In november werkte ik tijdens de Vertalersfabriek van het Nederlands Letterenfonds met Christiane Kuby als mentor aan twee hoofdstukken uit de nieuwe roman van Roelof ten Napel, Het leven zelf. Roelof is een jonge auteur uit Utrecht, die wetenschapsfilosofie studeert en van wie ik de columns tijdens het Crossing Border Festival vertaalde. Ik had Roelof dus leren kennen en had met hem over zijn tekst, over zijn manier van schrijven, zijn stijl gesproken. Het is een elliptische, moderne stijl waarin steeds weer kleine bijzonderheden opduiken, vooral op het gebied van de natuurkunde. Zo brachten Christiane en ik veel tijd door met het piekeren over frasen als ‘een ruk materie uit de ruimtetijd’, ‘de bewegingen van het licht’ en ‘een samengeklonterd verleden’.
Lisa Mensing en Roelof ten Napel op Crossing Border. Foto: Elbert Besaris.
Vooral de ruk materie uit de ruimtetijd kostte ons veel hoofdbrekens. De zin luidde:
Dit was hoe ze zich het eind van de wereld in kon beelden, alsof nu plotseling de dingen zelf zouden wegwaaien, ineens een ruk materie uit de ruimtetijd, alleen nog een lichtgevend wit op de plaats waar het zat.
Wat was deze ‘ruk materie uit de ruimtetijd’? Hoe moesten we ons dat voorstellen? In mijn eerste vertaling had ik er ‘ein Materien-Ruck aus dem Weltraum’ van gemaakt. De ruk materie was een Materien-Ruck geworden, een samenstelling, omdat ik me in het Duits geen Ruck op zich kon voorstellen, me er in mijn hoofd geen beeld van kon vormen. Van ‘ruimtetijd’ had ik Weltraum gemaakt, ook vanwege de beeldvorming. De ruimtetijd is zo complex dat je er geen idee van hebt. Als ik ruimtetijd hoor, denk ik aan de sciencefictionfilm Interstellar, en hoewel de film ontzettend goed is, was het toch moeilijk om het idee van de ruimtetijd te volgen. Nou, Weltraum is natuurlijk geen adequate vertaling, dus moesten we in ieder geval een andere oplossing vinden, en in de eerste plaats het beeld doorgronden: wat gebeurde er precies?
Christiane las een artikel over de ruimtetijd voor dat ze op internet had gevonden; ik bleef het heel abstract vinden, maar kon wel iets beter begrijpen wat er bedoeld werd. Samen probeerden we de gebeurtenis te reconstrueren. Een ruk was een plotselinge beweging, een verandering van de materie, een beweging of een verandering van essentieel belang. Een ruk is in het Duits hetzelfde, een Ruck. Maar kon het Duitse woord Ruck beschrijven wat er gebeurde, kon de Ruck een grote verandering in de ruimtetijd veroorzaken? En was het een ruk van de materie of een ruk in de ruimtetijd of een ruk van de materie in de ruimtetijd?
Inderdaad, we waren een beetje in de war, maar gelukkig is de samenwerking met de auteur een essentieel onderdeel van de Vertalersfabriek en konden we Roelof vragen wat het beeld betekende. De ruk hoorde volgens hem absoluut bij de materie en hij stelde zich een tekening voor waaruit alles weggehaald was, zoals het in de zin ook wordt beschreven: ‘alsof nu de dingen zelf zouden wegwaaien, ineens een ruk materie uit de ruimtetijd, alleen nog een lichtgevend wit op de plaats waar het zat’. Het beeld werd meer en meer duidelijk. Maar Christiane en ik wilden in het Duits woorden kiezen, die het beeld ook voor de Duitse lezer zonder verdere uitleg begrijpelijk zouden maken. Dus begonnen we opnieuw over de ruk, we brainstormden verder. Als er een ruk van materie is, hoe moet je je die ruk dan voorstellen? Is het een soort aardbeving, maar dan in de ruimtetijd, waarbij niet de aarde beeft maar de materie? Of wordt er een stuk van de materie losgescheurd? Beschreef de ruk het losscheuren van materie? Ja, dat kon! Het leek een losscheuren van de materie in de ruimtetijd te zijn, en zo vertaalden we ‘een ruk materie uit de ruimtetijd’ met ‘aus der Raumzeit gerissene Materie’:
So stellte sie sich das Ende der Welt vor, als würde plötzlich alles fortwehen, aus der Raumzeit gerissene Materie, nur noch ein gleißendes Weiß an der Stelle, wo sie gewesen war.
