Ergens in de jaren tachtig van de vorige eeuw begon ik te kijken naar BBC-programma’s over antiek en verzamelen; eerst de Antiques Road Show (die sinds 1979 wordt uitgezonden), later kwamen daar Cash in the Attic, Bargain Hunt, Flog it! en de Antiques Road Trip bij.
Aan het kijken naar de honderden afleveringen van al die programma’s heb ik een aardige kennis van vooral Brits antiek en curiosa overgehouden, ik ken het vocabulaire van de specialisten en de veilingmeesters, kan goed overweg met de periodisering van de in het Engels taalgebied gangbare stijlperiodes, ik ken mijn weg in de vele antiekcentra in Groot-Brittannië en kom thuis op de bank bij het voorspellen van de waarde van een voorwerp vaak aardig in de buurt. Van het Engels zelf heb ik veel opgestoken dankzij de ingeschakelde ondertiteling, waardoor ik ten eerste de tv vanwege mijn toenemende hardhorendheid minder hard hoef te zetten en ten tweede de spelling van termen uit het antiekjargon op een presenteerblaadje krijg aangeboden.
Een aantal van deze Britse antiekprogramma’s kennen we intussen ook bij ons, maar dan in – wat mij betreft – slappe aftreksels: de Antiques Road Show is hier Tussen kunst en kitsch geworden en Cash in the Attic werd Cash op zolder. Sinds een tijdje zijn Bargain Hunt en de Antiques Road Show ook met Nederlandse ondertitels te zien, en wel op de zender BBC Entertainment. Ik heb een paar weken met een aantekenboekje op schoot voor de tv gezeten om te zien of de Nederlands lezende kijker mogelijk ook iets kan opsteken van deze ondertitelde versies.
De grote kracht van dit soort BBC-programma’s is de ijzeren en onwrikbare formule: er is een strak draaiboek met vaste onderdelen en rituelen. Hoe verloopt een aflevering van, bijvoorbeeld, Bargain Hunt? Een presentator, die ook voice-over-commentaar levert, introduceert twee teams van telkens twee deelnemers die onder leiding van een antiekdeskundige een uur lang over een antiekmarkt of in een antiekcentrum rondlopen en voor een maximaal bedrag van 300 Britse ponden drie items mogen aanschaffen, die een tijdje later worden geveild. Met het geld dat van de 300 pond overblijft koopt de deskundige nog een voorwerp, het bonusitem, dat de deelnemers kunnen inzetten om te proberen hun winst te vergroten of – en dat komt vaker voor – hun verlies te compenseren.
De kernvraag lijkt me of de ondertiteling erin slaagt Nederlands lezende kijkers plezier te laten beleven aan een amusementsprogramma met een educatief karakter. Ik zeg nu maar alvast dat dat bij Bargain Hunt wat mij betreft niet het geval is. Ik zal met voorbeelden proberen duidelijk te maken waarom, maar allereerst: ik besef dat het een hondsmoeilijke opdracht is om zowel vakjargon als humor in beknopte vorm te vertalen, en dat ook nog onder tijdsdruk en, naar ik uit sommige vertaaloplossingen concludeer, met niet meer dan een geluidsopname als bron.
Wilde leeuw
Allereerst maar eens dat vakjargon. De deelnemers gaan in Bargain Hunt op zoek naar antieke en verzamelwaardige voorwerpen, en dat kan van alles zijn. Een card case bijvoorbeeld, en dat is een – meestal zilveren – visitekaarthouder en geen ‘kaartendoos’. Van zilver kan ook een tray zijn, en dat is geen ‘bakje’ maar een schaaltje. Als dat zilveren schaaltje tinny is, dan is het niet ‘van tin’ maar van dun, als tin aanvoelend zilver. Als iets niet van massief zilver is maar van silver plate, dan is het niet ‘zilverkleurig’ maar verzilverd. Het kan zijn dat een zilveren voorwerp, bijvoorbeeld een doosje, een cast cow finial heeft, en dat is geen ‘koevorm’ maar een ornament van gegoten metaal in de vorm van een koe. Nog een beest: een rampant lion is geen ‘wilde’ maar een klimmende leeuw, en dat is een heraldische term voor de afbeelding van een leeuw zoals we die bijvoorbeeld kennen als Nederlandse of als Vlaamse leeuw.
