Alice in Wonderland behoort tot de meest vertaalde boeken en vormt dan ook een geliefd project voor vertalers die het werk uit het Engels willen vertalen naar een minderheidstaal. Niet alleen zal het resultaat veel worden gelezen door sprekers van die taal, maar ook zullen diegenen die de taal willen leren hun voordeel kunnen doen met de lectuur van een al bekend werk. In dat verband heb ik in 20201 geschreven over de vertaling van Homeros’ Odyssee naar het Ladino door de inmiddels overleden Moshe Ha’Elion z”l, maar gevraagd naar mijn ‘allerfavorietste vertaling’, antwoord ik met Avner Perez’ meesterstuk Las Aventuras de Alisia en el Paiz de las Maraviyas, gratis te lezen op archive.org2 voor wie een account aanmaakt. De vertaling is vlot, authentiek en maakt het Ladino leesbaar voor diegenen die niet met de taal geboren zijn.
Het Ladino leeft ook onder de namen Spanyolit, Djudió, Djudezmo of Djudeo-Espanyol. De taal is ontstaan voor en na de verbanning van Joden van het Iberisch Schiereiland in 1492: vóór de Ekspulsyon (verbanning) spraken de Spaanse Joden een soort 15e-eeuws Judeo-Castilliaans, dezelfde taal als hun niet-Joodse buren met enkele Hebreeuwse elementen, maar nadat de bannelingen zich vestigden in Noord-Afrika en delen van het Ottomaanse Rijk, zoals het huidige Turkije, Griekenland en Israël, viel hun taal, het Jodenspaans, uiteen in verscheidene dialecten. Literair maakte het Ladino een periode van bloei door in de 19e en het begin van de 20e eeuw, toen schrijvers als Alexandre Benghiat (1863 – 1923), Elia Karmona (1869 – 1931) en Laura Papo Bohoreta (1891 – 1942) furore maakten met hun eigen werk en met vertalingen in het Ladino van werken van vooral Franse auteurs zoals Jules Verne en Alexandre Dumas. Boeken in het Ladino werden gedrukt en gelezen op plekken als Alexandrië, Jeruzalem, Istanbul, Izmir, Rhodos, Sarajevo, Sofia en bovenal de stad Thessaloniki, waar vóór de Tweede Wereldoorlog meer dan de helft van de bevolking Ladino kende, maar waar als resultaat van assimilatie en de gruwelen van de 20e eeuw nu nog één spreker van het Ladino schijnt te wonen.3
Gezinnen waar het Ladino als voertaal wordt doorgegeven aan een nieuwe generatie zijn zeldzaam, maar Avner Perez’ bewering in zijn voorwoord bij Alisia is net te pessimistisch: ‘Aunke esta lengua djudia importante ainda esta avlada, en sierta medida, por miles de personas, no se puede topar oy en dia ninyos ke son kriados en esta lengua’ (‘Hoewel deze belangrijke Joodse taal nog steeds wordt gesproken, in zekere mate, door duizenden mensen, zijn er vandaag de dag geen kinderen die worden opgevoed in deze taal’). Op YouTube kan men een indertijd negenjarige Ladino-spreker, Kobi Cemal, horen praten,4 en van de Amerikaanse professor Sefardische en Joodse Studies aan de Universiteit van Washington Devin Naar is het bekend dat hij en zijn vrouw hun zoons in het Ladino opvoeden5. Sprekers van het Ladino groeien vandaag de dag ook in aantal doordat steeds meer mensen, joden en niet-joden, de taal leren verstaan, praten en schrijven en de taal in sommige gevallen doorgeven aan nieuwe generaties. Er bestaan e-mailgroepen zoals LadinoKomunita en WhatsApp-groepen zoals Ladino – echar lashon, waar moedertaalsprekers uit Turkije, Israel en de Verenigde Staten iedereen helpen om correct Ladino te schrijven. Voor deze belangstellenden zijn niet alleen de klassieke werken uit de Ladino-literatuur, maar ook vertalingen van werken als de Odyssee en Alice van groot belang voor een goede en grondige beheersing van de taal.
Dr. Avner Perez, verbonden aan het Instituto Ma'ale Adumim para la Dokumentasion del Ladino i su Kultura, is naast onderzoeker en vertaler ook lexicograaf en in die hoedanigheid verantwoordelijk voor het grootste Ladino-woordenboek ter wereld: Trezoro de la Lengua Djudeo-Espanyola (ladino) durante todas las Epokas—Diksionario Amplio Istoriko6, waarin de Ladino-woordenschat uit alle tijden met allerhande uitdrukkingen wordt ontsloten voor een groot publiek. De lemmata worden vertaald naar het Hebreeuws en Engels. Door dit woordenboek schrijft Perez in staat te zijn geweest tot het vervaardigen van ‘una traduksion bastante exakta del livro’ (‘een behoorlijk precieze vertaling van het boek’).
