Op 12 april 1593 kwam de jezuïet Luis de Valdivia samen met enkele ordegenoten aan in Santiago de Chile. Hij was afkomstig uit het Spaanse Granada en was uitgezonden vanuit Lima om het geloof te prediken onder de inheemse bevolking in het zuiden van het Spaanse onderkoninkrijk Peru, dat zich uitstrekte van Nicaragua tot de zuidpunt van Zuid-Amerika. De groep jezuïeten verbleef een maand in het dominicanenklooster Santo Domingo. Daarna werd er een huis voor hen gekocht voor 3600 goudstukken, opgehaald onder de gegoede burgerij van Santiago.
Er waren niet veel jezuïeten in Santiago en er was veel werk: het zielenheil van de Spaanse bevolking vroeg aandacht, het geloofsonderricht aan de kinderen, maar ook de bekering van de slaven die werden aangevoerd vanuit Afrika. Daarnaast was er de heidense bevolking van het zuidelijker gelegen Patagonië, die weigerde zich aan de Spanjaarden te onderwerpen. Luis kreeg de zwaarste taak toebedeeld: de bekering van de inheemse krijgsgevangen die vanuit de afgelegen provincies van het onderkoninkrijk naar Santiago werden gevoerd. Hij begon met de Huarpes, een volk dat leefde in het noorden van het huidige Argentinië. Luis leerde hun talen, het Millcayac en het Allentiac, en preekte daarna voor hen, met de welgemeende bedoeling hun zielen te redden.
In verschillende delen van het koloniale Latijns-Amerika van de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw probeerden katholieke missionarissen, franciscanen, dominicanen en jezuïeten, de inheemse talen onder de knie te krijgen om de oorspronkelijke bevolking, vooral in Mexico en Paraguay, te evangeliseren. Ze wilden preken in de oorspronkelijke talen en stichtelijke geschriften verspreiden onder de verschillende Amerikaanse volkeren. Ze legden hun taalkundige studies vast in grammatica’s en woordenboeken, leermiddelen voor hun collega’s en opvolgers. Ze vertaalden catechismussen, gezangenboeken en gebedenboeken. Tijdens het Derde Concilie van Lima (1582-1583) was bepaald dat er evangelisatieteksten moesten worden opgesteld in het Spaans, Quechua en Aymará en indien nodig andere talen van het onderkoninkrijk, dus ook het Mapundungun, de taal van de Mapuche-volkeren in Patagonië. Zo ontstonden tweetalige boeken waarin de vertaling in de inheemse taal naast het Spaans stond en die titels droegen als Instrucción christiana y guia de ignorantes para el Cielo. En lengua mixe (Christelijke Instructie en gids voor onwetenden van de Hemel. In het Mixe1) en Doctrina Christiana y catecismo para instrucción de los Indios, y de las mas personas, que han de ser enseñadas en nuestra sancta Fe con un confessionario, y otras cosas necesarias para los que doctrinan (Christelijke geloofsleer en catechismus voor lering van de Indianen en andere personen die onderricht behoeven in ons heilige Geloof, met een biechtboek, en andere noodzakelijke dingen voor geloofsleraren, een drietalige editie in het Quechua, Aymará en Spaans)2. Omgekeerd probeerden deze missionarissen soms ook de inheemse wereldvisie bekend te maken bij de Europese kolonisatoren, want er zijn ook vertalingen bekend uit onder andere het Nahuatl (Mexico), Mapundungun (Chili) en Guaraní (o.a. Paraguay) in het Spaans of het Latijn. In elk geval verrichtten ze een grote inspanning om zich te verplaatsen in het inheemse wereldbeeld.3
Eerste pagina van Sermón en lengua de Chile (Preek in de taal van Chili, 1621)
In september 1593 schreef Luis de Valdivia over zijn werk met de Huarpes in Santiago:
Ik ben de hele dag met ze bezig. Elke dag worden heidense indianen aangevoerd vanuit de oorlog. Op twee doordeweekse dagen lieten we een groep van deze indianen hierheen komen om ze godsdienstles te geven. Ik ben ongeveer twee maanden geleden met dit werk begonnen. Nu doe ik het al dagelijks, want er is altijd werk. […] Het enthousiasme van broeder Aguilera werkt aanstekelijk. Hij begint een andere taal te leren dan de taal die ik leer, want met deze drie talen, die het meest worden gesproken, kan men zich in het hele land verstaanbaar maken.4
Luis vertaalde instructies voor de biecht (confesionario) in het Millcayac, die waarschijnlijk verloren zijn gegaan, en een samenvatting van de geloofsleer (doctrina) in het Allentiac.5 In zekere zin was zijn taalkundige werk, uiteindelijk, vergeefs: de Huarpes stierven in groten getale aan Europese virussen als de pokken of werden weggevoerd naar Santiago, waar ze door de Spanjaarden te werk werden gesteld en uiteindelijk vaak bezweken onder veelvuldige mishandeling. Ook vermengden ze zich met andere bevolkingsgroepen. Rond 1750 sprak niemand nog Millcayac of Allentiac. De Huarpes gingen in ellende ten onder terwijl ze in hun eigen talen preken aanhoorden over hun aanstaande verlossing. Dankzij Luis de Valdivia weten we tenminste nog iets over hun talen.
