Op een snikhete namiddag in juni vond ik in een steegje in Düsseldorf een kort na de oorlog gebouwde bioscoop waar de nieuwste film van de Duitse regisseuse Maria Schrader draaide. Hij gaat over de laatste zes jaren uit het leven van Stefan Zweig (Wenen 1891–Petrópolis 1942). De Oostenrijkse schrijver lijkt de laatste jaren aan een onstuitbare opmars bezig. In Frankrijk is hij een veelgelezen auteur dankzij zijn biografie over Marie Antoinette en De wereld van gisteren: herinneringen van een Europeaan (de Nederlandse vertaling is van Willem van Toorn). In Nederland bestaat sinds 2008 een heus Stefan Zweig Genootschap Nederland.
Wat Zweig kenmerkte is zijn hartstocht voor kunst en literatuur (‘die verbindende Mission der Kunst’), zijn onvoorwaardelijke geloof in een pan-Europees humanisme, zijn kosmopolitische levenswandel, zijn vriendschap met beroemde tijdgenoten, kunstenaars en schrijvers van over de hele wereld, zijn pacifisme. Zweig was onder meer bevriend met de Franse pacifist en schrijver Romain Rolland en met de Franstalige Vlaamse dichter Emile Verhaeren, over wie hij ook een biografie schreef. In De wereld van gisteren vertelt hij hoeveel deze auteur, een voorbeeld voor een hele dichtersgeneratie, voor hem betekende en hoe hij dankzij het vertalen van Verhaerens werk zijn eigen stem vond. Zweig vertaalde daarnaast gedichten van Baudelaire, Verlaine, Keats, William Morris, een toneelstuk van de Franstalige Vlaming Charles van Lerberghe en een roman van de eveneens Franstalige Vlaming Camille Lemonnier. Het waren vingeroefeningen voor zijn schrijverschap en al vertalend had hij voor het eerst in zijn (jonge) bestaan het gevoel met iets zinvols bezig te zijn. Al voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was hij tegen oorlog en nationalisme, voelde hij zich Europäer, zong hij de lof van innerlijke vrijheid en was hij voorstander van een geestelijk verenigd Europa.
Zweig werd geboren in Wenen, vestigde zich in 1913 in Salzburg en week in 1933 als gevolg van het nationaalsocialisme en Hitlers machtsovername uit naar Londen: als joodse schrijver mocht hij niet meer publiceren bij zijn uitgever in Leipzig. In 1936 belandden zijn boeken op de brandstapel. In 1939 verkreeg hij de Britse nationaliteit. Daarna migreerde hij via New York, Argentinië en Paraguay in 1940 naar Brazilië, waar hij in 1942 samen met zijn tweede vrouw Charlotte Altman zelfmoord pleegde. Zweig was met Thomas Mann de meest vertaalde Duitstalige exil-auteur van zijn tijd. Zou hij ook ‘born translated’ zijn, zoals Jane Fenoulhet onlangs Cees Nooteboom typeerde, tijdens de Platformdagen vertaalwetenschap in Münster? Zou de vertaling in zijn werk als het ware al aanwezig zijn, door een open houding naar de buitenwereld, het kosmopolitisme, de veeltaligheid en de gastvrijheid voor het vreemde en het andere? En zorgden juist deze elementen wellicht voor het enorme succes van zijn schrijverschap en voor het feit dat hij nog steeds gelezen wordt? Blijkbaar kun je Zweigs werk en alle vertalingen ervan voortdurend in een nieuw licht interpreteren omdat hij schreef over een vrij en humanistisch Europa en omdat hij belang hechtte aan een imaginair, geestelijk thuis en niet zozeer aan de tastbare geboortegrond.
