Vrijdag 20 november was het zover, de nieuwe vertaalopgave van Nederland Vertaalt verscheen in NRC Handelsblad.
Vier weken daarvoor kondigde het Prins Bernhard Cultuurfonds de wedstrijd al aan, met een mail waarin mij als de deelnemer aan een eerdere editie en passant ook werd gevraagd mee te doen met een enquête (het duurt ongeveer 6 minuten, kent u dat?).
De vertaalmanifestatie is opgezet door het Prins Bernhard Cultuurfonds om het belang van goed vertalen te belichten. Om gedurende het jaar meer aandacht te vragen voor vertalen wil het Cultuurfonds ook online activiteiten ontwikkelen voor vertalers. Hiervoor moet eerst onderzocht worden of daar behoefte aan is en wat de mogelijkheden zijn. Daarom willen wij graag uw mening en ervaring over vertalen in Nederland horen, zodat uw wensen meegenomen kunnen worden en u nog jarenlang profijt kunt hebben van Nederland Vertaalt.
Op 20 november nog een mail over de wedstrijd, met nog vier vragen. De eerste luidde: ‘Zou u Nederland Vertaalt aanbevelen bij anderen?’
Nou, nee…
Want?
Ik wilde meedoen dit jaar, echt waar. De opgave Frans-Nederlands was een gedicht van Jacques Prévert. O, fijn! Ik kopieerde de tekst en ging voor een eerste speurtochtje het internet op.
Er stond keurig een bronvermelding onder: het gedicht ‘Le miroir brisé’ was overgenomen uit het verzameld werk van Prévert, bezorgd door Danièle Gasiglia et Arnaud Laster en uitgegeven bij Gallimard. Tussen haakjes werd nog vermeld dat het door Yves Montand op muziek gezet was.
Laat maar eens horen dan. Youtube gaf twee hits: ene Gilles-Claude Thériault (een in Franstalig Canada geboren acteur, die ook een eredoctoraat aan de Sorbonne schijnt te hebben (gehad), shame on me voor dat ‘ene’) stond met een voorgedragen versie nog boven een door Yves Montand gezongen versie. Ik luisterde naar Thériaults inderdaad indrukwekkende stem – en hoorde een vers voorbijkomen dat niet in de opgave stond.
Hûh?!? Terugklikken, nog ’s luisteren. Ja echt. En Monsieur Montand dan? Daar ook (vanaf 12:15”)!
In welke bundel verscheen het gedicht oorspronkelijk? Ah, Paroles. Die bundel heb ik zelf. Op pagina 174 van de Folio-pocket staat de regel duidelijk te lezen.
Dit kan niet waar zijn.
Reddingsboei: ‘Mocht u vragen hebben over uw deelname, de teksten of jury dan kunt u contact opnemen met het jurysecretariaat.’ Na het weekend meteen gebeld:
‘Ja, daar hebben al verschillende mensen over gebeld. Maar u kunt de tekst zoals die in de krant stond als opgave gebruiken.’
‘?’
‘Door het internet circuleren er verschillende versies. Maar u kunt dit als de opgave beschouwen.’
‘Maar…’
‘We hebben het in het verleden ook wel eens gehad, dat er één woord anders was en dat daarmee de betekenis veranderde… Of als de schrijver het net anders zong… Dit is de opgave. Veel succes met uw vertaling.’
Perplex hang ik op. Alsof er in de tijd van Montand al internet was. En als er al verschillende mensen over gebeld hebben, waarom staat er dan geen opmerking op de website? Wat is die regel ook weer in de filologie, over weggelaten regels, en de waarschijnlijkheid van de juiste versie? Dat moet ik opzoeken. Maar laat ik prioriteiten stellen. Want als in de Oeuvres Complètes, uitgegeven in dé verzameld werkreeks, La Pleiade, dat vers ook niet staat, dan zal ik me bij de instructie van het jurysecretariaat neerleggen.
