Vertaaldag  Archief

2024

2023

2022

2021

2020

2019

2018

2017

2016

2015

2014

2013

Augusta de Wit of Augusta de Wit?

Een rectificatie, gevolgd door een primeur

Jan Gielkens

De Vrijdag Vertaaldag-column van Ton Naaijkens van 19 augustus jl. heet ‘Nongkrong en lumbung’ en gaat, zoals we dat kennen van veel columns van Ton, over van alles en nog wat, maar altijd ook over vertalen. U verwacht niets anders. Het is een prachtige column, die geschikt was geweest om mij de Documenta in Kassel alsnog te laten bezoeken, als ik niet iets noodzakelijkers te doen had: het rechtzetten van een misverstand in die column, een misverstand dat ik zelf heb veroorzaakt. Met medewerking van anderen. Hoe dat zit, daarover gaat dit verhaal. De bedoeling is dat hier niet alleen het misverstand wordt rechtgezet, maar ook dat de kwestie voor eens en voor altijd wordt opgelost. Ook dit stuk gaat noodgedwongen over van alles en nog wat, zeker ook over vertalen, maar toch vooral over wat een mens moet weten, kan weten, niet hoeft te weten, zou kunnen weten, niet kan weten, niet wil weten – enzovoort.

Het misverstand in de column van Ton, en niet alleen daar, is de mededeling dat Augusta de Wit Wij slaven van Suriname van Anton de Kom1 in het Duits vertaalde. Althans: het is pas een misverstand zodra je Augusta de Wit van levensdata voorziet: 1864-1939. Want – ik houd het maar zo gecompliceerd als het is – Augusta de Wit heeft wel degelijk Wij slaven van Suriname in het Duits vertaald, maar de levensdata die bij haar horen zijn 1887-1976. En voordat er nog een misverstand ontstaat: niet de levensdata van de eerstgenoemde staan verkeerd in Tons stuk. Het probleem was en is, dat er twee Augusta’s de Wit zijn.

De bron van het misverstand staat in voetnoot 10 bij Tons column: een biografische schets van Augusta de Wit (1864-1939) op de website muizenest.nl. Wie de eerste dagen na het verschijnen van de column de link naar de schets volgde kon daar geen naam van een auteur vinden.2 Ik dus ook niet, maar ik herkende de tekst meteen. Ik schreef de schets namelijk zelf, in 1990, voor deel 4 van het BWSA, het Biografisch woordenboek van het socialisme en de arbeidersbeweging in Nederland.3 Want deze Augusta de Wit, toen al een bijna vergeten schrijfster, verdiende volgens de redactie een plek in het lexicon vanwege haar activiteiten voor de Communistische Partij in Nederland, die maar heel kort te documenteren zijn: van 1916 tot 1921. Het verzoek een schets te schrijven gaf mij de gelegenheid het werk van een interessante schrijfster te leren kennen en in de archieven te duiken.4 Ter verheldering: ik werkte in die tijd op het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam, waar het BWSA werd uitgegeven.

Augusta de Wit (1864-1939)

Bij het zoeken naar publicaties van De Wit – als hand- en hersenarbeid, want de mensheid wachtte nog op de uitvinding van het internet – kwam ik ook de Duitse vertaling van Wij slaven van Suriname tegen.5 Er was in eerste instantie weinig reden om te twijfelen aan het vertalerschap van De Wit: de naam klopte, de communistische sympathieën klopten met die van de schrijver van het boek. Maar toch. Rond dezelfde tijd kwam ik in een boek van de Duitse, naar Nederland uitgeweken kunstenaar Gerd Arntz6 een andere Augusta de Wit tegen, die met haar man Wim de Wit eveneens actief was in de communistische beweging en, ook net als Arntz, in de jaren 1930 tijdelijk in Moskou woonachtig was om daar, met nog veel meer Nederlanders, aan de opbouw van de Sovjet-Unie mee te werken. Ik opperde bij de redactie de mogelijkheid dat wellicht deze Augusta de Wit de vertaalster was, bijvoorbeeld omdat ‘mijn’ Augusta allang afscheid had genomen van het communisme en haar vriendin Henriette Roland Holst naar het christen-socialisme was gevolgd. Maar die suggestie werd verworpen. Ik kon er weinig tegenin brengen, want ik was nog geen gediplomeerd historicus en verkeerde toen nog in de veronderstelling dat de redactie, onder aanvoering van goeroe Ger Harmsen, meer wist dan ik. Augusta de Wit (1864-1939) bleef de vertaalster van Wir Sklaven von Surinam.

