De ‘Ballade van de gasfitter’ van Gerrit Achterberg is een cyclus van veertien sonnetten (één ervan is eigenlijk een regel te lang), voor het eerst gepubliceerd in 1953. Ik heb zes vertalingen kunnen vinden1: één in het Frans, Wouters 1970, twee in het Engels, Wiersma 1972 en Coetzee 1977, één in het Russisch, Michajlova & Purin 2007 en twee in het Duits, Posthuma 2007 en Hoepelman 2019. Sinds de eerste publicatie is er een menigte interpretaties van gegeven; ik houd het op die van Kees Fens uit 1972: er is een ik-persoon die fantaseert dat hij, door te doen alsof hij een gasfitter is, contact zoekt met iemand die zijn spiegelbeeld of dubbelganger zou kunnen zijn. Als dat mislukt blijkt de gasfitter een eigen leven te gaan leiden; die doet nog een poging tot contact, die weer mislukt, en eindigt in het ouwemannenhuis. In sonnet XIV wordt hij begraven, in aanwezigheid van allen die in de cyclus een rol hebben gespeeld.
Ook de zes vertalingen bieden een staalkaart van oplossingen en strategieën.
Gescheiden door het wit: gedicht III
Bij Achterberg heb je vaak de indruk dat je iets vanzelfsprekends leest: ja, zo is het, denk je, en het kan alleen zo gezegd worden. Pas als je preciezer kijkt, merk je hoe geraffineerd en efficiënt hij allerlei poëtische middelen als rijm, metrum en regel- en strofe-indeling gebruikt.
In de eerste strofe van het vijftienregelige ‘sonnet’ III fantaseert de gasfitter, die als gezegd op zijn beurt door de ik-verteller gefantaseerd is, dat hij ‘gaten in de gasgeleiding’ slaat, maar hij maakt ‘de denkfout haastig ongedaan’. Als hij die gaten immers echt zou slaan, vervolgt strofe 2:
Dan zou er later in de kranten staan:
‘Door onbekende oorzaak vond een fitter,
bij de uitoefening van zijn bestaan,
de dood door gasverstikking. In het aan-
grenzend gedeelte was hetzelfde bitter
lot aan de huiseigenares beschoren.
[…]
Die onmiskenbare krantenstijl – waar trouwens het ambtelijke woord ‘gasgeleiding’ in r. 2 op vooruitloopt – is vol ironie ten koste van deze gasfitter, wat zijn mislukking al aankondigt: wat verbeeldt hij zich wel? Bijvoorbeeld ‘de uitoefening van zijn bestaan’: dat is niet gewoon ‘terwijl hij aan het werk was’, het heeft een existentiële pretentie, nog eens benadrukt door het rijm (met staan en aan-).
Rijmen met een afgebroken woord – en dan uitgerekend het woord ‘aangrenzend’ –, zonder dat het klunzig wordt: dat moet je maar kunnen. Ook fraai is het enjambement bitter / lot over de strofegrens heen, waardoor opnieuw iets samenhangends wordt gescheiden. Of liever: het contact komt niet tot stand tussen de ruimte waar de gasfitter zich bevindt en die van de huiseigenares, die in het gefantaseerde krantenbericht de plaats heeft ingenomen van de dubbelganger. De architectuur van het gedicht maakt die van het pand zichtbaar: zoals man en vrouw zich in verschillende ruimtes bevinden, bevinden zij zich in het gedicht in verschillende strofen. De slotregel (r.15) van zowel de derde strofe als het krantenbericht als het gedicht, luidt dan ook:
en kan van overspel geen sprake wezen.2
Vijf van de zes vertalingen handhaven die krantenstijl. Van het Russisch kan ik dat niet beoordelen, maar het lijkt erop dat hier dezelfde levendige spreektaal is gebruikt als in de hele ‘Ballade’.3
Liliane Wouters
Et plus tard on lirait dans les journaux:
“Pour une cause encore mal définie
un gazier qui vaquait à ses travaux
a rencontré la mort par asphyxie.
Fut destiné le meme sort navrant
aux habitants des maisons riveraines
[…]
(Wouters 1970)
Or else this story, under a black headline:
“By unknown circumstances a gasfitter –
his work his only evident design –
suffered gas-suffocation. In an adjoin-
ing section of the house, the selfsame bitter
fate befell a lady. […]
(Wiersma 1972)
For later in the papers one would find:
“While practicing his livelyhood a fitter
for reasons we have yet to comprehend,
inhaled monoxide gas and met his end.
