In mijn bijdrage ‘Het leven is een aftelrijmpje’ in de Filterse Vrijdag Vertaaldag verwijs ik naar Maurice Carême. Laatstgenoemde was niet alleen een begenadigd dichter, maar ook een heel bijzondere vertaler van poëzie. Zo vertaalde hij ‘Moederken’ van Guido Gezelle.1 In de zomer van 2003 waagde ook ik me aan een vertaling in het Frans van dat zelfde ‘Moederken’. Hieronder leest u het gedicht van Gezelle, met ernaast de vertaling van Maurice Carême en mijn eigen poging tot vertaling.
Moederken ’t En is van u Geen teekening, o Moge ik, u Guido Gezelle |
mère. Il n’est resté Puissé-je, intacte, (Maurice Carême) |
Maman Ô rien de vous Aucun dessin Ô que je puisse, (Isabelle Bambust) |
Het vertaalwerk van Carême is van een uitzonderlijk kaliber. Niets is storend aan zijn vertaling. Het is een nieuw gedicht, een zee die natuurlijk golft. Alsof de vertaling bij de lezing van Gezelles gedicht zomaar voor de voeten van Carême kwam aangerold. Het is niet onwaarschijnlijk dat Carême Gezelles ‘Moederken’ vertaalt naar dat nieuwe gedicht waarin niet meer alleen Gezelles moeder maar ook Carêmes moeder een rol speelt. In Ons Erfdeel schrijft Deleu: ‘Zijn vertalingen zijn Franse gedichten geworden en ik geloof dat men van een goed vertaler niet méér kan of mag verwachten. Ook poneert hij nog dat hij dié gedichten heeft vertaald die hem hebben aangesproken – en dat is zijn goed recht.’2
Maurice Carême (foto: Jeannine Burny – Fondation Maurice Carême)
Een aanwijzing voor de veronderstelling dat Carême het gedicht van Gezelle persoonlijk heeft opgevat en in deze zin heeft vertaald is het gebruik van de jij-vorm. Carême laat de u-vorm achterwege en schrijft ‘tu’ en ‘toi’. Ik heb in mijn vertaling bewust voor de u-vorm gekozen en heb getracht het gevoel van Gezelle ten aanzien van zijn moeder weer te geven. Ook liet ik mij volledig gaan in een zekere ouderwetsheid van stijl. Ik glimlach bij mijn drievoudig gebruik van de ‘ô-vocatif’ daar waar Gezelle (in de derde strofe) en Carême (in de eerste strofe) de ‘o-vocatief’ maar een enkele keer gebruiken.
De vertaling van ‘lichtdrukmaal’ naar ‘portrait peint’ en de toevoeging van ‘marbre’ vind ik opvallend in de vertaling van Carême. Hij voegt ook veel rijm toe, door ‘resté’, ‘image’, ‘page’ in de eerste strofe, en door ‘dessin’, ‘peint’, ‘image’ en ‘sage’ in de tweede strofe. In de derde strofe worden de woorden ‘u onweerdig’ niet vertaald.
Carême vertaalt ‘Moederken’ met ‘mère’. Naar mijn gevoel kan het affectieve verkleinwoord ‘Moederken’ zich eerder terugvinden in ‘Maman’. In de Trésor de la Langue Française lees ik immers dat ‘maman’ vaak als ‘appellatif affectueux’ wordt gebruikt.
Het gebruik van het woord ‘maman’ treft mij ook met betrekking tot die postume dimensie waarin het gedicht geschreven is. Met ‘maman’ spreekt men tot de moeder als een kind, met die natuurlijke bilabiale nasaal aan het begin en in het midden van het woord. Is het vaak niet dàt wat men wordt – een kind – in een periode van rouw? Ik probeerde dit te verwoorden in mijn gedicht ‘deuil’.3
deuil
met slaap in de klas
kleuter met hoofd op de bank
rauwe kant van rouw
de wenkbrauw kijkt op
en winkt de gestorvene
vanuit de leegte
Gezelles ‘Moederken’ doet mij terugdenken aan mijn grootvader. Na zijn overlijden maakte ik een naamdicht op zijn voornaam ‘Florent’. Dat gedicht prijkt op zijn doodsprentje of beeldeken of zantje4.
Fier op dat schoonste hoveken
Laat gij geen sprietje onkrui staan
Opdat al ’t fruit en ’t loveken
Rechtop met glans ten groei zou gaan
En wachten op de maan haar stand
Na uw oog op den almanak
Tot gij het leven neemt ter hand
École de Grignon, Yvelines (photographie de presse; Agence Rol)
[Centre de rééducation des blessés et mutilés de guerre, travail dans le potager]
Ik vond het geen onaardige uitdaging om dit naamdicht in het Frans te vertalen.
Fier de ce plus beau potager
Longtemps vous vous en occupiez
Où chaque légume, où chaque baie
Rayonna tout droit de son plein gré
Eprouvant la lune et ses phases
Naguère vos yeux sur l’almanach
Tant vous prîtes la vie sans emphase
Het gebruik van de gij-vorm vindt hier voor mij betekenis in een mengeling van bewondering en affectie. In het moedertalige dialect dat ik in de gesprekken met mijn grootvader gebruikte, is er immers geen onderscheid tussen de u-vorm en de jij-vorm. Het Oost-Vlaamse Kalkense dialect werkt alleen met ‘gij’. In de vertaling wou ik het acrostichon uiteraard behouden. Ook wou ik geen afstand doen van het rijm. Er wordt zelfs toevallig rijm toegevoegd. Daar waar de oorspronkelijke tekst een a-b-a-b-c-d-c-vorm heeft, vertoont de vertaling een a-a-a-a-b-c-b-vorm. De inhoud is lichtjes gewijzigd. De boodschap blijft…
Noten
1 J. Deleu, ‘traduire avec son cœur – bij de vertalingen van Maurice Carême’, Ons Erfdeel, 1967-68, p. 91.
2 J. Deleu, ‘traduire avec son cœur – bij de vertalingen van Maurice Carême’, Ons Erfdeel, 1967-68, p. 90.
3 I. Bambust, Groot en ouder, Brave New Books, 2014, p. 10.
4 Zie http://www.vlaamswoordenboek.be/definities/term/zantje
Isabelle Bambust (Isabelle.Bambust@UGent.be) verricht sinds 2012 onderzoek aan de Universiteit Gent rond de taalbescherming inzake de grensoverschrijdende mededeling van gerechtelijke documenten.