In 2018 kreeg ik de gelegenheid iets aan het misverstand te doen toen de redactie van het door Els Kloek samengestelde lexicon Vrouwen in de 20ste eeuw vroeg of mijn schets uit 1990 daarin, maar dan ingekort en geactualiseerd, mocht worden opgenomen. Met plezier natuurlijk. In het kader van de inkorting verviel, gevoed door mijn twijfel, de alinea over de De Kom-vertaling.7 Maar daarmee was de – voorlopig alleen door mij gestelde – vraag wie de vertaler van Wir Sklaven von Surinam in feite was nog niet beantwoord. Misschien had ik het antwoord kunnen geven als ik iets meer moeite had gedaan, maar ik was met andere dingen bezig.

Gemiste kansen
Al in 2007 had ik een aanknopingspunt kunnen vinden in een boek van Hans Olink met de titel Een Siberische tragedie8, maar ik las het boek toen niet. Ik kwam er pas onlangs achter dat het gaat over Wim de Wit en zijn vrouw Augusta de Wit-Schröder, die ik al in 1989 in het eerder genoemde boek van Gerd Arntz was tegengekomen, en ook dat Olink in zijn boek niets over de De Kom-vertaling zegt. Ik veronderstel dat dat is omdat hij in de bewaarde archiefstukken van en over het echtpaar-De Wit niets aantrof dat met die vertaling te maken heeft en dus ook geen aanleiding had om erover te schrijven. Het boek gaat voornamelijk over het lot van Wim de Wit, die slachtoffer werd van de ideologische zuiveringen in de Sovjet-Unie. Hij werd gedeporteerd en in 1938 vermoord. Het boek zegt dus niets over de vertaling, maar bevat, net als het boek van Arntz, wel een belangrijke aanwijzing.

Het archief-De Wit kwam op den duur terecht op het eerder genoemde IISG in Amsterdam, maar dat zag ik pas in 2021, toen ik er al lang niet meer werkte en toen ik weer eens in de kwestie dook. Er meldde zich namelijk iemand bij mij met twijfels over mijn toeschrijving van de De Kom-vertaling aan Augusta de Wit (1864-1939).9 Aanleiding was de manier waarop het aandeel van Jef Last in de redactie en de publicatie van Wij slaven van Suriname aan de orde komt in de toen net verschenen en uiterst beroerde Last-biografie van Rudi Wester.10 Aan de beschrijving van het archief-De Wit op het IISG te oordelen bevat dat archief geen documenten over een vertaling door Augusta de Wit (1887-1976).


Augusta de Wit (1887-1976), pasfoto uit 1933, uit Hans Olink, Een Siberische tragedie

Nog een boek dat ik bij zijn verschijnen in 2009 niet bekeek: de biografie van Anton de Kom door Alice Boots en Rob Woortman.11 Je zou je kunnen voorstellen dat in dit boek wat uitgebreider op de Duitse vertaling wordt ingegaan, maar die aandacht blijft beperkt tot iets meer dan één pagina met twee bijbehorende voetnoten. Als vertaler wordt de ‘Nederlandse schrijfster Augusta de Wit’ genoemd, zonder jaartallen, maar ook zonder verdere informatie. Er wordt verwezen naar enkele brieven over de vertaling in het archief-De Kom, maar opheldering verschaffen die blijkbaar niet. Veel woorden (veel meer dan de tekst in het boek die ze annoteren) worden in een voetnoot besteed aan de vraag hoe dat nou zat met die twee verschillende uitgevers van de vertaling.12 Tekst en bijbehorende voetnoot maken daar een schimmige toestand van, die met enige nieuwsgierigheid vermeden had kunnen worden.13 Maar ook een basale kennis van hoe een boek in elkaar zit had geholpen: de auteurs vergelijken de twee uitgaven en concluderen dat ‘alleen het schutblad’ afwijkt. Bedoeld is: de titelpagina, en dat woord wordt een regel of acht later dan ook gebruikt.14

Primeur
En toch staat de cruciale informatie over de vertaler van Wir Sklaven von Surinam ook in deze biografie. Het is deze op pagina 192 slordig weergegeven mededeling op de achterkant van de titelpagina van de vertaling: ‘Autorisierte Übersetzung aus dem Holländischen von Augusta de Wit / Unter Redaktion von W. Ehgli’. Van de slordigheden in de weergave vermeld ik hier alleen dat er in de biografie ‘W. Engli’ staat, en ik voeg daar ook maar aan toe dat deze naam in het personenregister ontbreekt.

