In het (anonieme) Boekenweekgeschenk van 1957, De nacht der Girondijnen van Jacques Presser, schrijft de joodse geschiedenisleraar Jacques, later Jacob, Suasso in de strafbarak van kamp Westerbork zijn levensverhaal op, alvorens hij naar het oosten zal worden afgevoerd. Over zijn leraarschap aan het Joods Lyceum in Amsterdam:
Het baantje zelf: ik zal er wel te jong, te onrijp voor zijn geweest; ik herinner me nog, hoe ik, in een klas met veel meisjes over het Directoire sprekend, dat wóórd vermeed, tot grote vreugde van de krengen, die nota bene onbarmhartig in hun handen klapten, toen de bel ging. (p. 20)
In 1957 wist iedere lezer blijkbaar wat het Directoire was: het vijfkoppige college dat Frankrijk van 1795 tot 1799 bestuurde, en die periode zelf, maar ook wat een directoire was: een damesonderbroek met nauwsluitende pijpjes (die zo heet omdat hij tijdens het Directoire in de mode kwam). Ik kom nauwelijks nog iemand tegen die weet wat een directoire ooit was, en in andere talen dan Nederlands heeft zover ik heb kunnen nagaan nooit een intiem kledingstuk ‘directoire’ geheten. Voor de meeste moderne lezers van De nacht der Girondijnen is die vreugde van de krengen1 volstrekt raadselachtig.2 En de vertalers moesten er dus ook wat mee: in vertalingen vanaf 1958 vind je verschillende strategieën. De Duitse vertaling van Edith Rost-Blumberg uit 1959 vertaalt precies wat Presser schreef, zonder enige toevoeging. Primo Levi’s Italiaanse vertaling uit 19763 voegt een noot toe:
In Olanda si chiamava ‘Directoire’ un tipo di mutande femminili lunghe fino al ginocchio [N.d.T.] . (p. 32; ‘In Nederland heette een soort damesonderbroek tot op de knie “Directoire”’)
Dezelfde oplossing koos Olga Krijtová in haar Tsjechische vertaling uit 1963:
**Directoir znamená v holandštinĕ jak direktorium, tak dámské kalhotky. (p. 22)
Voetnoten in een vertaling! Maar het kan nog gekker. De Amerikaanse vertaling van Barrows Mussey uit 1958 neemt de toelichting in de lopende tekst op:
… I remember, in a class with a lot of girls, talking about the Directoire, which is also the Dutch expression for panties, how I kept avoiding the word, … (p. 23)
Behalve dat ‘Directoire’ natuurlijk niet het Nederlandse woord voor ‘onderbroek’ is, dendert die ingevoegde toelichting als een olifant door de porseleinkast van de vertelstructuur. Hier is immers, als in het hele boek, de ik-figuur aan het woord, Jacob Suasso, die in de strafbarak zijn verhaal opschrijft, dat naar hij hoopt het kamp uit gesmokkeld kan worden. De vertaling doet of de verteller in die benauwde situatie alvast wat uitleg geeft aan zijn Amerikaanse publiek. Of, anders gezegd, deze Amerikaanse vertaling valt haar publiek niet lastig met het feit dat er andere talen zijn dan Engels en dat dit een vertaling is. Nu ja, Amerikaanse vertalingen … Maar de Duitse hervertaling uit 1994, van Mirjam Pressler nog wel, voegt zelfs twee toelichtingen in alsof ze van Suasso zelf komen:
… ich erinnere mich noch, wie ich in einer Klasse mit vielen Mädchen über einen Abschnitt der französischen Revolution sprach, Directoire, ein Wort das in Niederländisch auch Schlüpfer heißt, das Wort aber zur großen Freude der Luder vermied, … (p. 31).
Nog een paar passages uit Pressers Boekenweekgeschenk waar een vertaler wat uit te leggen heeft (of niet):
In ‘De Hoogduitsen hebben gelijk, als ze ons mesjoggene Portegiezen noemen …’ (p.11) zijn de ‘Hoogduitsen’ geen Duitsers, maar Asjkenazische joden, die, vele generaties geleden, uit Oost-Europa gevlucht zijn, zoals de ‘Portegiezen’ de Sefardische joden zijn, die nog meer generaties geleden uit Portugal en het verdere Zuid-Europa zijn gekomen. Rost-Blumberg vertaalt ‘Die anderen Juden’ (p. 85), Levi neemt dat over: ‘gli altri ebrei’ (p. 21), maar wel met een lange voetnoot over de lotgevallen van de ‘ebrei spagnoli e portoghesi’ sinds hun verdrijving uit het schiereiland door de inquisitie. Mussey noemt ze ‘the Germans’ (p. 11), Krijtová ‘Nĕmci’, ‘Duitsers’ (p. 11), en Pressler ‘die Hochdeutschen’ (p. 19).
