Een van de spannende onderdelen van het bedrijven van vertaalgeschiedenis is het zoeken naar de eerste vertaling van werk van een bepaalde auteur. Want literaire werken gaan op zeker moment over de grens. Dat zoeken naar zo’n eerste grensoverschrijding wordt moeilijker naarmate we verder teruggaan in de tijd. Publicaties in boekvorm zijn meestal wel terug te vinden, maar gecompliceerder is het zoeken op de plekken waar de introducties van auteurs in andere talen vaak beginnen, in tijdschriften, met vertalingen die daar zijn ondergebracht door smaakmakers, door culturele bemiddelaars, door schrijvers en vertalers die in de gaten houden wat er in de grote wijde wereld zoal gepubliceerd wordt.
Wie bijvoorbeeld een overzicht wil maken van de Nederlandse vertalingen van het werk van Vladimir Nabokov (1899–1977) en via de websites van de Koninklijke Bibliotheken van Nederland en België in de daarvoor aangewezen nationale catalogi zoekt, vindt daar dat Pnin, de vertaling van de gelijknamige Engelstalige roman (1957) door A.E. Bayer, het eerste boek van Nabokov was dat in het Nederlands werd gepubliceerd, midden 1958, door uitgeverij Hollandia in Baarn. De Nederlandse Pnin was overigens wereldwijd de eerste vertaling van dat boek, en wie de maatgevende internationale bibliografie van Nabokovs werk bekijkt, stelt vast dat de Nederlandse versies vaak bij de eerste vertalingen van diens boeken behoren. Later in 1958 – ‘ongeveer in oktober’, zo kondigde de folder van uitgeverij Oisterwijk de uitgave aan – verscheen de vertaling door Bob Coutinho van Nabokovs beroemdste want schandaalverwekkende boek Lolita, dat in 1955 in Parijs in het Engels was verschenen. De eerste recensies van de Nederlandse Lolita verschenen in het voorjaar van 1959.
1958 was eigenlijk aan de late kant, want Nabokov debuteerde, in het Russisch, al in 1924. Er hadden dan ook al eerder boeken van Vladimir Nabokov in het Nederlands kunnen verschijnen. Bijna tien jaar eerder, in 1949, in de september/oktober-aflevering van het literaire tijdschrift Libertinage, publiceerde Charles B. Timmer, groot kenner en productief vertaler van Russische literatuur na 1945, een goed geïnformeerde ‘Notitie over Nabokov’ ter begeleiding van zijn vertaling ‘Gesprek over Hamlet’, het eigenlijk titelloze hoofdstuk VII uit de roman Bend Sinister (1947), Nabokovs tweede in het Engels geschreven roman. In zijn notitie kondigde Timmer het verschijnen aan, ‘binnenkort’, van deze roman, in het Nederlands Bastaards gedoopt, bij Van Oorschot. Maar deze vertaling zou pas twaalf jaar later verschijnen, in 1961, nog steeds bij Van Oorschot. Een jaar vóór de publicatie van Timmer, in de aflevering van 28 augustus 1948, had Elseviers weekblad de vroegst tot nu toe bekende vertaling van werk van Nabokov geplaatst in een reeks ‘Elseviers kort verhaal’, zonder verdere toelichting en zonder vermelding van een vertaler. Het ging om het in het Engels geschreven verhaal ‘Colette’, dat een maand eerder in The New Yorker had gestaan. Onder dezelfde titel nam Nabokov het op in zijn memoires Speak, Memory (1951), onder de titel ‘First Love’ bundelde hij het verhaal in 1958 in Nabokov’s Dozen.