In the adjoining room a similar bitter
fate befell the owner of the dwelling.
[…]
(Coetzee 1977)
Stan Wiersma, Achterberg-vertalingen
Потом в газетах было б: “Не изве-
стно почему и с целью он какою
опасный газ пустил своей рукою —
самоубийство, случай? Жертвы две:
он, газовщик (на кухне, под плитою),
и (за стеною, но невдалеке)
хозяйка дома, […]
(Michajlova & Purin 2007)
[letterlijke terugvertaling:
Dan in kranten was het “Niet be-
kend waarom en met welk doel hij
gevaarlijk gas met zijn hand losliet –
zelfmoord, ongeval? Twee slachtoffers:
hij, gasfitter (in keuken, onderaan fornuis)
en (achter muur, maar niet ver weg)
huiseigenares […]”]
Sonst würde später in der Zeitung stehen:
“Gestern fand aus noch ungeklärtem Grunde
ein Klempner in der Wohnung eines Kunden
den Tod durch Gasvergiftung. Außerdem
ward nebenan die Leiche aufgefunden
der Hausbesitzerin. […]
(Posthuma 2007)
Dann würde nämlich später in der Zeitung stehen:
“Aus unbekanntem Grunde fand ein Fitter
in der Ausübung seines Bestehens,
den Tod durch Gaserstickung. Das Geschehen
im Nächsten Wohntrakt war genau so bitter,
wo die Vermieterin ein gleiches Ende fand. […]
(Hoepelman 2019)
Ik weet niet wat mij het meest aan dit palet van vertalingen bevalt: het plezier dat de vertalers hebben gehad bij het creëren van dit maffe krantentaaltje (dat je bijna kunt horen als je hun teksten hardop leest), of de bonte verscheidenheid die ze samen geproduceerd hebben. Waarbij ze intussen wel blijven opletten: het beginwoord van de boven geciteerde inleidende regel van het gefantaseerde krantenbericht (‘Dan zou er later in de kranten staan:’), sluit moeizaam aan bij de eerste strofe. ‘Dan’ slaat op de situatie die ontstaat ‘als ik gaten in de gasgeleiding sla’, maar dat doet de gasfitter nu juist niet. Bij onduidelijkheid toelichten, is een vertalersreflex, en zo staat er alleen in het Russisch het equivalent van ‘dan’: Потом, en ook het Franse ‘Et’ is neutraal. Verder: ‘Or else’, ‘For’, ‘Sonst’, ‘Dann … nämlich’.
Maar kijk eens hoe Wiersma ‘aan/grenzend’ vertaalt als ‘adjoin- / ing’, waarbij ‘adjoin-‘ zelf min of meer rijmt met ‘headline’ en ‘design’, en met ‘gasline’ in r. 2, precies waar in de brontekst de ‘aan’-rijmen staan. De extra regel van dit vijftienregelige gedicht zit bij Achterberg vast aan strofe 2; alleen Wouters heeft die extra regel toegevoegd aan strofe 3. Precies dezelfde witregel met enjambement tussen beide protagonisten hebben Wiersma, Coetzee en Posthuma; de andere drie hebben alleen de witregel. Maar er is nog een reden voor juist deze strofe-indeling: het rijm dat de strofe afrondt. Bij Wouters rijmt ‘asphyxie’ op ‘définie’, en ‘navrant’ op een verderop gelegen ‘avant’. Bij Michajlova & Purin rijmt ‘плитою’4 op ‘какою’ en ‘рукою’, en bij Posthuma ‘aufgefunden’ op ‘Grunde’ en ‘Kunden’.
Ja, zo kan ik het ook
En bij Achterberg rijmt ‘bitter’ op ‘fitter’: een prachtig ironisch rijm. Het lijkt wel een refreintje van een smartlap:
De fitter,
ach, hoe bitter,
ach, hoe bitter
is zijn lot!
