De rabarbertaart is mislukt. Ik kom er maar voor uit. Niet alleen successen, ook mislukkingen mogen gedeeld worden, vind ik. Ik had al niet zo’n zin in het blindbakken van zo’n bodem en betwijfelde of de rabarber wel goed gaar zou worden, maar mijn man wilde graag eens iets anders dan rabarbercompote en ik had net een kookboek te leen waar dit recept in stond.
(Voor de goede orde: ik hou niet van Blond, die bordjes zijn een krijgertje)
De reactie na het proeven: ‘Ik zou de rabarber er maar uit halen en er mousse van maken.’ Niets zo pijnlijk als een disgenoot die je met liefde bereide eten niet kan waarderen. Maar hij had wel gelijk, die hele taart was een flop. Het bakpapier met blindbakvulling plakte aan de bodem, de vlavulling bleef een dunne pap en de rabarber werd inderdaad niet helemaal gaar. Lichtelijk in mineur at ik de knapperige randjes van de taart op, spoelde de rabarber af en kookte die tot mousse.
Ik ben niet de enige die met regelmaat een tulband of een apple crumble op tafel zet. Dat bakken booming is, heeft wellicht te maken met de populariteit van tv-programma’s zoals Heel Holland Bakt, Rudolph’s Bakery en The Great British Bake Off. Iedere keer als ik al die bakkers op tv soezen heb zien vullen, koekhuisjes in elkaar heb zien zetten en heb zien kliederen met karamel, wordt de zin om zelf aan de slag te gaan weer aangewakkerd. Ik heb inmiddels dan ook een rij bakboeken op de plank staan waar voor iedere gelegenheid wel inspiratie uit te halen valt. Veel van die boeken zijn Engelstalig of vertaald uit het Engels of Frans. Een van mijn favorieten is Op de thee bij Bea. Recepten van Bea’s of Bloomsbury (Atrium 2011). De recepten uit dit boek lukken altijd. En er staat leuke uitleg bij. Bijvoorbeeld over welke taart je mensen moet voorzetten die niet van chocola én niet van fruit houden. Met Bea’s recept voor amandelcake heb ik al vele harten gewonnen.
Mijn vertrouwen in Engelse bakboeken is groot, maar voor Nederlandse bakkers zijn ze niet altijd handig. De Engelse maten zijn namelijk anders en sommige ingrediënten die in Engeland veel worden gebruikt, zijn ons vreemd. In de vertaalde versies blijft dat probleem vaak bestaan. Meestal worden de ‘cups’ en ‘tablespoons’ namelijk niet omgezet naar gram, en er staan vaak ingrediënten in zoals clotted cream of maple syrup waarvoor je naar een ‘British shop’ of op z’n minst naar een XL supermarkt zal moeten. Gelukkig kun je in een goede kookwinkel wel cups krijgen en raken producten uit de Britse baktraditie zoals baksoda en lemon curd door de Hollandse bakgekte steeds meer ingeburgerd.
Het geleende boek met het recept van de rabarbertaart is Het grote Larousse patisserieboek (Lannoo 2012). Het is vertaald door vertaalbureau Textcase, dat in een razend tempo allerlei non-fictie, romans (waaronder Fifty Shades of Grey, waarover ik eerder schreef), apps en websites vertaalt.
