Elke keer dat ik een boekhandel bezoek word ik overvallen door keuzestress. Het staat er altijd vol met begerenswaardige boeken die ik zou willen lezen – welke, o welke ga ik kopen? Maar voor ik bij de kassa aanbeland ben, bedenk ik vaak dat ik thuis in de boekenkast nog zo veel ongelezen boeken heb staan. Ook het nachtkastje ligt vol. En hoe vaak heb ik niet in Zweden een boek gekocht van een auteur die ik volg, of van een auteur die nieuw is, of van eentje die me voor een college over Zweedse literatuur geschikt leek, en dat dan bij thuiskomst bleek dat ik het boek al op een eerdere reis had gekocht? Nog iets, de boekenbijlages, om de Onno Bloms en Lidewijde Parijzen op de radio niet te vergeten, betoveren me eveneens met hun lofredes op boeken die je ECHT MOET WILLEN LEZEN (vooral Lidewijde Paris is altijd zo overtuigend) en dan sta ik alweer met één been in een boekhandel.
Een bezoek aan een boekhandel geeft tevens een goede afspiegeling van de herkomst van de boeken. Lang niet allemaal zijn ze van auteurs uit het eigen taalgebied. Er staan een hoop vertalingen tussen. Vooral als je een boekhandel binnenloopt in een klein taalgebied, zoals het Nederlandse of het Scandinavische.
Ik hoor op de radioprogramma’s en zie in de recensies in kranten gelukkig steeds vaker wie zo’n boek uit een ander taalgebied in het Nederlands heeft vertaald. En zo hoort het ook. Zonder al die vertalingen zou ons literaire landschap niet zo gevarieerd zijn. Je zou kunnen stellen, ik citeer nu de in 2011 overleden Zweedse auteur Birgitta Trotzig, dat vertaalde literatuur de andere helft van ‘onze’ (Zweedse) nationale literatuur is. Ik denk dat de situatie in Zweden wat dat betreft veel op die in Nederland lijkt.
Het is niet zo verwonderlijk dat in Zweden het eerste vertalerslexicon werd opgezet, een digitale encyclopedie met vertalersportretten. Dit initiatief werd in andere landen nagevolgd, ook in Nederland. Door de uitgebreide informatie over vertalers begrijp je beter hoeveel zij voor de cultuurbemiddeling betekenen. Hoeveel moois zou de Nederlandse lezer niet zijn ontgaan zonder al die vertalingen? Ook literaire vertaalprijzen zoals de Filter Vertaalprijs zijn heel belangrijk voor het zichtbaar maken van vertalers, die vaak schuilgaan achter de klinkende namen van de auteurs van het literaire werk dat zij hebben vertaald.
Ik was dan ook blij verrast toen ik gevraagd werd om in de jury van de Filter vertaalprijs 2020 zitting te nemen. Bovendien houd ik wel van dit soort literaire feestjes. Toen ik ja zei had ik de bescheiden longlist die verbonden is aan de Amy van Markenprijs in gedachten. Het was dus even slikken toen ik het aantal vertalingen zag dat op de longlist stond: 113! Ik had dat kunnen weten, want de Filter Vertaalprijs betreft vertalingen uit de hele wereldliteratuur in het Nederlands. Dat is toch van andere en grotere orde dan een afgebakend taalgebied als het Scandinavische (Amy van Markenprijs), of Franse (Dr. Elly Jaffé Prijs) of Russische (Aleida Schotprijs) om er maar een paar te noemen.
Met vereende krachten togen we als jury aan het werk de longlist in te korten en uiteindelijk bleven er vijf prachtige boeken in Nederlandse vertaling over. Met pijn in het hart heb ik in dat traject van 113 naar vijf, verschillende ‘lievelingen’ zien verdwijnen. Het was een kwestie van compromissen sluiten, van geven en nemen, maar de professionele opstelling bleef onze leidraad.