Kaart van de inheemse talen van de zuidpunt van Zuid-Amerika.
Na enkele jaren in Santiago besloten de jezuïeten een rondreis door het ‘wilde Zuiden’ van Chili te beginnen, om de ‘indianen’ daar te bekeren. Dat waren de Mapuche, een verzamelnaam voor de etnische groepen die Mapundungun spraken. De Mapuche voerden al tientallen jaren oorlog tegen de Spaanse indringers. Er werd besloten dat de broeders Gabriel de la Vega en Hernando de Aguilera, dezelfde als Valdivia in het citaat hierboven noemde, naar het zuiden zouden trekken, omdat ze het Mapundungun beheersten. Gabriel de la Vega had immers het Woordenboek van de Chileense taal met Opmerkingen om deze met meer gemak en elegantie te spreken geschreven (Diccionario de la lengua chilena y Observaciones para aprenderla con mayor facilidad y elegancia). De reis duurde van november 1595 tot maart 1597 en ging helemaal tot Osorno, bijna duizend kilometer ten zuiden van Santiago. Luis de Valdivia sloot zich korte tijd bij zijn ordegenoten aan.
Na deze reis bleek Luis aanvankelijk voorstander van de legalisatie van de slavernij in Chili: hij vond dat de Mapuche die zich niet wilden bekeren tot slaaf moesten worden gemaakt. Net als de andere Spanjaarden was hij waarschijnlijk geschrokken van recente overwinningen van de Mapuche ten zuiden van de rivier de Bío Bío. Maar daar stapte hij snel vanaf: in 1604 beklaagde hij zich in Lima over de slechte behandeling van de indios de paz, letterlijk ‘gepacificeerde indianen’, de inheemse krijgsgevangenen die als oorlogsbuit waren toegewezen aan Spaanse soldaten. Volgens het encomienda-systeem werden Spaanse soldaten namelijk beloond met een stuk grond en een aantal lijfeigenen voor hun bijdrage aan de Spaanse expansie en de verbreiding van het christendom.
Bij Luis de Valdivia en de andere jezuïeten ontstond de overtuiging dat de verovering van nieuwe gebieden door de Spanjaarden het best plaats kon vinden door bekering van de bevolking. In 1609 reisde Luis de Valdivia terug naar Spanje en ging naar het hof in Madrid, waar hij Filips III, bijgenaamd de Vrome, wist te overtuigen van dit concept: verovering door bekering, door te preken in de inheemse talen, met vertaalde gebedenboeken, waarbij het zwaard alleen ter verdediging zou worden gehanteerd. Het werd de ‘defensieve oorlog’ genoemd.
Intussen was het van groot belang om een einde te maken aan de oorlog in het zuiden van Chili. Deze was al in 1536 begonnen en het aantal Spanjaarden dat in Zuid-Chili het leven liet was zo hoog, dat het gebied door de Spaanse kroniekschrijver en jezuïet Diego de Rosales rond 1670 Flandes Indiano werd genoemd, het indiaanse Vlaanderen, een verwijzing naar het grotendeels gelijktijdige strijdtoneel van de Tachtigjarige Oorlog in Vlaanderen, waar ook zo veel Spaanse levens verloren gingen. In 1569 had Alonso de Ercilla het eerste deel van La Araucana uitgebracht, zijn wereldberoemde, door Cervantes en Voltaire geprezen epos over deze oorlog, dat overigens nooit in het Nederlands is vertaald, maar wel in het Frans, Duits en Engels. De oorlog in het zuiden duurde trouwens nog tot het einde van de negentiende eeuw en je kunt zeggen dat hij nog steeds voortduurt in de vorm van aanhoudende spanningen en confrontaties in het Chileense zuiden tussen Mapuche en kolonisten van Europese afkomst.