Ander materiaal: Tuscan china is geen ‘Toscaans porselein’ maar servies van het merk Tuscan, en wanneer een bordje van dat servies een chip heeft, zit er geen ‘barst’ in maar is er een schilfertje af. Hout dan: treen is een bewerkt houten voorwerp, geen ‘houten stuk’, en als een houten voorwerp een meubelstuk is en cabriole legs heeft, dan zijn dat geen ‘pootjes’ maar juist ferme tafel- of stoelpoten met een of meer kronkels. Abalone is geen ‘zeeoorschelp’ maar parelmoer, en dat kan verwerkt zijn in compact: geen spiegeltje maar een poederdoos, en dat hoort bij de Ladies’ accessories, modeaccessoires voor dames, niet ‘vrouwensieraden’. Iets van linen is inderdaad ‘van vlasdraad’ gemaakt, maar wij noemen het gewoon linnen.
De deskundigen die de twee teams begeleiden geven vaak informatie over materiaal, herkomst en geschiedenis, en ze proberen ook vaak aan te geven hoe oud iets is; als ze het dan hebben over age, dan is dat niet de ‘oudheid’ maar de ouderdom. Het kan een Edwardian voorwerp zijn, dat voor ons niet ‘Edwardiaans’ is maar uit het begin van de twintigste eeuw, want Edward vii regeerde van 1901 tot 1910 en hij was geen Nederlandse of Belgische koning. ‘Victoriaans’ is ook geen handige vertaling van Victorian, want tijdens de regeringsperiode van koningin Victoria, 1837 tot 1901, had je allerlei stijlperioden, en die waren in Groot-Brittannië weer heel anders dan in Nederland en/of België.
Met zoveel misleidende informatie in de ondertitels kan het gebeuren dat een voorwerp dat volgens de ondertiteling ‘van tin’ is toch opeens van zilver en van waarde blijkt wanneer de deskundige, weer volgens de ondertiteling, zegt: ‘Je krijgt er 500 pond’ voor, terwijl er in feite werd gezegd: retail £ 500, wat zoiets betekent als: je moet er in de winkel 500 pond voor betalen. En als er van een voorwerp een mid sale estimate wordt genoemd, dan is dat niet de ‘ruwe waarde’, maar een bedrag dat halverwege de hoogste en de laagste taxatiewaarde ligt.
Na de rookpauze
Zien deelnemers iets van hun gading, dan is haggling aan de orde, en dan gaan ze niet ‘kibbelen’ met de verkoper maar onderhandelen. Een vervolgens tegen de verwachting in goedkoop gekocht stuk antiek kan een absolute steal zijn, en als dat ‘absoluut gestolen’ betekende, zou bij de uitgang van de antiekbeurs de politie op je staan te wachten. Het kan zijn dat een beoogde aankoop a little bit different is of a statement piece, maar als je het dan ‘wel iets anders’ noemt of ‘iets waar je iets mee kunt zeggen’, dan wordt niet duidelijk dat het om een curieus voorwerp gaat of om een object met uitstraling – ik geef maar wat oplossingen voor een paar termen die in het Nederlands best moeilijk kort zijn samen te vatten.
Twijfelen de deelnemers over een aankoop, dan zeggen ze wel eens: shall we put it on the backburner, maar in dat geval willen ze het niet ‘bewaren tot na de rookpauze’. En als ze door al dit gedoe in tijdnood komen, dan doen ze ook wel eens een panic buy, maar dat is geen ‘impulsaankoop’, want die kun je ook doen als je zeeën van tijd hebt. Zodra de deelnemersteams hun drie voorwerpen hebben gekocht, mag de deskundige met de leftover lolly, zoals dat in het programmajargon heet, een extra voorwerp kopen, dat eventueel kan worden ingezet. Van dit resterende geld – en niet de ‘overgebleven poen’ – kan de deskundige vinden: you didn’t give me much to play with, maar dat wil niet zeggen dat de kandidaten hem ‘niet veel speelruimte’ gaven.
Vervolgens komt de veilingmeester in actie. Zegt hij: I have a bit of interest here, dan heeft hij een aantal schriftelijke biedingen binnengekregen die hij voor zich heeft liggen en hij bedoelt niet, zoals de ondertiteling wil: ‘Ik heb zelf ook interesse’. Zodra het maximum van die schriftelijke biedingen is bereikt zegt hij bijvoorbeeld I’m out, en dat betekent uiteraard niet ‘ik trek me terug’, want wat is een veiling zonder veilingmeester? Als iemand het hoogste bod heeft gedaan en de veilingmeester roept: It’s on the aisle for £ 60, dan bedoelt hij niet ‘het ligt klaar voor 60 pond’ maar dat het geveilde is gekocht door iemand die in de veilingruimte aan het middenpad zit. I’m out online zegt de veilingmeester wanneer hij geen internetbiedingen meer heeft, en het zou vervelend voor de voortgang van de veiling zijn als dat werd veroorzaakt door wat de ondertiteling denkt dat het betekent: ‘Het internet doet het niet meer.’
