Anneke Brassinga, Els Moors, Maud Vanhauwaert, K. Michel, Mustafe Stitou en Paul Bogaert. Deze Nederlandse en Vlaamse dichters stonden afgelopen dinsdagavond op het podium van de Berlijnse Akademie der Künste. De dagen daarvoor vertaalde iedere dichter samen met een Duitse collega aan de hand van interlineaire vertalingen de gedichten van de ander, ondersteund door een literair vertaler. Dit evenement met de naam 'VERSschmuggel' (VERSsmokkel) was onderdeel van het zestiende Berlijnse poëziefestival, dat nog tot en met zaterdag duurt. Eén van de vertalers was de onlangs met de Brockway Prize onderscheiden Ard Posthuma.
Moedertaal
De dag na het optreden van de Nederlandse en Vlaamse dichters spreek ik met Ard Posthuma. We zitten in de lobby van het Maritim hotel aan de Friedrichstrasse, vlak voordat hij weer naar Nederland vertrekt. Ik vraag hem naar zijn ervaringen als 'taalbemiddelaar' in de workshop met de Nederlandse dichter K. Michel en de Duitse dichter Michael Speier. 'Deze dichters waren allebei nieuw voor mij. Ik dacht in het begin dat ik geheel overbodig zou zijn, maar K. Michel vertelde me net dat het anders op een catastrofe was uitgelopen.' Ard Posthuma (1940) vertaalt weliswaar poëzie van gerenommeerde dichters in het Duits, maar nu zat er een Duitse dichter direct tegenover hem. 'Ik ben geen native speaker, maar gewoon Nederlander. Als er dan een Duitse dichter tegenover me zit, dan denk ik iets voorzichtiger dan in een omgekeerde situatie. Sommige dichters hebben ook iets van "blijf van mijn taal af", maar dat heeft Michael helemaal niet. Dat viel Michel ook op, dat als ik dan iets zei, dat Michael het ook beter vond dan wat we hadden, enzovoorts. Ze waren allebei heel open en de samenwerking was prima, leuk!' VERSchmuggel organisatrice Aurélie Maurin stelt met uitgeverij Wunderhorn een speciale tweetalige bloemlezing met gedichten samen, die op de Frankfurter Buchmesse 2016 wordt gepresenteerd. Nederland en Vlaanderen zijn in dat jaar gezamenlijk gastland.
Hardop lezen
Terwijl Anneke Brassinga zich op weg naar het ontbijt begeeft, vraag ik Ard Posthuma hoe belangrijk het is naar een dichter te luisteren als hij of zij poëzie voorleest. Ik vraag dat, omdat ik zelf tijdens het festival als 'taalbemiddelaar' met Nora Gomringer (1980) werkte, een dichteres die hier een uitgesproken mening over heeft: 'Ik ben er een absolute voorstander van dat je een gedicht, iedere tekst, ook spreekt. Dus niet alleen voor je uit mompelen maar echt je stem verheffen en de tekst voor jezelf uitspreken. Dat zorgt voor veel meer helderheid en brengt je dichterbij de gedachten, misschien ook bij die van de maker van het gedicht.' Ard Posthuma vertelt dat hij hier altijd heel sceptisch over was. 'Ik ga zelden naar poëziefestivals. Ik ben ook filoloog, ik lees liever teksten dan dat ik ze hoor. Dan ben ik gewoon te langzaam, ik snap van de helft niet waar het over gaat. Dan kunnen ze op achtergrond wel een tekst projecteren, maar die moet je tegelijkertijd lezen.' Bij het optreden van de Nederlandse dichters in Berlijn vond hij het voorlezen echter wel veel toevoegen. 'Misschien, omdat ik de teksten beter ken dan op zo'n openingsavond, daar had ik dat gevoel helemaal niet. Wel bij Reiner Kunze met zijn prachtige dictie en hele simpele taalgebruik, dat is indrukwekkend en heel mooi. Maar als je iemand Hongaars hoort lezen, dan zijn dat gewoon klanken die worden uitgestoten. Je kijkt dan in het boekje, ziet de tekst en wat die twee met elkaar te maken hebben, dat kan ik op dat moment helemaal niet inschatten.'