‘Ehgli’, ‘Ehglücksfurtner’ – het zijn niet de meest gemakkelijke namen om correct over te schrijven, dat bleek al in de column van Ton Naaijkens die de aanleiding is voor dit stuk. Hij noemt Ehgli Eghli. Hans Olink had moeite met de burgerlijke stand-naam van Ehgli: de twee keer dat die in zijn boek voorkomt is hij niet correct gespeld. Over Wilhelm Ehglücksfurtner heb ik, in welke spelling dan ook, geen levensdata kunnen vinden, wel hier en daar iets over activiteiten tijdens het interbellum als redacteur van tijdschriften en uitgeverijen en na 1945 als naamgever van een uitgeverij. Net als Gerd Arntz en het echtpaar De Wit verbleef hij, zoals gezegd, tijdelijk in de Sovjet-Unie maar vertrok, net als Arntz, op tijd. Hun beider namen spelen een rol in de Russische geheime-dienstverhoren van Wim de Wit die leidden tot diens veroordeling, gevangenschap en executie en die Hans Olink uitgebreid weergeeft in zijn boek. In een van die verhoren (p. 97) wordt overigens vermeld dat hij werkte bij de ‘uitgeverij Inostrannyj rabotsjij – ir [Buitenlandse arbeider]’; dat is de verkorte vorm van de Russische naam van de Verlagsgenossenschaft etc.: Издательство иностранных рабочих в СССР.

Wilhelm Ehglücksfurtner is dus, onder zijn bijnaam annex pseudoniem ‘W. Ehgli’, het doorslaggevende argument voor de constatering dat de Duitse vertaling van Wij slaven van Suriname niet van Augusta de Wit (1864-1939) is, maar van Augusta de Wit (1887-1976). Dit is de aangekondigde primeur, waarvan ik gok dat die het anp niet haalt.

Hoe en waarom de laatstgenoemde Augusta de opdracht kreeg voor de De Kom-vertaling en wat die ‘redactie’ van Ehglücksfurtner betekende weten we niet, en we zouden er zonder verder onderzoek alleen maar over kunnen speculeren, en dat laten we dus maar achterwege. Het is mogelijk dat zij met haar vermoedelijke door diverse lange verblijven in Duitsland goede kennis van de taal ander en anoniem vertaalwerk deed voor Nederlandstalige publicaties die in de Sovjet-Unie werden uitgegeven voor de buitenlandse markt, op de manier waarop dat met Wir Sklaven von Surinam werd gedaan.15

Maar ook over de vertaalactiviteiten van de Augusta de Wit die tot nu toe als verantwoordelijke voor de Duitse De Kom werd gehouden – die van 1864-1939 dus – kunnen we ons het een en ander afvragen. Ze vertaalde, voor zover we weten, één literaire tekst in boekvorm, het toneelstuk Laboremus van de Noor Björnstjerne Björnson.16 Ze deed dat samen met Else Otten,17 de zeer productieve Nederlandse vertaalster in het Duits van onder meer Louis Couperus, maar ook van drie boeken van Augusta de Wit. Verder weten we van slechts twee andere vertalingen: die van een artikel van Herman Gorter over de grote Spoorwegstaking van 1903 voor het Duitse sociaaldemocratische tijdschrift Die Neue Zeit, dat in 1904 werd gepubliceerd, lang voordat Augusta de Wit – voor zover bekend – van sympathie met het socialisme blijk had gegeven. Ook in 1915 vroeg Gorter De Wit om een vertaling: die van zijn brochure Het imperialisme, de wereldoorlog en de sociaal-democratie.18 Ton verwijst hier in voetnoot 10 van zijn column naar, die weer naar mijn schets verwijst, waarin de kwestie aan de orde komt. Daar is meer over te vertellen, maar dat moet dan maar een andere keer. Want nongkrong is leuk, maar ook vermoeiend, zeker als er feiten en voetnoten bij moeten.

Een onmisbare eigenschap van nonkrong – als ik de term begrijp als borrelpraat op niveau – lijkt mij dat je niet steeds verder van huis raakt maar af en toe terugkomt op je woorden. Ik begon hierboven met de mededeling dat dit stuk onder andere zou gaan over wat een mens moet weten, kan weten, niet hoeft te weten, zou kunnen weten, niet kan weten en niet wil weten. Van het niet willen weten heb ik zelden last, ik vind dus dat je veel moet willen weten, een gevolg daarvan zou moeten zijn dat je veel weet. Je kunt ook denken dat je veel weet, maar dan zijn er altijd weer anderen die je laten weten dat dat niet zo is. Ik hoor het graag.

Wat ik van mezelf op het eind van dit stuk graag zou willen weten is of ik indertijd, in 1989/1990, toen ik met mijn schets bezig was, in de catalogus van de Koninklijke Bibliotheek heb gekeken, want als de gegevens die daar nu – inclusief de vermelding van W. Ehgli – in de titelbeschrijvingen van de Duitse De Kom staan er toen ook al stonden, had ik de sleutel tot het auteurschap van de vertaling indertijd al voor het grijpen. Dan had mijn biografische schets over Augusta de Wit (1864-1939) er heel anders uitgezien. Dan was Augusta de Wit (1887-1976) al bijna negentig jaar de vertaalster van Wir Sklaven von Surinam.19 Onder redactie van Wilhelm Ehglücksfurtner, dat dan weer wel.20

 

Noten

1 A. de Kom, Wij slaven van Suriname. Amsterdam: Contact, [1934].

2 De maker van de website, Frans van de Muijsenberg, voegde na mijn melding de naam van de auteur toe. De schets is op muizenest.nl licht redactioneel aangepast, het bronnenoverzicht ontbreekt en er zijn illustraties toegevoegd. Allemaal ongevraagd.

