Sara Baume, de Ierse auteur die ik tijdens het afgelopen Crossing Borderweekend mocht vertalen, gebruikt muziek als terugkerend thema in haar blogs (zie ook thechronicles.eu). Het ging haar niet zozeer om de vele bandjes, poëtische formaties of singer-songwriters op het festival als wel om het geluid van de stad Den Haag, de vogels, de wind. Ik zit nu weer thuis, af te kicken van hotelontbijt en constant contact, en hoor alleen het zachte zoemen van mijn laptop en af en toe flarden muziek in mijn hoofd.
Sara Baume
Ik hoor dan met name klassieke muziek − de deuntjes van het festival zijn alweer vervaagd − en moet denken aan James Rhodes, die het enige klassieke muzikale optreden verzorgde dat ik dit weekend heb kunnen ontdekken. Hij was uitgenodigd om zijn memoires te bespreken die volgens hem niet primair gingen over zijn zware verleden, maar over de genezende, nee, reddende kracht van muziek.
Rhodes citeerde er E.M. Forster: ‘music is the deepest of the arts and deep beneath the arts.’ De vele verwijzingen naar muziek, de muzikale omlijstingen van voordrachten en de poëtische teksten van de muzikanten op het festival bewijzen voor mij dat muziek diep in de literatuur geworteld zit. Ik realiseer me hoezeer deze verstrengeling mijn leven bepaalt, als zangeres en vertaalster. Altijd is er de spannende interactie tussen tekst en muziek, of die laatste nu puur in ritmisch of klankmatig taalgebruik zit of daadwerkelijk in notenschrift tot uiting komt. Het festival, dat muziek naast literatuur presenteert, en alles daartussen, voelde daardoor als mijn leven in een weekend.
En wat voor weekend. In ons gelukzalige vacuüm verkeren wij vrijdag tot laat in de avond in onwetendheid van de verschrikkingen in Parijs. Pas als de zalen leeglopen en men nietsvermoedend de smartphone weer tevoorschijn haalt, om een foto te delen, de treintijden te checken of de route op te zoeken naar de notoire afterparty, druppelt de informatie binnen. Zaterdagavond staat ondubbelzinnig in het teken van de aanvallen, en dan vooral van de tweestrijd tussen angst en protest die ze teweeg hebben gebracht. Dat laatste heeft de overhand: de auteurs analyseren, rationaliseren en tonen vooral een rebels soort joie de vivre. Het publiek knikt instemmend.
Op vrijdagmiddag, tijdens een borrel waar driekwart van de Nederlandse uitgeverswereld zich bevindt, zegt iemand gekscherend: ‘Als er nu iemand een bom op dit café zou gooien zou het in één klap uit zijn met de Nederlandse literatuur.’ Met het oog op het vervolg van de avond een wrange opmerking, maar de Nederlandse literaire wereld is strijdlustig genoeg om wat er ook gebeurt ‘moedig voorwaarts’ te blijven gaan, om in de woorden van Ilja Leonard Pfeijffer te spreken.
Voor mij en mijn collega-vertalers en ‘onze’ auteurs was het niet alleen een weekend van overpeinzingen over de actualiteit, decadent overnachten en vele ontmoetingen met spannende literaire figuren; er was ook werk aan de winkel. Driemaal schreven de auteurs een blog die wij min of meer ter plekke vertaalden. Ik had lange gesprekken met Sara over wat zij van een vertaler van haar werk verwacht. Voor haar is artistic license het sleutelbegrip: ‘Als je het gevoel hebt dat je iets in jouw taal mooier kunt zeggen, moet je dat altijd doen,’ zei ze herhaaldelijk. Zij lijkt zo’n (zeldzame?) auteur die het eigen werk niet als definitief of ultiem beschouwt. Voor mij een verdere aansporing tot een volgens velen toch al tamelijk losse, doeltaalgerichte vertaalopvatting.
Ik zocht natuurlijk wel naar Sara’s stem, die ik nu niet alleen uit de informatie op mijn scherm kon halen, maar ook kon baseren op wat ze daadwerkelijk, mondeling zei. In dit kader komt een uitspraak van de eveneens Ierse schrijver Kevin Barry bovendrijven: hij noemt schrijven een ‘constant confidence trick’, waarbij de auteur probeert de lezer ervan te overtuigen dat dit de stem van een tachtigjarige, een kind, of iemand van het andere geslacht is. Voor vertalers is dat natuurlijk niet anders, maar er wordt nog een extra laag toegevoegd waardoor niet alleen de stem van de personages en/of verteller moet kloppen, maar ook de (impliciet) aanwezige stem van de auteur. Toch merkte ik dat Sara in deze blogs schreef over ervaringen die zo aansloten bij mijn eigen beleving van het weekend en dat wij zo op dezelfde lijn zaten dat mijn eigen stem bijna automatisch weerklank vond in die van haar.
Tijdens de proloog, die Sara schreef in Iowa, worstelde ik hier en daar met het oproepen van de juiste beelden − waar ze mij nog mee hielp door foto’s te sturen van de cabin waarin zij verbleef, de patio table en de constructie van haar parasol −, maar de blogs van dit weekend beschrijven Schiphol, Den Haag bij nacht, de festivallocatie. Ik zie onmiddellijk voor me wat zij met rake woorden beschrijft, hoor wat zij hoort. Ik ben dan ook steeds veel sneller klaar dan verwacht en trotseer de wind en stortbuien om te beleven wat Den Haag aan kunst te bieden heeft.
Sara Baume en Lette Vos, geinterviewd door Tsead Bruinja
(14 november, Crossing Border 2015)
Terugkijkend op het festival, maar ook op het Mauritshuis, de Belgische film die ik in het Filmhuis ben gaan zien en op de teksten die ik vertaalde, denk ik weer aan iets wat Pfeijffer zei: ‘Het enige wat Europa nog te bieden heeft zijn haar kunstschatten.’ Hij merkte terecht op dat alle andere spullen, onze telefoons, kleren, ons eten, elders worden geproduceerd. Op het eerste gezicht een wat sombere kijk op ons huidige bestaan. Toch hoop ik van harte dat die kunstschatten, de historische én hedendaagse, genoeg zijn om ons als Europeanen een identiteit en bestaansrecht te geven, om ons te laten vasthouden aan ons joie de vivre en om te kunnen blijven luisteren naar alle muziek om ons heen.
Alle citaten zijn ontleend aan persoonlijke communicatie tijdens Crossing Border 2015.
Lette Vos studeerde cum laude af aan de onderzoeksmaster Literair Vertalen in Utrecht met een scriptie over opera in vertaling. Momenteel studeert zij klassieke zang aan het Utrechts Conservatorium. Daarnaast werkt ze als junior-docent vertalen en vertaalwetenschap aan de Universiteit Utrecht. Vorig jaar ontving ze een door het Nederlands Letterenfonds gesubsidieerde Talentbeurs Literair Vertalen. Eerder publiceerde zij in de rubriek Vrijdag Vertaaldag over opera en vertalen en voor The Chronicles Projects een vertaling van een fragment uit het nieuwe boek van de jonge Schotse auteur Jenni Fagan.