Waardevol?
Concluderend zou ik kunnen zeggen: absolutely everything is onder de maat, maar hier houd ik voor de verandering de oplossing van een ondertitelaar aan: op ‘vrijwel alles’ is iets aan te merken. In mijn aantekenschriftje staan over a hundred notities – een van de vertalers vindt dat aantal niet genoeg: hij maakt er ‘honderden’ van. Het lijkt me duidelijk dat een kijker van Bargain Hunt zo nauwelijks inzicht krijgt in de wereld van het verzamelen en verhandelen van antiek en curiosa. Bij de ondertitelaars ontbreekt de fundamentele kennis op dit gebied. Maar ook de algemene kennis van het Engels lijkt onder de maat: prison officers zijn geen ‘gevangenisdirecteuren’, generically betekent niet ‘vooral’ maar generiek, further back I don’t know is niet ‘nog eerder zelfs’, profitable is niet ‘waardevol’ maar winstgevend. En dan is er nog de enorme slordigheid: 1646 is niet ‘1664’, 150 £ is niet ‘150 duizend pond’, half a yard is niet ‘450 meter’, 2nd quarter of the 18th century is niet ‘2e helft achttiende eeuw’, de 20th century is niet de ‘21ste eeuw’ en, om in Bargain Hunt-sferen te eindigen, wie een total profit heeft van £ 5, heeft geen ‘totaal verlies’ van vijf pond geleden. Het Nederlands is bovendien af en toe nogal curieus: waist is bij ons onzijdig en dus niet ‘de middel’.
Bargain Hunt is amusement, en daarom moeten er – vindt de BBC – veel grappen worden gemaakt, en dat gebeurt onder andere met veel en schrikbarend slechte woordspelingen. Dat daar in de vertaling weinig van overblijft valt te verwachten. Het is niet gemakkelijk om woordspelingen te vertalen en nog minder als ze geforceerd zijn. Bovendien zien de vertalers van Bargain Hunt geen beelden, dus het kan voorkomen dat een van hen uit de voice-over opmaakt dat iets te duur is, terwijl de kijkers een opgezette hertenkop zien en begrijpen dat de voice-over That is too deer zegt. Soms lukt het min of meer: als de deelnemers bijvoorbeeld niet egg-cited raken over een stoel in de vorm van een ei en de vertaler daar ‘ei-thousiast’ van maakt, of een beeldje van een koe is ‘ui-terst belachelijk’, als oplossing voor utherly ridiculous. Een volstrekt verkeerde (want negatieve) indruk over de aankoop van een goedkoop gekochte broche in de vorm van een vis die veel geld moet (en zal) opbrengen krijgt de kijker wanneer hij in de ondertiteling leest ‘de vis wordt duur betaald’, terwijl de voice-over meldt dat de kopers er hook, line and sinker, als een blok dus, voor vielen. Een redelijk advies lijkt het, de woordspelingen alleen over te nemen wanneer ze ook in de vertaling overeind blijven. Als er maar een paar per uitzending overblijven is het al erg genoeg.
Laatst maar niet minst
Laat ik eindigen met het geven van twee welgemeende adviezen, in de geest van de antiekdeskundigen die de deelnemers aan Bargain Hunt begeleiden. Zij doen hun best de aan hen toevertrouwde teams, die vaak van toeten noch blazen weten en even vaak heel eigenwijs zijn, met zachte drang en soms zichtbare wanhoop een beetje de goede kant op te duwen. Mijn eerste advies is gericht aan de belangstellende kijker die iets wil opsteken: kijk niet naar Bargain Hunt op BBC Entertainment, maar op de gewone BBC, kijk regelmatig, kijk ook naar de herhalingen en schakel – ook als je Engels en je gehoor in orde zijn – de ondertiteling in (teletekst 888). Mijn tweede advies is gericht aan de ondertitelaars, en eigenlijk is het een raad die voor het leven in zijn algemeenheid geldt: ken je grenzen. Heb je ergens geen verstand van, doe het dan niet. Wil je je grenzen verleggen, volg dan eerst een tijdje advies nummer een op.
Noot
Mijn voorbeelden komen uit een stuk of twintig afleveringen van Bargain Hunt, aangevuld met een enkel uit de Antiques Road Show, allemaal gezien in januari 2017.
Jan Gielkens is germanist, historicus en vertaler. Tot 2000 werkzaam op het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam, daarna, tot 2015, op het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis in Den Haag. Laureaat van de Filter Vertaalprijs 2016.