Ik vermoed dat achter dit boek ook een razendsnelle vertaalarbeid schuilgaat. Ik wil de schuld van mijn mislukte taart niet op de vertalers van dit kookboek afschuiven, maar een kritiekpuntje heb ik wel. In dit boek ontbreekt namelijk uitleg. Niet over het maken van de verschillende deegsoorten of het toepassen van de verschillende kooktechnieken, maar over de Franse termen en benamingen die in de vertaling zijn blijven staan. Zo bevat het boek recepten voor ‘Savarin’, ‘Fiadone’ en ‘Montpensier’. Dat klinkt bijzonder culinair, maar om verleid te worden deze recepten te gaan maken, moet je toch eerst weten wat die woorden betekenen. En we komen nog meer Frans tegen. In het recept van amandelpudding staat bijvoorbeeld: ‘Serveer de blanc-manger met een frambozencoulis’. Hoe zo ‘blanc-manger’? Is dat de amandelpudding? Waarom is dat woord hier dan ineens onvertaald gelaten? Op andere plaatsen zijn de ingrediënten dan weer erg letterlijk vertaald. Zo bevat het recept voor cheesecake met vanille ‘450 g verse kaas’ en ‘100 g zure slagroom’. Een onervaren bakker zal niet weten welke kaas hier wordt bedoeld en zal bij het lezen van ‘zure slagroom’ misschien weinig zin meer hebben dit recept te maken. Bovendien zal hij zich afvragen waar je in Nederland ‘Bretonse koekjes’ voor de bodem kunt krijgen. Meer uitleg (wat zijn Bretonse koekjes en waar koop je ze?) en een vertaling van de ingrediënten naar bestaande Nederlandse producten (kwark of roomkaas en zure room) is hier broodnodig. Toch draagt dit recept het stempel ‘succes gegarandeerd’. Vertrouwenwekkend…. of een loze kreet? De rabarbertaart draagt dit stempel uiteraard niet. Ik had gewaarschuwd moeten zijn.
Er staan meer van dat soort ‘stempels’ in het boek. Ik kom recepten tegen met het stempel ‘kind plus’. Ik heb geen idee wat dat betekent. Het zijn geen recepten met rauw ei of alcohol waardoor ze voor kinderen niet geschikt zouden zijn en ze zijn ook niet zo ingewikkeld dat een kind ze niet zou kunnen maken. Een legenda van de verschillende stempels ontbreekt. Ik blader vertwijfeld door. Gelukkig zijn de hoeveelheden in dit boek wel gewoon in grammen en in centiliters. Niets zo vervelend als een vage omschrijving van een hoeveelheid. En toch kom ik die ook tegen: voor het recept van Yoghurttaart is ‘1 bakje yoghurt’ nodig. Voor Bretonse pruimentaart neme men ‘1 kom lauwe lichte thee’. Succes gegarandeerd! Zou het?
Afgelopen moederdag heb ik weer een nieuw exemplaar aan mijn collectie bakboeken mogen toevoegen: het prachtig vormgegeven Goed zoet! van Nanne Hogeland.
In het boek staan recepten voor zoetigheden zonder suiker. Daar kan ik ook bij kleine kinderen, suikerloze vriendinnen en diëtende collega’s mee aankomen. Het eerste recept dat ik probeerde was er een voor werkelijk oogstrelende cheesecakejes. Ze worden gemaakt van gemalen rauwe cashewnoten (voor de romigheid), rijststroop (voor de zoete smaak), bosbessen (voor de paarse kleur) en amandelmeel (voor de bodem).
Het resultaat? Onooglijke, kleverige, ietwat bitter smakende taartjes met een onbestemde kleur en een veel te zoute bodem. Uit beleefdheid hebben man en zoon er een paar hapjes van geproefd, maar mijn gasten die taartjes voorzetten vonden toch ook zij geen goed idee. Ik heb van dit bakavontuur in ieder geval geleerd dat je met onvertaalde kookboeken ook gruwelijk de mist in kan gaan en dat het dan juist níet zo handig is om op de gezonde toer te zijn. Op die momenten kun je namelijk maar het beste de goede raad van Bea ter harte nemen: ‘Vergeet niet dat u omgeven bent door suiker, boter en waarschijnlijk chocolade en vruchten. Eet wat suiker als de dingen niet lopen zoals u had verwacht.’
Met dank aan Sanne van der Meij voor het lenen van het patisserieboek.
Anne van Buul (1983) is gepromoveerd literatuurwetenschapper, onderwijskundig ontwikkelaar, redactielid van Filter en amateurbakker.