Het vaak geciteerde begin van hoofdstuk twee van Alice in Wonderland ziet er bij Perez als volgt uit:
‘Kuriorífiko i kuriorífiko!’ esklamo Alisia (estava tan sorprendida, ke por un momento se olvido de avlar korrektamente). ‘Agora me esto estirando komo el teleskopio mas largo ke existio nunka! Adío, pies!’ grito (siendo ke kuando miro abasho, vido ke sus pies kedavan tan leshos ke paresian kaje afuera de su vista). ‘Oh, mis poverelikos piesizikos! Me maraviyo ken vos kalsara vuestras kundurias i vos vestira chorapes! Seguro ke yo no podre azerlo! Estare demaziado leshos de vozos para poder okuparme de azerlo – ternesh ke arreglarvos lo mijor ke puedash – Ama devo ser amavle kon eyos,’ penso Alisia, ‘o, puede ser ke no kerran kaminar en la direksion en ke yo kero ir! Vamos a ver: les regalare un par de kundurias muevas todas las Navidades.’
Vergelijk de vertaling van Nicolaas Matsier:
‘Vreemderder en vreemderder!’ riep Alice. (Ze was zo stomverbaasd dat ze eventjes compleet vergeten was hoe je ook alweer goed Nederlands sprak.) ‘Nu schuif ik uit als de grootste telescoop die er ooit geweest is! Vaarwel, voeten!’ (Want toen ze neerkeek op haar voeten waren ze bijna uit zicht, leek het wel, zo ver raakten ze weg.) ‘Ach, mijn arme voetjes, ik vraag me af wie jullie nu moet helpen bij het aantrekken van schoenen en kousen, schatten van me. Ik kan het vast niet meer! Ik sta er veel te ver van af om me nog druk te maken over jullie. Maak er het beste van – maar ik moet aardig tegen ze zijn,’ dacht Alice, ‘anders lopen ze niet de kant op die ik wil! Eens even denken: voortaan krijgen ze met de kerst nieuwe laarzen van me.’
De Spaanstalige lezer zal deze tekst goed kunnen begrijpen en zien dat Alisia spreekt in een variant die het 15e-eeuwse Castilliaans qua woordenschat en zinsbouw is ontgroeid: talloze vormen wijken af van het hedendaagse Spaans en de woorden kunduria (schoen) en chorap (sok of kous) komen uit het Turks. Het is Perez goed gelukt om de eigenheid van het Ladino te bewaren en zelfs de taalspelletjes uit Carroll’s origineel over te nemen: ‘Curiouser and curiouser’ is fraai weergegeven door ‘kuriorífiko i kuriorífiko’ en waar bij Carroll ‘oh my poor litte feet’ staat, vinden we ‘oh, mis poverilikos piesizikos’ – een compensatorisch woordspelletje: twee verkleinwoorden voor de prijs van één. Even verderop spreekt Alisia tot zichzelf in zéér idiomatisch Ladino:
‘You ought to be ashamed of yourself,’ said Alice, ‘a great girl like you’ (she might well say this), ‘to go on crying in this way! Stop this moment, I tell you!’
‘Deves tener verguensa,’ disho Alisia, ‘una ija tan grande kom’ati’ (i kuanta razon tenia en esto), ‘yorando de este modo! Te komando ke deshes de yorar agora mizmo!’
Enerzijds schemert de Britse setting door in de vertaling met het overdreven ‘get a hold of yourself’ en ‘stop this moment, I tell you’, anderzijds lezen we soepel Ladino: kom’ati is een afkorting van komo a ti die doorgaans eerder in gesproken Ladino voorkomt dan in de geschreven taal. We krijgen door Perez’ werk een indruk van de taal zoals die daadwerkelijk gesproken wordt – voor belangstellenden zijn opnames te vinden op het kanaal van de Vanishing Languages and Cultural Heritage.7 Zijn vertaling doet me wat het Britsige ervan betreft geregeld denken aan de vertaling waarin ik Alice voor het eerst voorgelezen kreeg, namelijk van Nicolaas Matsier, die over de Engelsheid van het boek in De Revisor (1989) heeft geschreven: ‘Volledig ontengelsen en ontnegentiendeëeuwsen, dat lukt toch niet in voldoende mate om het consequent te willen nastreven.’ Perez lijkt een heel goed evenwicht te hebben gevonden.
Ik besluit deze korte beschrijving van mijn allerfavorietste vertaling, die samen met Perez’ en Gladys Pimienta’s vertaling van De kleine prins (El princhipiko) een fundamentele bijdrage levert aan de ontsluiting van het Sefardische erfgoed voor jongere generaties, met een voorbeeld van echt vertaalvuurwerk uit het op twee na laatste hoofdstuk, El Kadril de Kangrejo (The Lobster Quadrille, De kreeftenquadrille). Hierin vraagt de Griffioen aan Alice of ze weet waarom een whiting (óf wijting óf witsel) zo heet. Daar heb ik nog nooit over nagedacht, zegt Alice. ‘It does the boots and the shoes,’ antwoordde de Griffioen plechtig. – Daarmee worden schoenen en laarzen gepoetst...