Het woord voor ‘bitter’ rijmt in vrijwel alle Germaanse talen op ‘fitter’. Dat rijm krijgen Wiersma, Coetzee en Hoepelman dus cadeau. Maar Posthuma niet, want Posthuma gebruikt het woord (Gas)fitter niet. In zijn ‘Ballade des Gasmonteurs’ vertaalt hij ‘(gas)fitter’ tweemaal niet, tweemaal met ‘Klempner’, tweemaal met ‘Gasmonteur’ en éénmaal met ‘Gasmann’. Waarom zou dat zijn?
Ooit heb ik Henkes of Bindervoet (één van de twee, maar wie is ook alweer wie?) horen zeggen: een professionele vertaling uit het Engels herken je aan het feit dat er zo weinig Engelse woorden in staan. Daar zit wel wat in. Toen ik tijdens mijn opleiding Italiaanse teksten vertaalde zou ik nooit relativo vertalen met ‘relatief’ (wat het betekent), want dat lag zo voor de hand, zo makkelijk kon het niet zijn. Stel je voor dat iemand mijn vertaling las en zei: ‘Ja, zo kan ik het ook!’ Liever gebruikte ik een veel ongewoner, maar ‘echt Nederlands’ woord als ‘betrekkelijk’ of ‘verhoudingsgewijs’. In het Duden-woordenboek vind je bij ‘Gasfitter’ als etymologie:
Bestandteil < niederländisch fitter, zu mittelniederländisch vitten = einpassen, einfügen, vermutlich zu mittelenglisch fitten.
Zou Posthuma het woord ‘fitter’ vermijden omdat je het niet kunt maken om in een vertaling uit het Nederlands een woord van Nederlandse oorsprong te gebruiken? Dit is natuurlijk niet meer dan een vermoeden.5
Ard Posthuma
De kool en de geit: sonnet XI
Sonnet XI begint met:
De gasfabrieken draaien op hun as.
Toen ik mijn oogmerk zag in ’t honderd lopen
en zonder ook maar iets te mogen hopen
als een geslagen hond ben afgedropen,
[…]
Hier springt bij de vertaler een lampje aan: tweeduidigheid! Zeker omdat er niet ‘om’, maar ‘op’ hun as staat, kan ‘as’ hier zowel ‘spil’ als ‘verbrandingsrest’ zijn, en ‘draaien’ is respectievelijk ‘ronddraaien’ of ‘werken’. Of toch niet? Er zijn goede argumenten voor de eerste lezing: nergens in de cyclus is sprake van vuur of verbranding, en van gas wordt alleen gesuggereerd dat er mensen van stikken, zoals we hierboven in gedicht III zagen. Maar in de sonnetten VIII t/m X wordt wel de tweede poging van de gasfitter beschreven, waarbij hij in een flatgebouw omhoog stijgt, smadelijk wordt weggestuurd en weer afdaalt; hij blijft gedesoriënteerd achter. Ik vind die draaiende gasfabrieken – en voor de (stads)gasfabrieken uit de jaren vijftig waren immers vooral de perfect ronde gashouders6 karakteristiek – een indringend beeld voor de ontreddering van deze vakman, die dan ook aan het eind van sonnet XI een soort beroepsverbod krijgt. Ook staat er in r. 8–9 van dit sonnet:
De kinderen spelen alweer in de kring,
en draaien mee […]
Van de zes vertalers kiezen er drie ondubbelzinnig voor deze draaien-om-hun-spillezing, en ze laten ook de kinderen lustig meedraaien:
The gasworks spin upon their axleshaft.
[...]
The children take each other’s hand again
[…] they spin and wheel
(Coetzee 1977)
… Die Gaswerke drehen sich.
[...]
Schon setzt das Spiel der Kinder wieder ein
[…] im Ringelrein.
(Posthuma 2007)
Газгольдеры похожи на юлу.
[...]
И дети, взявшись за руки в кружок,
[…] танцуют […].
(Michajlova & Purin 2007)
[letterlijke terugvertaling:
gashouders lijken op tollen
[...]
En kinderen, hand in hand in kringen,
[…] dansen […]
De drie overige vertalingen sparen de kool en de geit. Wouters doet dat verreweg het subtielst7: ze roept een draaiende molensteen op (‘de gasfabrieken malen hun as’), en de kinderen in hun rondedans zijn er ook, maar cendres zijn verbrandingsresten:
Les usines à gaz moulent leur cendre,
[…]
‘Les enfants vont à nouveau dans la ronde
tournent avec …’
(Wouters 1970)
Ook Wiersma en Hoepelman laten in hun vertaling de dubbelzinnigheid van as doorklinken:
‘Gasplants revolve on axles – and on ash.’