3 Het Biografisch woordenboek van het socialisme en de arbeidersbeweging in Nederland verscheen van 1986 tot 2003 in 9 delen. Van 1994 tot 1997 was ik anderhalf deel lang lid van de redactie. Het BWSA werd online voortgezet: https://socialhistory.org/bwsa.

4 Jan Gielkens, ‘WIT, Anna Augusta Henriette de’, in: P.J. Meertens [e.a.] (ed.), Biografisch woordenboek van het socialisme en de arbeidersbeweging in Nederland. Deel 4. Amsterdam: Stichting beheer IISG, 1990, p. 219-222.

5 A. de Kom, Wir Sklaven von Surinam. Moskou/Leningrad: Verlagsgenossenschaft ausländischer Arbeiter in der UdSSR, 1935, met de paralleluitgave die korte tijd later, maar dan in 1936, verscheen bij Ring-Verlag in Zürich.

6 Gerd Arntz, De tijd onder het mes. Hout- & linoleumsneden 1920-1970. Nijmegen: SUN, 1988.

7 Jan Gielkens, ‘AUGUSTA DE WIT schrijfster’. In: Els Kloek (red.), Vrouwen in de 20ste eeuw. Nijmegen: Vantilt, 2018, p. 138-149; ook online: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/dewit.

8 Hans Olink, Een Siberische tragedie. Amsterdam/Antwerpen: Atlas, 2007.

9 Veel dank, Alex Geelhoed.

10 Rudi Wester, Bestaat er een raarder leven dan het mijne? Jef Last 1898-1972. Amsterdam: Prometheus, 2021. Over dit prul schreef ik diverse stukken op mijn blog, onder andere dit: https://jangielkens.blogspot.com/2021/06/citeren-5-een-spaansetragedie-en-de.html.

11 Alice Boots, Rob Woortman, Anton de Kom. Biografie 1898-1945.1945-2009. Amsterdam/Antwerpen: Atlas Contact, 2009, 20163, p. 191-192 en voetnoot 8 op p. 499.

12 Zie voetnoot 5.

13 Er was toen al een Duits lemma over de Verlagsgenossenschaft op Wikipedia dat de aanzet had kunnen zijn voor een kleine zoektocht: https://de.wikipedia.org/wiki/Verlag_f%C3%BCr_fremdsprachige_Literatur_(Moskau).

14 Boots, Woortman, Anton de Kom, voetnoot 8 op p. 499.

15 Dat ging vaak om socialistische klassiekers. Zie bijvoorbeeld enkele titels in de bibliografie die ik in 1992 maakte van de Nederlandse vertalingen van het werk van Karl Marx en Friedrich Engels: https://jangielkens.blogspot.com/2018/01/bibliographie-der-in-buch-oder.html. Een indruk van de uitgeefindustrie die hiermee samenhing geeft de Engelstalige versie van het in noot 13 aangegeven Wikipedia-lemma: https://en.wikipedia.org/wiki/Foreign_Languages_Publishing_House_(Soviet_Union).

16 Björnstjerne Björnson, Laboremus. Drama. Amsterdam: Van Kampen, [1901].

17 https://nl.wikipedia.org/wiki/Else_Otten#Augusta_de_Wit.

18 H. Gorter, Het imperialisme, de wereldoorlog en de sociaal-democratie. Amsterdam: Brochurehandel Sociaal-Democratische Partij, [1914]; Duitse vertaling: Der Imperialismus, der Weltkrieg und die Sozial-Demokratie. Amsterdam: Sozial-demokratische Partei (S.D.P.), 1915.

19 Er is overigens intussen een nieuwe Duitse vertaling van Wij slaven van Suriname, van de hand van Birgit Erdmann: Wir Sklaven von Suriname. Berlijn: Transit Verlag, 2021. Hoe moeilijk het is om iets met enige precisie te weten laat de titelbeschrijving van dit boek door de Koninklijke Bibliotheek zien, waar als verschijningsjaar 2020 staat, in tegenstelling tot de vertalingendatabase van het Nederlands Letterenfonds, die – volgens mij correct – 2021 vermeldt (https://letterenfonds.secure.force.com/vertalingendatabase/zoeken). Bovendien zegt de KB: 21ste druk. Van de Duitse vertaling? Nee toch. Van alle drukken in elke taal? Zou het? Waarom zou je dat vermelden?