De film Vor der Morgenröte met Josef Hader als Stefan Zweig, Barbara Sukowa als voormalige echtgenote en Aenne Schwarz als Zweigs tweede vrouw, vertelt onder andere over Zweigs deelname aan het P.E.N.-congres in 1936 in Buenos Aires. Als gevolg van het fascisme in Duitsland en Italië en vanwege de Spaanse burgeroorlog, werd Argentinië als gastland gekozen. Voor het eerst togen schrijvers van over de hele wereld naar een P.E.N-congres in Latijns-Amerika. Op het moment dat auteurs en journalisten in Europa de mond werd gesnoerd door dictaturen en hun boeken op de brandstapel terechtkwamen, namen vakgenoten als Duhamel, Romain, maar ook Marinetti (die Mussolini onvoorwaardelijk steunde) in Buenos Aires het woord over de rol van de literatuur in de samenleving. De openingslezing van de Argentijnse historicus en voorzitter van het congres Carlos Ibarguren over de toestand in de wereld in 1936 klinkt akelig actueel.1
Regisseuse Maria Schrader is in de film geïnteresseerd in de exil-ervaring van Zweig, zijn afgesneden zijn en eenzaamheid. Vertwijfeling ondanks het grote succes, ondanks de aanwezigheid van zijn echtgenote, ondanks de overweldigende schoonheid van het Braziliaanse landschap, het land waarvoor hij in 1941 een liefdesverklaring schreef (Brasilien, ein Land der Zukunft). Daarnaast heeft Schrader meertaligheid in de verf gezet, een van de belangrijkste kenmerken van de schrijver en de wereld waarin hij leefde. Talen zijn bijna personages in deze Duits gesproken film, waarin nauwelijks muziek te horen is, maar waarin Spaans, Frans, Portugees, en Engels, naast het Duits van Oostenrijk en Duitsland als muziek mee resoneren. De andere talen dan het Duits worden ondertiteld. Sommige personages spreken met een zwaar accent in het Frans of Spaans en ook dat werkt heel mooi; het deed me denken aan wat de Japans-Duitse schrijfster Yoko Tawada onlangs zei: een accent is als het gezicht van de taal. In de Argentijnse episode van de film horen we hoe het in de gangen van het P.E.N-congrespaleis gonst van de talen, niet alleen door de aanwezige wereldschrijvers, maar ook door het veeltalige kosmopolitische publiek van Buenos Aires dat massaal kwam opdagen om de schrijvers te horen spreken. De zalen zaten afgeladen vol, sommige belangstellenden konden zelfs niet meer naar binnen. In een aparte kamer wachten journalisten van de belangrijkste kranten wereldwijd op Zweig om hem met vragen te bestoken over de politieke gebeurtenissen in Duitsland. Alle journalisten zijn geflankeerd door fluistertolken en stellen hun vragen in het Duits, Engels, Frans of Spaans. De tolken vertalen in het Duits. Tijdens de lang uitgesponnen scène besef je als kijker hoe polyglot Zweig was, hoe makkelijk hij met mensen van verschillende nationaliteiten van gedachten wisselde. Je beseft ook dat je getuige bent van een tijd waarin het Engels als wereldtaal zijn intrede nog niet heeft gedaan. Ik vind deze aanpak bewonderenswaardig, omdat meertaligheid makkelijk kan worden uitgevlakt: de meeste (Engelstalige) films zijn monolinguaal en je moet als kijker maar gewoon bedenken dat een personage in een internationale setting eigenlijk een andere taal spreekt maar zich voor het gemak gewoon in het Engels uitdrukt. Al die talen verlenen de film een overweldigend werkelijkheidsgehalte.
Opening van het P.E.N.-congres in 1936
Bij de roulatie in Nederland en Vlaanderen zal de film in zijn geheel worden ondertiteld; het Nederlands zal zich bij de al aanwezige meertaligheid voegen. In de uiterst behoedzame en ingenieus verfilmde slotscène komt vertaling trouwens letterlijk aan de orde. Zweig liet een in het Duits geschreven afscheidsbrief na die in het Portugees moet worden vertaald voor de Braziliaanse autoriteiten en de (niet-Duitstalige) vrienden en buren die inderhaast zijn toegesneld nadat het nieuws van de zelfmoord bekend werd. Terwijl we het dode echtpaar op bed in een spiegelkast gereflecteerd zien, horen we een discussie over mogelijke vertalingen van deze brief waarvan de laatste zin luidt: ‘Ich grüsse alle meine Freunde! Mögen sie die Morgenröte noch sehen nach der langen Nacht! Ich, allzu Ungeduldiger, gehe ihnen voraus.’2
Noten
1 De tekst van de brief is hier te vinden.
2 Het hele verslag van het PEN-congres in 1936 is in het Frans te lezen via BNF Gallica.