In ‘Moeder zat al in de Joodse Schouwburg, voorportaal van ons kamp, … (p. 11) maakt de toevoeging in de tekst zelf wel duidelijk wat de functie van dit gebouw op de Plantage Middenlaan was; het was toen al de verzamelplaats van in Amsterdam opgepakte joden vóór hun transport naar Westerbork of een ander kamp. Mussey ziet weer geen probleem: ‘Mother was already in the Jewish Theater, the front gate to our camp’ (p. 12), maar de andere vertalers signaleren op verschillende manieren dat deze schouwburg geen schouwburg is: Rost-Blumberg: ‘Mutter saß bereits im Gebäude des < Jüdischen Theaters >, der Vorhalle unseres Lagers’ (p. 85), Levi: ‘La mamma era già rinchiusa (‘opgeloten’) nel Teatro Ebraico, l’anticamera del nostro campo’ (p. 22), Krijtová: ‘Maminka už byla na shromaždišti (‘verzamelplaats’) v Židovském divadle, ve vsupní bránĕ do našeho tábora’ (p. 12). Pressler laat de naam ‘Joodse Schouwburg’ onvertaald en voegt een voetnoot toe: ‘Amsterdamer Sammelstelle für Judendeportationen [Anm. d. Übers.]’ (p. 20).
De leukste vertaalhobbel vind ik deze: ‘De school […] Met joodse leraren, joodse kinderen; met orthodoxen (“wij zijn achterdoks” zei een jochie fier) en vrijzinnigen …’ (p.12). Is dit enkel een spel met de klank van het woord orthodox, of betekent het ook iets? Mussey (p. 14) en Ross-Blumberg (p. 86) lijken het eerste te denken, en beginnen er niet aan: ze laten het stukje tussen haakjes weg; Levi (p. 23) volgt Ross-Blumberg. Krijtová vertaalt ‘achterdoks’, met ‘orlonosní’, waarvan ik niet weet of het op een Tsjechisch woord lijkt (p. 13). Pressler ten slotte leest ‘achterdoks’ als ‘achterdochtig’: ‘argwöhnisch’ (p. 22). Kan ik het ook? ‘(“we’ve corkscrew locks”, a laddie said proudly)’. Nee. Dat klinkt niet naar iemand die orthodox verkeerd heeft verstaan, en het is veel te bedacht. Het stinkt naar de lampenpit, zou Horatius zeggen. Ik ben geen vertaler.
Noten
1 De jongens in Suasso’s klas hadden blijkbaar niets in de gaten. Wisten die – het was in de eerste jaren van de oorlog – ook niet wat een directoire is?
2 In geen enkele latere druk wordt deze passage toegelicht, zelfs niet in de uitgave als Grote Lijster uit 1995.
3 Zoals Sara Vandewaetere in haar Filter-artikel uit 2010 en ikzelf in mijn bachelorscriptie uit 2011 hebben laten zien berust de vertaling van Levi op de Duitse van Rost-Blumberg, maar hier heeft hij blijkbaar gezien dat er iets niet duidelijk was, en heeft hij verder gezocht. Wie hem bij deze vertaling hebben geholpen is trouwens nooit helemaal aan het licht gekomen. Hij voegt niet minder dan veertien note del traduttore toe.
Bibliografie
Anon. [= J.Presser]. 1957. De nacht der Girondijnen. z.pl.: Vereniging ter bevordering van de belangen des boekhandels.
Presser, Jacob. 1958. Breaking Point. Transl. by Barrows Mussey. Cleveland & New York: The World Publishing Company.
Minco, Marga & Jacob Presser. 1959. Das bittere Kraut & Die Nacht der Girondisten. Übers. von Michael Meier [Minco] & Edith Rost-Blum (Presser). Hamburg: Rowohlt Verlag. Rororo no. 292.
Presser, Jacob. 1963. Noc Girondistů. Prel. Olga Krijtová. Praha: Státni Nakladatelství.
Presser, Jacques. 1994. Die Nacht der Girondisten. Novelle. Übers. Mirjam Pressler. Vorwort von Primo Levi. Frankfurt: Fischer Taschenbuch Verlag.
Presser, Jacques. 1995. De nacht der Girondijnen. Novelle. Met nawoord van Primo Levi. Groningen: Wolters-Noordhoff. Grote Lijsters 1995 Nr. 5.
Presser, Jacob. 1997. La notte dei Girondini. Trad. e prefaz. di Primo Levi. 2a ed. Milano: Adelphi edizioni.
Vandewaetere, Sara. 2010. ‘Promo Levi’s Nacht der Girondijnen’, Filter, 17:3, p. 44–51.
Waart, Bert de. 2011. ‘Queste cose le miei occhi le hanno viste, le mie orecchie le hanno udite’, Bachelorscriptie Universiteit Utrecht.
Bert de Waart studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam en werkte tot 2008 als leraar Nederlands. In 2013 behaalde hij zijn master vertaalwetenschap aan de Universiteit Utrecht. Engelse vertalingen van Nederlandse poëzie hebben zijn speciale interesse.
Reageren? info@tijdschrift-filter.nl.