In 1611 reisde Luis de Valdivia weer terug naar Chili met een mandaat van de Spaanse koning om zijn strategie in de praktijk te brengen. Hij had het eerste jaar veel succes, maar ondervond ook zware tegenwerking van Spaanse militairen en ambtenaren. In december 1612 werden drie jezuïetenmissionarissen door de Mapuche vermoord. Dat was het begin van het einde van de goedbedoelde plannen van Luis en in 1620 werd hij praktisch verbannen uit Spaans-Amerika. Volgens sommige bronnen verbood de orde van jezuïeten hem terug te keren en stuurde hem naar Valladolid. Daar zette hij zijn plannen gewoon door, en publiceerde in 1621 zijn Sermón en Lengva de Chile, de los Mysterios de nvestra santa Fe catholica para predicarla a los indios infieles del reyno de Chile (Preek in de taal van Chili over de mysteries van ons heilige katholieke geloof, om dit te preken voor de heidense indianen van het koninkrijk Chili)6. Zo probeerde hij invloed te blijven uitoefenen op de situatie in Chili. Maar helaas zou hij niet meer naar het Amerikaanse continent terugkeren. Luis de Valdivia overleed in 1642 in Valladolid.
Sermón en Lengva de Chile is tweetalig, zoals veel contemporaine vergelijkbare werken. Het bevat negen preken, zowel in het Mapundungun als in het Spaans, over negen ‘geloofsmysteries’: de onsterfelijkheid van de ziel, de zonde, de verlossing van de zonde door Jezus, ‘de noodzaak van het geloof in Jezus’, de heilige drie-eenheid, ‘hoe God de hemel en de engelen heeft geschapen’, de schepping en zondeval van de mens, de vestiging van de kerk, en de ‘noodzaak van boetedoening en sacramenten’. Het werk bevat de essentie van het christelijke geloof om een heidense ziel te redden. De uitgangstekst van Sermón en Lengva de Chile was het Tercero Cathecismo y Exposición de la Doctrina Cristiana por Sermones, gepubliceerd in 1585. Maar Luis de Valdivia heeft deze aangepast en nergens als bron vermeld.
Het Mapundungun kende geen schrift. De vertaling lijkt bedoeld als hulpmiddel bij het preken in het Mapundungun en als leermiddel voor nieuwe priesters in het gebied, niet om te worden gelezen door geletterde Mapuche. Volgens de linguïsten die Valdivia hebben bestudeerd heeft hij een effectieve poging gedaan om de belangrijkste geloofsprincipes over te brengen naar de voorstellingswereld van de Mapuche, maar de vele publicaties over het werk van Valdivia geven weinig analyses van de vertaling zelf. Elke pagina bestaat uit een brede kolom in het Mapundungun, met daarnaast in een smalle kolom de Spaanse tekst in een kleiner lettertype. Bij gebrek aan kennis van het Mapundungun kan ik de vertaling niet beoordelen. Wel valt op dat de Spaanse woorden voor God (Dios, Señor Dios), Jezus Christus (Yesu Christo), Satan (Satanás), engel (ángel), en duivel (diablo) gewoon in de Mapundunguntekst staan. Ook begrippen uit de Mapuche-religie worden zowel in de Spaanse - als Mapundunguntekst gebruikt en consequent in negatief daglicht gesteld: Pillán, de geesten van de voorouders, worden door Valdivia gereduceerd tot een enkelvoud (El Pillán). Valdivia dacht dat de pillán een equivalent van de christelijke god was en waarschuwt dat deze niet moet worden vereerd, net als Wekufe (bij Valdivia Vecuvoe), kwade geesten. Valdivia maakt de Machi (Mapuche-priesteres en geneesvrouw), in zijn Spaanse tekst uit voor heks. De keuze van Valdivia om geen Mapuche-termen te gebruiken voor de allerheiligste christelijke begrippen hangt samen met een uitgebreide discussie die in de kerk was gevoerd. Daar was uiteindelijk besloten dat het gebruik van religieuze begrippen van de heidense bevolking in christelijke teksten ongewenst was. Het doel was immers de inheemse religie te verketteren. Omgekeerd heeft Valdivia, al dan niet bewust, wel Mapundungun-woorden met een religieuze lading in zijn vertaling gebruikt, zonder de religieuze connotatie van deze woorden voor de Mapuche te respecteren. Zo gebruikt hij het woord mapu (land, aarde), voor de Mapuche een heilig begrip, in zijn Mapundungun-tekst als vertaling voor het Spaanse tierra, een concept dat in christelijke religieuze teksten juist geassocieerd wordt met zonde, het aardse.
