meen ik, besloten in de titel van Falcones’ werk.
Lees ik de titel dan hoor ik ongewild de echo van de kerngedachte die Jean-Paul Sartres existentialisme heeft vormgegeven – een gedachte die kernachtig vervat zit in elk absurdistisch werk: We zijn vrij om te kiezen, maar kunnen er niet voor kiezen om vrij te zijn. De mens is gedoemd tot vrijheid (‘Nous sommes condamnés à la liberté’). Zelfs niet-kiezen is een keuze. Maar… Sartre wijst ons er tegelijkertijd op dat de zinloze vrijheid, die het gevolg is van onze ‘geworpenheid’ in dit volstrekt arbitraire bestaan, ons de mogelijkheid verschaft om het bestaan zelf vorm te geven.
De titel van Falcones draagt juist deze paradox van de (universeel menselijke) vrijheid uit. De dubbele verhaallijn is er niet een die de ‘slavernij’ in traditionele zin behandelt; de titel verwijst niet naar de ‘dwang’, maar naar de acceptatie van, de moedwillige onderwerping aan het juk van een vrijheid die dieper voert en universeler is dan elke vlietende voorstelling van meesterschap en slavernij. De titel en de personages uit het verhaal echoën Luthers wijze woorden: ‘Hier stehe ich, ich kann nicht anders’. De enige juiste vertaling is daarom in mijn ogen: ‘Slaaf van de vrijheid’.
Het blijft natuurlijk de vraag of de uitgeverij een dergelijke titel nog op het omslag durft te zetten.