Uit het archief van Vladimir Nabokov in de Library of Congress in Washington, D.C., komen we te weten dat er weer tien jaar eerder, eind jaren dertig van de twintigste eeuw, pogingen zijn ondernomen om boeken van Nabokov in het Nederlands vertaald te krijgen. In april/mei 1939 correspondeert H.J. Smeding (1899–1979), schrijver, vertaler en tijdelijk (1937–1939) medewerker van uitgeverij Wereldbibliotheek, met Nabokov en diens vrouw Vera over een geschikt boek om te laten vertalen. Smeding gaat ook in Parijs bij de Nabokovs op bezoek, maar een en ander leidt niet tot een uitgave. Wat daarvan precies de reden was, is niet bekend. Een aantal titels passeert de revue, maar vooral WB-directeur Nico van Suchtelen is bang dat het Nederlandse publiek Nabokovs boeken te moeilijk verteerbaar zal vinden. Het archief van Henk Smeding in het Literatuurmuseum in Den Haag bevat wel een stuk of veertig leesrapporten die hij voor de Wereldbibliotheek maakte, maar een boek van Nabokov zit daar niet bij.
Ook vóór de Wereldbibliotheek was er al een poging geweest om boeken van Nabokov in het Nederlands uit te geven, en weer moeten we een jaar of tien terug. In het Nieuwsblad voor de Boekhandel claimt uitgeverij Van Holkema & Warendorf in oktober 1930 het recht op de vertaling van twee Russische titels van ‘W. Sirin’. Onder die naam publiceerde Nabokov in het begin van zijn carrière. Het ging om Korol’, Dama, Valet uit 1928, het boek dat pas veel later, in 1963, door J.W. Staalman – uit het Duits – in het Nederlands als Heer, vrouw boer… zou worden vertaald, en om Zaščita Lužina uit 1930, in 1967 onder de titel De verdediging voor het eerst vertaald door Bob en Lore Coutinho naar de Engelse versie, The Defence. Ook in dit geval blijft voorlopig onbekend waarom het in 1930 niet tot boekpublicaties kwam. De Russische, in Leiden werkzame kunsthistoricus Alfred Hackel besprak Zaščita Lužin in juli 1931 in de Nieuwe Rotterdamsche Courant, maar hij kon dus niet de aandacht vestigen op een Nederlandse uitgave. Aan Korol’, Dama, Valet had een niet nader genoemde ‘Russische Redacteur’ in april 1930 in een artikel ‘Russische Emigranten-Literatuur’ in Boekzaal der Geheele Wereld aandacht besteed.
Er was dus in de loop van de jaren zeker Nederlandse belangstelling voor Nabokov, die sinds de jaren twintig ook af en toe werd genoemd in overzichten van recente Russische literatuur, zeker sinds de roman Mašen’ka (1926), die redelijk snel (in 1928) in het Duits werd vertaald (in Nederland in 1972 als Masjenka verschenen, door J.F. Kliphuis vertaald naar de Engelse versie uit 1970, die de titel Mary droeg). De Duitse uitgave was de eerste vertaling in boekvorm wereldwijd van werk van Nabokov. In het Russisch verscheen dit boek onder het pseudoniem V. Sirin’, in het Duits heette de auteur Wladimir Nabokoff-Sirin. Wie op zoek gaat naar Nabokov in het Nederlands, moet met deze varianten rekening houden, met verschillende manieren van transcriptie van het cyrillische schrift en ook met verbasteringen van namen, zoals blijkt uit een signalement van de augustusaflevering van het populaire geïllustreerde maandblad Astra in Het Vaderland van 30 juli 1937.
Omslag van het ‘vacantienummer’
Astra bestond sinds 1923 en leverde elke maand vertier en ontspanning in woord en beeld. De beschrijving door Het Vaderland van dit ‘vacantienummer’ klinkt zo:
Wij treffen er in aan de vertelling ‘Een minstreel verliefd’ van Nile Doran, een verhaal vol levensblijheid en frisschen geest. Ook Amy Groskamp-ten Have laat zich niet onbetuigd met haar ‘Zomersche idylle’: het verhaal werd met een paar aardige tekeningen geïllustreerd door Hans Borrebach. Een in twee kleuren geïllustreerd verhaal van P.G. Wodehouse: ‘Bingo en de Pekingeezen-crisis’ verrast door zijn komische situaties en aardige vondsten. Van een geheel ander genre is het Vlaamsche verhaal van Jan Verheyen: ‘Het begraven pensioen’, geïllustreerd door Frank Rowley, een kleinestadsvertelling. / Van François Moulier een Indische novelle: ‘Heimwee naar Holland’, die de moeilijkheden beschrijft van een jonge vrouw in de tropen. / Goed is ook het Noorsche verhaal: ‘Zij wilde carrière maken’ van Thor Holm, met eenige suggestieve teekeningen van Lagré.’