De vraag blijft wat de Mapuche vonden van de preken van Luis de Valdivia. Warrig? Saai? Of toch belangrijk voor hun verlossing? We zullen het waarschijnlijk nooit weten.
Machi's, priesteressen en geneesvrouwen van de Mapuche.
Noten
1 Het werk was van Agustín de Quintana en uitgegeven in Puebla rond 1730. Het Mixe is een taal die in Mexico, in de regio Oaxaca, wordt gesproken.
2 Auteur onvermeld. Uitgegeven door Antonio Ricardo in Lima in 1583.
3 De wetenschappelijke bestudering van deze fascinerende tweetalige religieuze boeken is vertaalhistorisch interessant en levert veel publicaties op. Een deel daarvan is te vinden in het wetenschappelijke tijdschrift Missionary Linguistics. Voor vertaalwetenschappers is vooral interessant: Zwartjes, Otto; Zimmermann, Klaus en Schrader-Kniffki, Martin. 2014. Missionary Linguistics V / Lingüística Misionera V: Translation theories and practices. Selected papers from the Seventh International Conference on Missionary Linguistics, Bremen, 28 February- 2 March 2012. Bremen: Universität Bremen. (https://books.google.nl/books?id=EMIjAwAAQBAJ&lpg=PP1&dq).
4 Antonio Egaña, Monumenta, Vol. V, doc. 112: p. 472-473.
5 Doctrina cristiana y catecismo con un confesionario, arte y vocabulario de la lengua allentiak, Lima : 1607.
6 http://www.memoriachilena.gob.cl/archivos2/pdfs/MC0013037.pdf
Bronnen
Cancino Cabello, Nataly. 2013. Recursos pragmalingüísticos y textuales de la argumentación: «Sermón en lengua de Chile» de Luis de Valdivia (1621). Sevilla : Universidad de Sevilla.
Cancino Cabello, Nataly. 2015. ‘Sermón en lengua de Chile (1621) de Luis de Valdivia: conjunto textual unitario y autónomo para la evangelización Mapuche’, Lingüística, 31:1, p. 39-60.
Fabié, Antonio María. 1895. ‘Las lenguas Americanas y el p. Luis de Valdivia’, Boletín de la Real Academia de Historia, 27:5, p. 321-411.
Fierro Espinoza, Leonardo F. 2000. ‘El padre Luis de Valdivia, sj. y su proyecto de la Guerra Defensiva’, Revista de Marina, 2, p. 173-179.
Gaune, Rafael. 2013. ‘El jesuita como traductor. Organización, circulación y dinámicas de la Compañía de Jesús en Santiago de Chile, 1593-1598’, Historia Crítica, 50, p. 13-36
Sutil, María Alonso. 2015. ‘Luis de Valdivia (1561-1642) S.J. Estudios sobre las lenguas de Chile para la intermediación lingüística en los conflictos bélicos’, Mutatis Mutandis, 8:1, p. 127-147.
Zwartjes, Otto; Zimmermann, Klaus en Schrader-Kniffki, Martin. 2014. Missionary Linguistics V / Lingüística Misionera V: Translation theories and practices. Selected papers from the Seventh International Conference on Missionary Linguistics, Bremen, 28 February- 2 March 2012. Bremen: Universität Bremen.
Roemer Leushuis, vertaler Spaans.
Reageren? info@tijdschrift-filter.nl.