[...]
‘The children play again, now in a ring.
They revolve too […]
(Wiersma 1972)
‘In der Asche drehen Gasfabriken leer
um ihre Achse,
[…]’
(Hoepelman 2019)
Je zou dat laten doorklinken van die dubbelzinnigheid een verdienste kunnen noemen, maar je kunt evenzeer vinden dat Wouters, Wiersma en Hoepelman hun lezers opzadelen met cendre, ash en Asche. Die konden die lezers niet zien aankomen, en ze kunnen er ook niets mee beginnen.
Dat laatste geldt trouwens minder voor Hoepelman, moet gezegd, want hij heeft als enige een andere versie van sonnet XI als brontekst genomen, waarin de kinderen in rondedans niet voorkomen. In die versie wordt de lezer eraan herinnerd dat degene (namelijk de gasfitter)
die uit de flitsen in uw ogen las
wat de verwachting van een fitter was
[…] der im Blitzlicht ihrer Augen las
wie de Erwartung eines Fitters war
‘een bladzij vroeger’ ‘als een bange hond is afgedropen’. De fitter heeft uit de flitsen (niet het flitsen; de vertaling im Blitzlicht is hier wat minder dwingend) in de ogen van de lezer kunnen opmaken dat er van hem verwacht werd dat hij ontploffingen zou veroorzaken. Ontploffing, dus brand, dus as.
Maar ook deze vertaling zet haar lezers een nauwelijks te plaatsen hoopje as voor.8
Op zijn sodemieter: sonnet XIII
In het voorlaatste sonnet is de vertelinstantie een ‘wij’ en de gasfitter een ‘hij’:
Na jaar en dag hervinden wij de fitter
in ’t ouwemannenhuis. Zijn haar is wit;
[…]
Tafel en bed heeft hij te delen met
postbode, wisselloper en loodgieter.
Hij krijgt gedurig op z’n sodemieter,
omdat hij altijd op het eten vit.
De fitter is een ‘vitter’ geworden. Die woordspeling is alleen in het Nederlands mogelijk, en die vind je dus in geen van de vertalingen terug. Maar dat ‘sodemieter’, rijmend op die onschuldige ‘loodgieter’, nadat we al waren voorbereid door het delen van tafel en bed, daar doen sommige vertalers hun best op:
Le lit, table à partager en frères
avec le facteur, le plombier, l’huissier.
Tous les jours on lui donne la fessée
car il n’est pas content de l’ordinaire.
(Wouters 1970)
J.M. Coetzee
Bed and board he shares with with several brothers:
a postman, a broker’s runner, a plumber.
Often he gets it in the ass from others
for only coming down to meals to grumble.
(Coetzee 1977))
Als Tisch- und Bettgefärten sind dem Greis
Bote, Briefträger und Spengler beschert.
Die Pfleger machen ihm die Hölle heiß,
weil er ständig das Essen kritisiert.
(Posthuma 2007)
Tisch und Bett muss er benützen
mit Boten, Wechsler und Monteur.
Weil mit ihm Essenfassen ein Malheur
ist, kriegt er ständig auf die Mütze.
(Hoepelman 2019)
Ik weet niet of ‘machen ihm die Hölle heiß’ en ‘kriegt er auf die Mütze’ dezelfde seksuele connotatie hebben als ‘krijgt op zijn sodemieter’, of dat je daar echt freudiaans voor moet denken, maar voor ‘lui donne la fessée’ en ‘gets it in the ass’ geldt dat duidelijk wel. Het Duits kent wel de uitdrukking Tisch und Bett teilen, ‘als liefdespaar samenwonen’, evenals trouwens Scheidung en Trennung von Tisch und Bett. In het Engels heb je wel de bed and board divorce, maar een bed and board is gewoon een pension, en zo gebruikt Wiersma die uitdrukking ook. Een lit à partager is een tweepersoons bed.9
Ja, zo kan ik het ook
Je kunt van deze regels ook moeiteloos een interpretatie geven die gaat over vertalen:
“Misschien moet een vertaler zich zo identificeren met zijn bronauteur, dat hij met hem in een tweepersoons bed kruipt. Misschien is de vertaler dus een postbode of een wisselloper, die andermans boodschappen bezorgt, of toch een loodgieter, die niet alleen gas-, maar ook waterleidingen aanlegt, en riolen en dakgoten, en dus tot veel meer in staat is dan de gasfitter, dat wil zeggen, de schrijver van het origineel.