En toen kwam het moeilijkste, niet alleen de corona-crisis kwam, maar ook het Besluit wie als winnaar moest worden aangewezen. In die zin was de quarantaine een welkome gedwongen isolatie. De vijf boeken werden van voren naar achteren gelezen, binnenstebuiten gekeerd, onder de loep gelegd, de vertalingen weer een keer met het origineel vergeleken.
Intussen werden we zeer bedreven in online vergaderen, en konden we zo ook een kijkje in elkaars woonkamer, werkkamer of keuken nemen. En weer die keuzestress, vijf fantastische, maar ook zo verschillende boeken, en er kon helaas maar één vertaling de winnende zijn.
Omdat er geen feestje zou komen, althans niet zoals gepland met alle genomineerden, juryleden en belangstellenden bij elkaar in Houtzaagmolen De Ster, werd via de sociale media de spanning opgevoerd. In plaats van het fysieke feest kwam er een heerlijk voorlees- en luisterfestijn. Alle vertalers lazen voor uit het door hen vertaalde werk. Het was een bijzondere ervaring om alle genomineerde vertalers te zien en/of te horen op de Facebookpagina van Filter. Een heel verrassende collage van verschillende soorten huldebetoon aan de boeken die ze hadden vertaald.
Zo was er een meeslepend muziekfragment uit Hector Berlioz’ ‘Le Chant des chemins de fer’ in de video van Toon Dohmen, die Europeanen. Het ontstaan van een gemeenschappelijke cultuur van Orlando Figes had vertaald. We keken naar het schilderij 'La gare Saint-Lazare' (1877) van Monet terwijl Dohmen enthousiast vertelde over Europeanen.
Verrast werd ik ook door de voorleeskunst van Marianne Molenaar. Op een meeslepende manier las zij voor uit De andere naam van de Noorse auteur Jon Fosse. Ik werd meteen weer in de wereld van kunst en wonderschone lege landschappen gezogen. Niet alleen vertalen is een kunst, maar voorlezen ook!
Hans Kloos trof mij door zijn bevlogenheid. Hij vertelde over de moeite die hij heeft moeten doen om Hier maak ik mijn stad van Robin Robertson bij een uitgever onder te brengen. Wat geweldig dat het gelukt is en dat de Nederlandse lezer van Robertsons meesterlijke boek, waar verschillende genres in samengebald zijn, kan genieten.
Henny Corver las in een heerlijke huiskamer voor uit het betoverende boek van Annie Dillard, Pelgrim langs Tinker Creek. Het moest zo zijn dat de vertaler in een rustig decor de meeslepende en overrompelende stem van Dillard liet klinken. Het schone en het wrede van de natuur is confronterend, maar ook verslavend.
Irma Pieper, die vertelde over Hordubal van de Tsjech Karel Čapek, liet ons een heel andere sfeer proeven. Als lezer voel je mededogen met Hordubal, die na lange jaren zwoegen in Amerika zo verlangt naar het weerzien met vrouw en kind, maar van een koude kermis thuiskomt. De taal van Čapek is helder, maar net als Hordubal wordt de lezer een andere spiegel voorgehouden. Niets is wat het lijkt.
And the winner is? Juist vanwege de zo verschillende leeservaringen, voelde ik steeds die keuzestress. De een rijk aan metaforen, aan insecten en aan de andere kleine beestjes die krioelen in Tinker Creek, daarna weer rust, ruimte, stilte en afkoeling in de sneeuw bij Fosse, dan weer waan je je in de vorige eeuw ergens in een afgelegen dorp op het Tsjechische platteland, vervolgens in de salons en concertzalen in de culturele metropolen in het Europa van de negentiende eeuw, of je wordt in de destructie en desillusie en het nachtmerrieachtige leven van de getraumatiseerde Walker meegevoerd.
Dan rest alleen de vertaling om als jury tot een besluit te komen. In een laatste skypesessie hakten we samen de knoop door. Het vertaalmeesterschap gecombineerd met durf en virtuositeit van Henny Corver gaf de doorslag. Laat ik er maar niet meer omheen draaien: Henny Corver is de winnaar van de Filter Vertaalprijs 2020.
Henny Corver, winnares van de Filter Vertaalprijs 2020