Enige tijd geleden zocht mijn vader zijn voormalige medestudenten op. In Brussel. Ze koppelden het aangename aan het aangename en gingen samen lunchen in de tweetalige Prins Albert Club. Na de middag keerde mijn pa huiswaarts met een etymologische onrust in zijn beide moedertalen. In het Nederlands had hij een part ‘parelhoen’ verorberd, en in het Frans een stuk pintade (of poule pintade). Toen ik hem enkele woordenboeken later aantrof, had de onrust al een weg naar enige taalverbazing gebaand. ‘Uiteraard,’ zo sprak mijn vader, ‘het gespikkelde gevederte doet denken aan parels. En pintade blijkt van het Portugese pintada te komen, wat “parelhoen” betekent, en letterlijk “geschilderde vogel”…’
Het Franse peindre en het Latijnse pinctare en pingere – drie woorden die staan voor het werkwoord ‘schilderen’ – werden op dat moment inderdaad zichtbaar in het woord pintada…
‘Maar dat is nog niet alles,’ zo ging mijn vader verder, ‘want poule pintade werd in het Nederlands vervormd tot “poelepetaat”!’
Het proces van dergelijke prachtige verbasteringen stemt mij altijd weemoedig. De gebruiker van het woord kent de betekenis van het woord in kwestie namelijk perfect, maar slaagt er niet in het correct te reproduceren. Hij maakt er iets van wat wel tot zijn eigen meer duidelijke taalwereld behoort. Daarom mocht ‘poele’ blijven. In de zuidelijke dialecten zijn de woorden ‘poelje’ of ‘poelde’ immers bekend (zie het betreffende lemma in het Woordenboek der Nederlandsche Taal). ‘Pintade’ lag minder voor de hand dan de goed in de mond liggende ‘petaat’, wat ‘pataat’, ‘patat’ of ‘aardappel’ betekent (zie dit lemma ibidem).
Ik dacht aan de duizenden andere talen. Hoeveel van die talen zouden het ‘parelhoen’ kennen? Misschien eet één of andere talige op deze aardbol wel parelhoen, maar noemt hij het in zijn taal eenvoudigweg ‘vogel’ of ‘gevogelte’… Pas na een beperkte steekproef – hoe frustrerend is het niet na enkele taalraadplegingen al op ernstige taalbeperkingen te stuiten – kon ik het parelhoen voorlopig loslaten.
Ons Nederlandstalige ‘parelhoen’ is een leenwoord van het Duitse Perlhuhn. In het Noors is er het perlehøne, in het Deens het perlehøns en in het Zweeds het pärlhöns. In de Estse taal lezen we pärlkana waarbij kana voor ‘kip’ staat. In het Lets staat pērļu vista in het woordenboek. Ook vista betekent ‘kip’. In het Engels schrijft men guinea fowl. Fowl is een overblijfsel uit het Oudengelse fugel, waarin duidelijk onze ‘vogel’ herkenbaar is. Het betrokken hoen werd vanuit Guinea ingevoerd. Het Welsh volgt hetzelfde Engelse spoor met cwta ffowls, want cwta staat in het Welsh voor Guinea. De Spaanse taal heeft het ook over de Guineese hen: gallina de Guinea. In het Italiaans geeft ‘parelhoen’ dan weer faraona (met het accent op de letter o). ‘Faraona’ is de naam van een plaats in het oude Egypte, en het Italiaanse parelhoen verwijst daarmee naar de Egyptische afkomst van de vogel.
Mijnheer Harm-Jan van Dam laat mij via de redactie van deze vrijdagse rubriek weten dat het parelhoen in het Latijn als volgt heet: avis Afra, gallina Africana, (avis) Numidica (omdat het in Noord-Afrika voorkomt, waarvandaan de Romeinen het importeerden om zijn vlees) en Meleagris. Hij voegt ook toe dat ‘Meleagris’ verwijst naar het verhaal dat de zusters van de held Meleager, de Meleagrides, die onophoudend om zijn dood treurden, door de godin van de jacht in parelhoenders werden veranderd. Er is meer over het Latijnse parelhoen te lezen, bijvoorbeeld in J. André, Les noms d’oiseaux en latin (1967) of in het commentaar van H.-J. van Dam op Publius Papinius Statius’ Silvae, boek II (1984: 361).
Mijn geliefde wees mij op een Franstalige Brusselse editie van een woordenboek Frans-Latijn, uit 1871, van zijn betovergrootvader. Daarin staat zwart op wit gallina guttata (gevlekte kip), een meer huiselijke Latijnse term voor ‘parelhoen’.
In het Esperanto is numida het woord voor ‘parelhoen’, dat daarmee ook refereert naar het oude Numidia, de nomadenstreek in Noord-Afrika.
In het Nederlands van West-Indië is het ‘parelhoen’ een onomatopee. ‘Toké’ verwijst naar het geluid dat het dier maakt.
Een lieve Chineestalige collega, aan wie ik het plaatje van een parelhoen toonde en die de woorden Guinea fowl in haar gesofisticeerd vertaalprogramma intikte, vertaalde de Mandarijnse uitkomst naar ‘pearl bird’!
Lieve vertalers en tolken, is het nuttig dat een parelhoen op het bord van mijn vader tot al het voorgaande leidt? Ik meen van wel. Taalconfrontaties zijn van alle tijden en van alle plaatsen. Ook de gerechtelijke context ontsnapt daar niet aan. Een Frans cassatie-arrest van 24 maart 1969 leert ons dat ‘X a remis à Y un troupeau de dindes et un troupeau de pintades en s’engageant à acheter les œufs; Que les conventions furent exécutées d’octobre 1966 à mai 1967 et que X refusa alors de continuer à prendre livraison des œufs; Que Y l’assigna devant le tribunal de commerce de Saint-Brieuc en payement de dommages-intérêts.’ (vrije vertaling : ‘X heeft een kudde kalkoenen en een kudde parelhoenen aan Y gegeven, en verbindt zich ertoe de eieren van die kuddes te kopen; De overeenkomsten werden uitgevoerd van oktober 1966 tot mei 1967 waarna X weigerde om de eieren verder aan te nemen; Dat Y hem dagvaardde voor de handelsrechtbank van Saint-Brieuc tot betaling van een schadevergoeding.’) In een meer recent Frans cassatie-arrest van 18 april 2013 roepen partijen het volgende in: ‘un trouble excédant les inconvénients normaux du voisinage consécutif à l’exploitation par la société civile agricole La Ferme des Blaches […], d’un élevage, en plein air, de pintades, réparti en différents parcs, à proximité de leur habitation […].’ (vrije vertaling : ‘een stoornis die de normale burenhinder overstijgt ingevolge de uitbating door de burgerlijke landbouwvennootschap La Ferme des Blaches […] van een parelhoenenkwekerij in open lucht, verdeeld over verschillende parken, in de nabijheid van hun woonst […].’).
Deze arresten zijn potentieel vatbaar voor vertaling, namelijk zodra ze in een meertalige gerechtelijke context moeten circuleren. In dat geval zou het uiteraard handig zijn te weten welk parelhoen men in huis heeft…
Isabelle Bambust (Isabelle.Bambust@UGent.be) verricht sinds 2012 onderzoek aan de Universiteit Gent rond de taalbescherming inzake de grensoverschrijdende mededeling van gerechtelijke documenten.