– Ja, zo kan ik het ook”.
Noten
1 In november 2018 heb ik voor het eerst een Achterbergsymposium bijgewoond. Daar ben ik weer zo geboeid geraakt door deze dichter dat ik vertalingen van Achterberggedichten ben gaan verzamelen. De bibliotheek van het Letterenfonds is daarbij een onmisbare bron. Ik ben mevrouw Hoff erkentelijk voor haar hulp bij het inzien van deze rijke verzameling. Ik citeer de Achterbergfragmenten met toestemming van de rechthebbende, de Stichting Willem Kloosfonds inzake Achterberg, met dank aan Bert Veldstra.
Mijn eerste kennismaking met Achterbergs gedichten had ik door de colleges close-reading tijdens mijn studie in Amsterdam, eind jaren zestig. Ik hanteer nog steeds deze analysemethode, namelijk: je gebruikt bij je analyse alleen gegevens uit het te analyseren werk zelf, en geen andere, bijvoorbeeld biografische, informatie. Er is in dit stuk dan ook geen gestorven geliefde te bekennen.
2 Dat woord ‘overspel’ levert in zowel de Franse als de Russische vertaling een fraai suggestief rijmpaar: ‘[…] si grande soit la terre / […] Il ne peut être question d’adultère’ en […] не закрыта дверь /[…] Вряд ли адюльтер ‘niet gesloten deur / […] vrijwel geen overspel’
3 Ik ken geen Russisch, en heb me dus beholpen met een terugvertaling Russisch-Engels van Google Translate, waarbij ik sleutelwoorden heb gecontroleerd in een aantal woordenboeken, te vinden in Lexilogos. Irina Michajlova was zo vriendelijk uitvoerig te reageren op een aantal vragen van mij over deze vertaling. Zij bevestigt dat Aleksej Purin en zij bij de vertaling van de ‘Ballade’, en van de hele bundel Achterberggedichten uit 2007 waar deze vertaling deel van uitmaakt, de opzet hadden Russische spreektaal te schrijven. Je kunt aan de leestekens ook zíén dat samenstelde zinnen meestal zijn vertaald met korte enkelvoudige zinnen, vaak vragen en antwoorden.
4 плитою rijmt op какою en рукою, maar het betekent ‘fornuis’; de gasfitter bevindt zich in dit Russische krantenbericht ‘in de keuken, onderaan het fornuis’. Dat verbaasde mij, omdat ik die gasfitter altijd spontaan in een kelder of kruipruimte had geplaatst. Irina Michajlova deelde me mee dat hier geen sprake is van rijmdwang, maar van domesticatie: in Russische huizen komt het gas in de keuken, achter het fornuis binnen, en daar moet je als gasfitter dus zijn als je gaten in de gasgeleiding wilt slaan.
5 Een interessant vermoeden, al zeg ik het zelf. En in dit geval fout. Ard Posthuma mailde mij desgevraagd dat hij het woord Gasfitter niet heeft gebruikt omdat hij vermoedde dat dat geen gangbaar Duits woord was, en alleen regionaal in gebruik. Ik had het eigenlijk wel kunnen weten, want datzelfde Duden-artikel typeert Gasfitter als Noordduits en niet erg frequent. Posthuma heeft dus niet een al te Nederlands woord vermeden, maar het beste doeltaalwoord gekozen. Ook dat doen vertalers met grote regelmaat.
6 Zo vertalen Michajlova & Purin het woord ‘gasfabrieken’ ook.
7 Deze strofe bevat ook een prachtige associatie, en een suggestief rijm:
Les usines à gaz moulent leur cendre.
Lorsque mon but la poussière eut mordu [stof had gebeten]
sans que je puis à quelque espoir prétendre
[…]
As en stof: dan zit je met de schamelste restjes. En dat hij op geen enkele hoop hoeft te rekenen wordt nog ingewreven doordat zijn pretentie rijmt op as.