Voor ik naar de Koninklijke Bibliotheek spoor, google ik de bezorgers, het echtpaar Laster & Gasiglia-Laster. In een interview vertellen ze dat ze van veel gedichten meerdere versies hebben gevonden. ‘Prévert schaafde lang aan zijn teksten.’ Ze ontkrachten het vaak geschetste beeld van de dichter die zijn gedichten aan bistrotafeltjes neerkrabbelde. Zijn eenvoudige taal is in werkelijkheid ‘du grand art’. Zo ontdekten ze dat sommige gedichten aanvankelijk veel langer waren. Oei, dat zou dus voor ‘Le miroir brisé’ ook kunnen gelden, al noemen ze dat niet als voorbeeld. Ik móet naar de bieb.
Lang verhaal kort. In de OC staat die regel ook:
… ‘dans le désert de cette tête’, het is wel degelijk de achtste regel van een zestienregelig gedicht.
Nou, dat is dan dat…
Voor de zekerheid blader ik nog naar de noot (‘Prévert speelt hier met het bijgeloof dat wie een spiegel breekt, zeven jaar ongelukkig zal zijn.’) en lees ik de notice bij het gedicht. Maar geen woord over regel acht. Integendeel, regel 8 figureert in een mooi gepresenteerd geval van intertekstualiteit: een stukgetrokken veter brengt het jochie in de dichter terug naar een feest in het Neuilly van zijn jeugd, naar de kermis, compleet met attracties (baraques) en naar de leegte van de grande avenue wanneer de exploitanten weer verder getrokken zijn. Een gebaar dat een herinnering oproept, waar kennen wij dat van? Du grand art, net wat u zegt. En dan zwijg ik verder maar over ‘le petit bonhomme’, aanspreekvorm die ook in Le Petit Prince voorkomt, nog een intertekstualiteit waarop L&G-L wijzen.
Nee. Ik ga niet meedoen. Prévert was een perfectionist, concludeerden zijn bezorgers in het genoemde interview. Ik zou niet durven me met hem te vergelijken, maar mijn eigen perfectionisme verbiedt me mee te doen. En dat is jammer, want ik had graag een mooie oplossing gevonden voor de éclats de glace & de rire in het laatste vers.
Als het Prins Bernhard Cultuurfonds werkelijk het belang van goed vertalen wil belichten, dan zou het op de website van Nederland vertaalt ten mínste iets moeten zeggen over deze ontbrekende regel – want goed vertalen gaat ook over de juiste brontekst als uitgangspunt kiezen.
P.S. Het gedicht is niet ‘door Yves Montand op muziek gezet’, maar door de via Berlijn uit Hongarije naar Frankrijk uitgeweken Joodse componist Joseph Kosma, vriend van Prévert (google hem, triest maar mooi verhaal!). Hij schreef de muziek al snel na het verschijnen van het gedicht in 1945, de partituur verscheen in 1947. Yves Montand nam het chanson op in 1962, in een arrangement van Bob Castella – waarin je de draaimolen hóórt!
P.P.S. Op de morgen dat deze column online ging, bleek dat de ontbrekende versregel inmiddels in de opgave op de website van Nederland Vertaalt is toegevoegd. Voor zover ik kan nagaan zonder expliciete melding.
LE MIROIR BRISÉ
Le petit homme qui chantait sans cesse
le petit homme qui dansait dans ma tête
le petit homme de la jeunesse
a cassé son lacet de soulier
et toutes les baraques de la fête
tout d'un coup se sont écroulées
et dans le silence de cette fête
dans le désert de cette tête
j'ai entendu ta voix heureuse,
ta voix déchirée et fragile
enfantine et désolée
venant de loin et qui m'appelait
et j'ai mis ma main sur mou cœur
où remuaient
ensanglantés
les sept éclats de glace de ton rire étoilé.
Jacques Prévert
Nelleke de Jong – van den Berg promoveerde in 2000 op een vertaalwetenschappelijk proefschrift en vertaalde daarna mee aan De Nieuwe Bijbelvertaling. Na twee banen in het projectmanagement wilde zij weer terug naar de taal. Sinds 2008 werkt zij als freelance tekstschrijver, vertaler en redacteur (tekstbureau berg in de polder).