Ook het licht leek in de roman gekke dingen te doen. De personages in het boek probeerden de lichtinval te volgen, het licht leek zich dus te bewegen en ook ergens te blijven hangen:
Vera keek naar het licht zoals het op de gordijnen viel, ertegenaan – eronderdoor, in het venster, op de rugleuning van de ingebouwde bank.
Blijkbaar volgde het licht een bepaalde volgorde, alsof het eerst van buiten door het raam op de gordijnen van de caravan viel, ‘ertegenaan’ – het licht viel dus tegen en op de gordijnen. Vervolgens viel het eronderdoor en was het licht blijkbaar in het zithoekje van de caravan gearriveerd. Maar daarna viel het ‘in het venster’, en daar zat voor mij de crux. Ik kon niet begrijpen hoe het licht, nadat het al in de caravan was, in het venster kon vallen. Ik kon de bewegingen van het licht en de volgorde daarvan helemaal niet volgen. We vroegen het onze collega’s Elly Schippers en Elbert Besaris – die in omgekeerde richting, uit het Duits, in het Nederlands vertalen – en zij wisten de beschrijving te verduidelijken. Het venster leek niet alleen de ruit te omvatten, maar het geheel: het raam, het glas, de vensterbank, alles. Roelof legde bovendien uit dat het licht niet echt een vloeiende beweging maakt, maar eerder tegelijkertijd op of tegen verschillende dingen valt. Met deze nieuwe kennis kon ik de zin begrijpen en vertalen:
Vera beobachtete das Licht, wie es auf die Vorhänge fiel – unter ihnen durch, ins Fenster, auf die Rückenlehne des eingebauten Sofas.
Christiane Kuby, Roelof ten Napel en Lisa Mensing, aan het werk tijdens de Vertalersfabriek. Foto: Elbert Besaris.
Verder waren Christiane en ik lang met een ‘samengeklonterd verleden’ bezig. Roelof schrijft in het tweede hoofdstuk: ‘Verleden klonterde samen, blijkbaar.’ Om deze zin goed te kunnen vertalen moesten we – opnieuw – eerst de betekenis achterhalen en daarvoor is meer context nodig. Een jonge vrouw herinnert zich een moment in het verleden, waarop ze met haar vader naar zijn aquaria stond te kijken. Ze begint over de herinnering na te denken:
En het was vreemd – de herinnering was meegegroeid, want hoewel het haar bijstond van toen ze een kind was, keek ze in gedachten op de meeste aquaria neer; ze moest hier iets van tien zijn, maar had de lengte van na haar puberteit. Verleden klonterde samen, blijkbaar.
Het verleden uit haar herinnering, toen ze een kind was, is blijkbaar met een ander verleden versmolten, er zijn verschillende tijden door elkaar geraakt. En daarvoor had Roelof het werkwoord ‘samenklonteren’ gekozen. Maar Christiane en ik hadden een probleem met de Duitse vertaling ervan: verklumpen. In het Duits gebruik je dit woord meestal alleen voor vloeistoffen zoals sauzen, waarbij een bestanddeel van de saus niet oplost en er kleine brokjes in de vloeistof rondzwemmen. Het woord leek ons onverenigbaar met het verleden en we probeerden een heleboel andere woorden en zinnen: ‘Die Zeiten verschmolzen miteinander’, ‘Die Vergangenheit ballte sich zusammen’, ‘sie war verknotet’, ‘verdickt’, ‘verschmolzen’… Maar we wilden ook dicht bij Roelofs stijl blijven en dus zochten we verder naar een synoniem van ‘samenklonteren’ waarvan de betekenis in het Duits niet zo beperkt is. Zo vonden we het mooie woord pappen. Dit betekent in het Nederlands ‘kleven’, ‘plakken’, ‘hechten’, en het leek ons een goede oplossing voor wat hier gebeurt: het verleden hangt aan een ander verleden, de twee zijn met elkaar verbonden. En zo vertaalden we ‘Verleden klonterde samen, blijkbaar’ met: ‘Die Vergangenheit pappte offenbar zusammen.’
De bewegingen van het licht, het samengeklonterde verleden en de ruk materie uit de ruimtetijd zoemen nog steeds rond in mijn hoofd. En misschien kan die ruk materie uit de ruimtetijd ook wel symbolisch worden opgevat, als het verdwalen in taal, het opsporen van het brontaalgeheim, het opnieuw vormgeven van het beeld in je moedertaal, het scheppen van een vertaling waar je ten slotte gelukkig van wordt.
Roelof ten Napel, Het leven zelf. Amsterdam: Atlas Contact, 2017.
Lisa Mensing vertaalt uit het Nederlands in het Duits. Ze volgde de master Literair Vertalen aan de Westfälische Wilhelms-Universität Münster en vertaalde voor The Chronicles, een initiatief van het Crossing Border Festival, teksten van Roelof ten Napel.