Groepsfoto met alle dichters en vertalers die meededen aan de VERSschmuggel © Mike Schmidt
Kafka
Op het literaire weblog Tzum las ik dat Ard Posthuma het prozastuk Ein Brudermord van Kafka in versvorm heeft vertaald en zijn versie de titel Moordballade heeft meegegeven. Waarom? 'Om hem op een andere manier te benaderen dan met een traditionele vertaling. Daarbij probeer je zo veel mogelijk weer te geven in een andere taal. Dat gaat heel vaak goed. Maar als het origineel, in dit geval Kafka, zo'n enorme kwaliteit heeft, dan is de vertaling toch altijd minder. Mensen zijn zich vaak helemaal niet bewust dat ze een vertaling lezen. Ze denken, dit is het origineel. Kafka is dan eigenlijk nog veel beter dan wat ze lezen', aldus Ard Posthuma. Hij vertaalt dus proza met poëzie. Een vorm die je volgens hem ook kunt omkeren, bijvoorbeeld bij de verhalende poëzie. Hij noemt Dante's La Divina Commedia. 'Daarbij moet je je afvragen, is het niet veel beter dat in proza te vertalen? Het is een hele ingewikkelde rijmvorm met zinnen die in elkaar grijpen. Ik kan die Dante vertalingen zelf nooit lezen, al zijn ze nog zo goed, na twee bladzijden ben ik uitgeput. Ik zit aldoor te wachten op dat derde rijmwoord en ik interesseer me al helemaal niet meer voor de tekst. Dat is niet de bedoeling.'
García Lorca
Volgens Posthuma kun je soms beter iets in een ander genre omzetten dan te proberen het met dezelfde middelen te vertalen. 'García Lorca moet je niet in het Nederlands vertalen. Dat kan niet, want je mist de gitaren, de zigeuners, de Flamenco, je mist de vanzelfsprekende fascinatie voor het stierengevecht waar iedereen in Nederland tegen is. Dan kom je in het druilerige Nederland en dan staat er zo'n kaal, Nederlands tekstje. Dat moet niet. Je moet het op een andere manier doen met andere media. Dus maak maar een videoclip waar al die elementen in zitten. Dan kom je veel dichter bij hij het origineel door dus juist van de tekstvorm af te stappen.'
Lucebert
Het is absoluut de moeite waard Posthuma's moordballade van Ein Brudermord te lezen, want door het leesritme is het verhaal van Kafka in ieder geval een bepaalde elegantie rijker die de traditionele vertaling door de vorm niet bieden kan. Wat dat betreft kun je hier van een geslaagd experiment spreken. Hoe dit verder gaat, dat is de vraag die ik Ard Posthuma op de valreep stel, vlak voordat hij vanaf Berlin-Hauptbahnhof per trein naar Nederland afreist. 'Ik zoek bij bepaalde dingen van Kafka bepaalde versvormen die daarbij passen. Ik zou me ook kunnen voorstellen dat het meer de kant van Lucebert opgaat. Het hoeft niet perse te rijmen.'
Allard van Gent (1966) is freelance journalist, vertaler Duits - Nederlands en prozaschrijver. Als buitenlandcorrespondent voor Kunsttijdschrift Vlaanderen publiceert hij regelmatig bijdragen over hedendaagse literatuur in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. Hij woont sinds 2011 in Berlijn. In 2015 nam hij deel aan het Poesiefestival Berlin en fungeerde in de vertaalworkshop VERSschmuggel als 'taalbemiddelaar' bij de Duitse dichteres Nora Gomringer en de Vlaamse dichteres Maud Vanhauwaert.