Waar Matsier de (extreem moeilijke) woordgrap heeft opgelost met ‘witsel’ en ‘witvis’, heeft Perez geopteerd voor het vervangen van de wijting door een bakkeljauw (bákalo) en een slim gebruik van het woord voor ‘schoenmaker’, namelijk bakal. Eerst volgt de Engelse oerversie, vervolgens Perez’ vertaling naar het Ladino en dan daarvan een letterlijke vertaling naar het Nederlands:
‘I can tell you more than that, if you like,’ said the Gryphon. ‘Do you know why it's called a whiting?’ ‘I never thought about it,’ said Alice. ‘Why?’ ‘It does the boots and shoes.’ the Gryphon replied very solemnly. Alice was thoroughly puzzled. ‘Does the boots and shoes!’ she repeated in a wondering tone. ‘Why, what are your shoes done with?’ said the Gryphon. ‘I mean, what makes them so shiny?’ Alice looked down at them, and considered a little before she gave her answer. ‘They're done with blacking, I believe.’ ‘Boots and shoes under the sea,’ the Gryphon went on in a deep voice, ‘are done with a whiting. Now you know.’
‘Puedo kontarte mas ke esto, si te agrada,’ disho el Grifon. ‘Saves porke se yama bakalo?’ ‘No,’ disho Alisia, ‘porke?’ ‘Es porke se topa ande el bakal!’ disho el Grifon. ‘Ay ken lo yama blankalo, saves porke?’ ‘Nunka no pensi en esto,’ disho Alisia. ‘Porke?’ ‘Porke sirve para blankear los botes i siempre le gritan: “Blankalo! Kere dezir: blankealo al bote”,’ arrespondio el Grifon solenemente. Alisia estava muy konfuza. ‘Blankear los botes!’ repitio en un tono maraviyado. ‘Komo? No blankeas nunka tus botes?’ Disho el Grifon. ‘Kero dizir, komo les azes briyar?’ Alisia miro abasho i konsidero la kestion un poko antes ke dar la repuesta: ‘Son pretos, i se uza a empreteserlos, kreo.’ ‘Debasho la mar,’ kontinuo el Grifon en una boz profunda ‘los botes son blankos i se blankean kon el bakalo. Agora ya lo saves.’
‘Ik kan je er nog meer over vertellen, als het je bevalt,’ zei de Griffioen. ‘Weet je waar de naam bákalo vandaan komt?’ ‘Nee,’ zei Alisia, ‘waarom?’ ‘Omdat hij bij de bakal woont!’ zei de Griffioen. ‘En sommigen noemen hem blánkalo, weet je waarom?’ ‘Daar heb ik nog nooit over nagedacht,’ zei Alisia. ‘Omdat hij je schoenen wit maakt en ze roepen hem altijd toe: “Blánkalo!” dat wil zeggen: wit de schoen,’ antwoordde de Griffioen plechtig. Alisia was volkomen verbaasd. ‘De schoenen witten!’ herhaalde ze op verwonderde toon. ‘Hoezo? Wit jij je schoenen nooit?’ zei de Griffioen. ‘Dat wil zeggen, hoe laat jij ze stralen?’ Alisia keek naar beneden en dacht even na over de vraag alvorens te antwoorden: ‘Ze zijn zwart en men gebruikt iets om ze zwart te maken, geloof ik.’ ‘Onder zee,’ ging de Griffioen met diepe stem voort, ‘draagt men witte schoenen die worden gewit met de bákalo. Nu weet je het.’
Perez heeft door het meesterlijke vertaalwerk dat zowel in Alisia als in El Princhipiko van de pagina’s spettert, belangstellenden van het Ladino een onderhoudende en leerzame toegang tot de bedreigde taal en cultuur verschaft. Zijn werken zullen bij de nieuwe generatie moedertaalsprekers en aan universiteiten van nauwelijks te overschatten waarde blijken.
Noten
1 https://www.tijdschrift-filter.nl/webfilter/vrijdag-vertaaldag/2020/week-22-david-omar-cohen/
2 https://archive.org/details/lasaventurasdeal0000carr_w8y5/
3 https://greekherald.com.au/culture/jacky-benmayor-last-speaker-greece-jewish-language-close-extinction/.
4 https://www.youtube.com/watch?v=HypZspt89Cg
5 https://www.academia.edu/40323640/On_Words_Reclaimed_and_the_Fate_of_Ladino
6 http://folkmasa.org/milon/yachad1.php
7 https://www.youtube.com/playlist?list=PLHMyl4Ru5gyF7L6uidQjkPmGvCHLlRQWd
Bibliografie
Carroll, Lewis. 2014. Las Aventuras de Alisia en el Paiz de las Maraviyas (vert. Avner Perez). Dundee: Evertype.
Matsier, Nicolaas. 1989. ‘Alice in Nederland: De vertaler, zijn schaamte en zijn voorgangers’, in: De Revisor, 16:2, p. 20-37.