Vertaaldag  Archief

2024

2023

2022

2021

2020

2019

2018

2017

2016

2015

2014

2013

Plaats delict, een wonderlijk synoniemenboek

Wil Boesten

Vanaf ongeveer mijn veertiende ben ik een regelmatig en bij vlagen fervent kijker van de Duitse krimiserie Tatort, de langst lopende televisieserie ter wereld. Sinds 1971, meer dan duizend afleveringen, lange tijd een talentlaboratorium voor de toen bloeiende Duitse cinema. Van de misschien wel meer dan duizend afleveringen die ik de afgelopen decennia heb gezien herinner ik me uiteraard van de meeste helemaal niets.

Ja, mijn eerste (?) aflevering: een bloedjonge en even mooie Nastassja Kinski speelt er een zestienjarige scholiere die een affaire heeft met haar leraar en de klasgenoot doodt die haar daarmee chanteert. De broeierige episode met de jonge actrice liet mijn vijftienjarige hart op hol slaan en spookte nog lang door mijn pubergeest. Het zal wel zoiets zijn geweest.

Nastassja Kinski in de bewuste aflevering uit 1977

Op mijn ontwikkeling als vertaler is Tatort van invloed geweest. Als kind in Limburg  groeide ik uiteraard op met de aanwezigheid  van het Duits, vooral met Duitse televisie. Als autodidact dank ik er een aanzienlijk deel van mijn (niet-literaire) Duits aan. Al was het maar door de vele films en tekenfilms die nagesynchroniseerd door onze huiskamer schalden. In onze zaterdagavondwestern klonk de bestelling van John Wayne in de saloon: ‘Ey Barman, gib’ mir noch einen whiskey.’ En de Looney Tunes ken ik alleen in hun Duitse versie – zo zei Speedy Gonzales bij ons: ‘Andele, andele, ich bin die schnellste Maus von ganz Mexico’, en van Schweinchen Dick weet ik niet eens hoe hij in het origineel heet. Mijn broertje en ik deden ze na, al die films, series en cartoons –  en een zomer brachten we onze moeder tot wanhoop omdat we hadden afgesproken de hele zomervakantie het Duits als standaardtaal te gebruiken, en dat volhielden ook nog.

‘Joe, komm, wir fahren nach Mexiko und klauen uns die Sonne’ is nog altijd een gevleugeld gezegde in onze familie.

Nadat ik ging samenwonen met mijn geliefde werd het kijken van de zondagse aflevering van Tatort een min of meer vast ritueel. Omdat mijn vrouw het Duits weliswaar behoorlijk beheerst, maar door de snelheid en dialecten en regionalismen die de taal vaak kleuren de inhoud soms niet snel genoeg tot zich kan nemen om de ontwikkelingen soepel te kunnen volgen, ontwikkelden we de gewoonte om de ondertiteling voor doven en slechthorenden in te schakelen die Untertitelwerkstatt Münster maakt voor elke aflevering, en die toegankelijk is via teletextpagina 150. En de eerlijkheid gebiedt: ook voor mij zijn hardcore plat-Weens en granieten Schwytzerdütsch niet altijd even hapklaar.

    

 Geliefde Tatort-teams op de set in Dortmund en Kiel

Het was wennen, die lelijke gepixelde letters in schrille kleuren onderin beeld, die onwillekeurig toch je blik naar zich toetrekken, ook al versta en begrijp je perfect wat er wordt gezegd . Überhaupt is dat een van weinige nadelen van ondertitels: het leidt af van het beeld, van de visueel zichtbare handeling, en verstoort ook vaak het onderste gedeelte van het beeldscherm. Waar mijn vrouw de plot beter begreep, had ik het gevoel dat ik minder begreep omdat mijn aandacht van beeld en gesproken taal werd afgeleid door de getypte versie voor doven en slechthorenden. Versie, ja, want de ondertiteling volgt de dialogen niet woord voor woord. Niet dat ik de mensen van de Untertitelwerkstatt of de ARD ervan wil betichten dat ze denken dat wie minder hoort ook minder geestelijke vermogens bezit – dat zal heus niet – maar feit is dat het de lezer van de teletekstletters nogal eens makkelijker werd gemaakt dan de luisteraar van het origineel. Oostenrijks en Weens, Zwabisch, Berlijns plat, Zwitsers, landelijk Beiers, slang, sociolecten etc. werden grotendeels in Hochdeutsch weergegeven en menige uitdrukking, wending of taaleigenaardigheid werd vervangen door een Hoogduitse en meer gangbare variant. Op deze manier werd – al dan niet uitleggend – de inhoud toegankelijker gemaakt (wat – zo leerde ik later – wel moest omdat het oog nu eenmaal minder snel ‘luistert’ dan het oor).

Het werd een soort hertalen.

Maar week in week uit kijkend, luisterend en onder in beeld meelezend wat ik (niet precies zo) hoorde, begon ik te begrijpen dat ik op een onvermoede goudader was gestuit: wat daar voor het verminderde hoorvermogen werd ‘verdietst’, was voor de vertaler meer dan nuttig. Van menige uitdrukking die ook ik niet precies kende, kreeg ik een beter begrip door de gestandaardiseerde variant die ervan werd gegeven in Hoogduits. Menigmaal begreep ik door die ondertitelvariant hoe wendingen of uitdrukkingen in bepaalde contexten dus wel degelijk mogelijk waren. Oplossingen voor een taalbijzonderheid die ik als vertaler in een boek was tegengekomen werden soms bevestigd doordat ik las welke draai de mensen van Untertitelwerkstatt Münster eraan gaven. Het regende varianten in mijn vertalerswoordenschat en ik leerde talloze uitdrukkingen en wendingen in het hedendaagse en nieuwe Duits. Het kwam me allemaal goed in de vertalerskraam te pas.

Heel soms betrapte ik mezelf dankzij de Werkstatt op een gemaakte vertaalfout, en niet altijd op tijd.

Het mooiste waren de aha-momenten: zie je wel; zo zit dat dus; o, dat betekent het; ach, zo kun je dat dus zeggen in een dergelijke situatie; dat wist ik niet; die moet ik onthouden; in het Weens/Zwitsers/Berlijns/clubmilieu/hooliganscene etc. druk je dat dus zo uit… Een wereld van niet-gekende synoniemen en verwante uitdrukkingen en varianten opende zich voor mij; onregelmatig, sijpelend, maar gestaag druppelden er waardevolle taalschatten mijn hoofd binnen, een verdieping van de taalkennis die zich laagje voor laagje afzette in mijn innerlijke vertaalwoordenboek. Een intuïtief gerangschikt register, soms maar half bewust opgeslagen, en frusterenderwijs soms ook niet altijd meteen oproepbaar en doorzoekbaar (‘ik heb dat ergens gehoord, maar hoe zat het ook weer?’).

Alsof je een wonderlijke anderstalige thesaurus tot je beschikking krijgt waarin je niet kunt bladeren, die je niet kunt niet opslaan naar alfabet en waarin rangschikking losjes is en de gegeven betekenisverwantschappen en -overeenkomsten misschien ook niet altijd even controleerbaar. Maar toch: dit sediment van ‘vreemde en betekenisverwante woorden en uitdrukkingen’ is me dierbaar geworden, en bruikbaar bovendien, onmisbaar misschien.

Zo is Tatort de plaats delict geworden van een uitzonderlijk synoniemenwoordenboek.

 

Reageren? info@tijdschrift-filter.nl.