8 In r. 13 van dit sonnet is sprake van de bril van de directeur. Michajlova en Purin vertalen hier пенсне, ‘pince-nez’, weliswaar rijmend met мне in r. 14, maar toch ook een domesticatie, mailde Irina Michajlova. Dit is typisch een directeur die zo’n knijpbrilletje draagt.
9 In r. 9–12 van dit sonnet vinden we nog een schrijnend rijm:
Er is tot aan zijn dood voor hem gezorgd.
Begrafenis- en ziektegelden […]
[...] maken dat de vader hem niet worgt.
De Russische vertaling en de Duitse van Hoepelman hebben dat rijm gered: ‘жить’ (leven) rijmt op ‘задушить’ (gewurgd), en ‘versorgt’ op ‘entsorgt’.
Bronnen
Achterberg, Gerrit. 1953–1954. ‘De ballade van de gasfitter’, Maatstaf, 1, p. 439–452. Zie ook: https://www.dbnl.org/tekst/_maa003195301_01/_maa003195301_01_0070.php
[Dit is de eerste publicatie. De vertaling van Hoepelman berust op deze versie. De andere vertalingen berusten op de versie in de diverse drukken van Verzamelde gedichten (vanaf 1963). Die versie staat ook in: Achterberg, Gerrit. 1976. ‘De ballade van de gasfitter’, Ons Erfdeel, 19, p. 391–397. Zie ook: https://www.dbnl.org/tekst/_ons003197601_01/_ons003197601_01_0084.php]
Achterberg, Gerrit. 1970. ‘Ballade du gazier’, trad. du néerlandais par Liliane Wouters, Ons Erfdeel 13:3, p. 25–37. Zie ook: https://www.dbnl.org/tekst/_ons003197001_01/_ons003197001_01_0152.php
Achterberg, Gerrit. 1972. ‘The Ballad of the Gasfitter’, in: id., A Tourist Does Golgotha. Sel., transl. and expl. bij Stan Wiersma. Grand Rapids, Michican: Being Publications, p. 18–45.
Achterberg, Gerrit. 1977. ‘Ballade van de gasfitter’/‘Ballad of the gasfitter’, transl. by J.M. Coetzee, in: J.M. Coetzee, ‘Achterberg’s Ballade van de gasfitter. The mystery of I and you’, PMLA, 92, p. 285–296.
[Geciteerd uit J.M. Coetzee. 2004. Landscape with rowers. Poetry from the Netherlands. Translated and introduced by -. Princeton and Oxford Princeton University Press, p. 3–29.]
Achterberg, Gerrit. 2007. ‘Ballade van de gasfitter. Ballade vom Gasmonteur’. Aus dem Niederländischen von Ard Posthuma, Nachbarsprache Niederländisch 22:1, p. 4–17.
Achterberg, Gerrit. 2007. ‘Ballada o gazovsjtsjike’, in: id., Oda-gaage drugie stichotvorenija, vertaald door Irina Michailova & A. Purin. Staatsuniversiteit Sint-Petersburg, p. 89–108. [Deze bundel staat, samen met een bundel vertaalde gedichten van Guido Gezelle, één van J.H. Leopold en één van Martinus Nijhoff, in het online PDF-document Poety Niderlandskogo modernizma. De ‘Ballada o gazovsjtsjike’ staat op p. 205–210: http://folioverso.ru/bibl/poeti_niderlandskye.pdf
‘Ballada o gazovsjtsjike’ is ook gepubliceerd in het tijdschrift Novij Bereg, 22 (2008), zie ook: https://magazines.gorky.media/bereg/2008/22/ballada-o-gazovshhike.html ]
Achterberg, Gerrit. 2019. ‘Die Ballade vom Gasfitter’, Übers. von Jacob Hoepelman, Olla Vogala, 9. Nov. 2019. Zie ook: https://jakobhoepelman.blogspot.com/search?q=Achterberg
Fens, Kees. 1972. ‘De onoverwinnelijke gasfitter’, in: id., Tussentijds. Bilthoven: Ambo, p. 116–143. Zie ook: https://www.dbnl.org/tekst/fens001tuss01_01/fens001tuss01_01_0009.php
Lexilogos (een internetportaal dat voor allerlei talencombinaties verwijzingen geeft naar een aantal onlinewoordenboeken): https://www.lexilogos.com/english/russian_dictionary.htm#