En voordat Het Vaderland afsloot met de mededeling dat er ook nog een puzzle was en dat de ‘kunstdrukplaten tusschen den tekst […] alle op de vacantie geïnspireerd’ waren, was er nog de vermelding van een ‘verhaal van Nakobov-Sirin, dat door zijn psychologischen inslag zijn Russische afkomst verraadt’.
Kopie van de eerste bladzij van de anonieme vertaling in Astra
Dit verhaal, voor zover bekend de eerste vertaling van werk van Vladimir Nabokov in het Nederlands, heeft de titel ‘De thuiskomst’. Het vermeldt geen vertaler, en die wordt ook niet genoemd in de inhoudsopgave. Het Vaderland had de naam van de auteur correct geciteerd, want ook in Astra zijn de b en de k van Nabokov verwisseld. ‘De thuiskomst’ is een vertaling van het verhaal ‘Zvonok’, dat werd gebundeld in Vozvrašenije Chorba (De terugkeer van Chorb; Berlijn 1930). Dat een in Astra verschenen verhaal direct zou zijn vertaald naar het Russisch ligt overigens weinig voor de hand. Te denken valt eerder aan het Duits als brontaal. Maar of zo’n tussentekst werkelijk heeft bestaan blijft vooralsnog onopgehelderd. In het Engels verscheen het verhaal als ‘The Doorbell’, in de vertaling van Nabokov en diens zoon Dmitri, pas in Details of a Sunset and Other Stories (New York 1976). Naar die uitgave vertaalde Anneke Brassinga in 1979 het verhaal onder de titel ‘De bel’ voor Ultima Thule, een bundeling van drie, door Brassinga en Peter Verstegen vertaalde verhalenbundels van Nabokov.
Gebruikte bronnen
Anoniem. 1930. ‘Russische Emigranten-Literatuur’, Boekzaal der Geheele Wereld, 6:7 (1 april), p. 109–112.
Hackel, Alfred. 1931. ‘Wladimir Sirin. De verdediging van Louzjin. (Sascita Loezjina). (Berlijn, Verlag Slowo)’, Nieuwe Rotterdamsch Courant, 5 juli, ochtendblad.
Juliar, Michael. 1986. Vladimir Nabokov. A Descriptive Bibliography. New York/London: Garland Publishing.
Nabokow, Wladimir. 1948. ‘Colette’, Elseviers weekblad, 28 augustus, p. 13.
Nabokov, Wladimir. 1949. ‘Gesprek over Hamlet’, Libertinage, [2:]5 (september/oktober), p. 327–346.
Nabokov, Vladimir. 1979. ‘De bel’, in: id., Ultima Thule. Amsterdam: Athenaeum–Polak & Van Gennep, p. 541–553 (vertaling Anneke Brassinga).
[Nabokov, Vladimir] 2008. The Stories of Vladimir Nabokov. New York: Vintage.
Nieuwsblad voor den Boekhandel, 97 (1930), afl. 40 en 42, rubriek ‘Vertalingsrecht’.
Timmer, Ch.B. 1949. ‘Notitie over Nabokov’, Libertinage, [2:]5 (september/oktober), p. 347–350.
Waegemans, Emmanuel & Cees Willemsen. 1991. Bibliografie van Russische literatuur in Nederlandse vertaling 1789–1985. Bibliografija russkoj literatury v niderlandskom perevode 1789–1985. Leuven: Universitaire Pers.
Collectie H.J. Smeding in het Literatuurmuseum, Den Haag.
Collectie Vladimir Nabokov in de Library of Congress, Washington, D.C.
Astra is in geen enkele bibliotheek in Nederland compleet aanwezig, en alle exemplaren in Nederlandse bibliotheken bij elkaar leveren geen volledige collectie op. Veel afleveringen bevinden zich alleen bij particuliere verzamelaars. Onze kopie komt uit de collectie van Rimmer Sterk, die wij hartelijk danken.
Reageren? info@tijdschrift-filter.nl.