De warmte was diep doorgedrongen. Aan het begin van de zomer boden de dikke muren en de mozaïekstenen vloer nog even tegenwicht, maar ook zij vielen er na verloop van tijd aan ten prooi. Alles was klam en plakkerig en vermoeiend. Vooral slapen op een goedkoop matras van schuimrubber. Vaak werd ik ’s nachts wakker. Naast mijn bed stond een stoel met een transistor; als ik me zwetend omdraaide en de slaap niet meer kon vatten sloeg ik in het donker mijn hand uit en drukte de knop in. Catalunya Ràdio werd gedragen door twee mensen, een man en een vrouw. Omdat ik de zender vaak aan had waren het vertrouwde stemmen geworden. Ernaar luisteren in slaapdronken toestand werkte rustgevend. Die keer ving ik iets op dat zich in mijn hoofd vastzette als ‘codex’ en paste bij het woord ‘middeleeuwen’ dat viel. Wat volgde was muziek van een vreemde schoonheid. De dag erna werd het programma herhaald. Toen begreep ik dat het geen ‘codex’ was maar Codax. Martim Codax. Een troubadour uit de veertiende eeuw, waarschijnlijk afkomstig uit de streek rond Vigo. Galicië en Portugal vormden toen taalkundig en cultureel nog één gebied. Zijn literaire nalatenschap is gering: slechts zeven liederen, zogenaamde cantigas d’amigo.
Het zijn zeer vroege uitingen in het ‘vernaculair’, in de taal die de mensen spraken. Het is verleidelijk een verband te leggen tussen die woorden en de volksaard. De eerste zin in het Italiaans, aangebracht op een schildering in de Basilica di San Clemente al Laterano, klinkt nogal scabreus: ‘Fili de le pute, traite! Gosmari, Albertel, traite!’: Hé jullie, hoerenzonen, trekken! Gosmari, Albertello, trekken! In Spanje bestaat er een klein corpus van zogeheten jarchas, korte lyrische teksten uit de tiende eeuw die vaak een smartenkreet bevatten over de afwezigheid van een geliefde of vriend. Flamenco avant la lettre. En onze eigen Hebban alla vogala … zou kunnen staan voor ‘iedereen heeft het gezellig behalve ik’, een vooruitwijzing naar de Nederlandse klaagcultuur en verongelijktheid. En dan werden recentelijk ook nog de oudste woorden Fries gevonden op een snipper perkament: ‘lesa mi’, ‘helpa mi’ – verlos mij, help mij. Een smeekbede die tot de heer der hemelen gericht lijkt.
Terug naar Martim Codax. Waar gaan zijn liederen over? Ze zijn bekend onder het eerste vers (destijds deed men nog niet aan ‘titels’): 1) Ondas do mar de Vigo (Golven van de zee van Vigo) 2) Mandad’ ey comigo (Bericht heb ik gekregen) 3) Mia irmana fremosa, treydes comigo (zie hieronder) 4) Ay Deus, se sab’ ora meu amigo (O God, weet mijn vriend nu) 5) Quantas sabedes amar amigo (Jullie allen die een vriend minnen) 6) Eno sagrado, en Vigo (Op het kerkplein, in Vigo) 7) Ay ondas, que eu vin veer (Ach golven, waar ik naar ben komen kijken). Het derde lied luidt in zijn geheel:
Mia irmana fremosa, treydes comigo Mijn schone zuster, kom met me mee
a la igreja de Vig’, u é o mar salido: naar de kerk van Vigo, waar de zee kolkt.
E miraremos las ondas! En we zullen kijken naar de golven.
Mia irmana fremosa, treydes de grado Mijn schone zuster, kom gewillig mee
a la igreia de Vig’, u é o mar levado: naar de kerk van Vigo, waar de zee spat.
E miraremos las ondas! En we zullen kijken naar de golven.
A la igreia de Vig’, u é o mar salido Naar de kerk van Vigo, waar de zee kolkt
e verrá i mia madr’ e o meu amigo: en daar zal, o moeder, mijn vriend komen.
E miraremos las ondas. En we zullen kijken naar de golven
A la igreja de Vig’, u é o mar levado Naar de kerk van Vigo, waar de zee spat
e verrá i mia madr’ e o meu amado: en daar zal, o moeder, mijn geliefde komen
E miraremos las ondas. En we zullen kijken naar de golven.[1]
Vigo, zee, golven, kerk, vriend, geliefde zijn in alle zeven composities telkens terugkomende, obsederende woorden in versregels die in lichte variaties langs elkaar schuiven. Als golven die, alle eender en toch steeds anders, over elkaar heen slaan. Het realistische landschap – Vigo, de zee, de golven – verandert in een spel van zinnebeelden: de zee is de afwezigheid van de liefdesvriend, de golven zijn het gevaar, het onrustige gemoed. Vigo en de kerk zijn de vaste bakens, de sterren der zee die bescherming moeten bieden aan het rendez-vous.
standbeeld van Codax in Vigo door Raúl Comesana Covelo
De cantigas zijn overgeleverd in drie versies. Twee liedboeken waren vanouds bekend. Maar in 1913 ontdekte de bibliofiel Pedro Vindel in zijn antiquariaat een perkament dat gebruikt was als schutblad voor een veertiende-eeuws exemplaar van De officis van Cicero dat in de achttiende eeuw (opnieuw?) was ingebonden. Volgt u het nog? De ernstige levenslessen van de oude Romein voor zijn zoon zaten gesandwicht tussen het geweeklaag van vrouwen over de liefde… Want op het schutblad, thans bekend als het Vindel-perkament, stonden de liederen van Martim Codax. En bovendien was bij de teksten nu ook de muziek genoteerd. Een unieke vondst. In alle drie de handschriften staan alle cantigas achter elkaar in dezelfde volgorde, wat ernstig doet vermoeden dat het om een cyclus gaat.
In de tijd van Martim Codax bestonden er nog geen eenduidige spellingsregels. Dat betekent dat niet alleen de ontstaansgeschiedenis van de liederen en de auteur met schimmigheid omhuld zijn, maar ook dat de teksten voldoende ruimte bieden voor een aantrekkelijke ambiguïteit. De tekst van het lied zoals het hierboven staat afgedrukt, is een gesystematiseerde weergave. In de drie manuscripten zien de teksten er zo uit:
Mha irmana fremosa treydes comigo Mha irmana fremosa treydes comygo Mia yrmana fr… [ontbreekt]
Ala igreia de uigo / hu e o mar salido Ala igreia de uigo / hu e o mar salido a la ygreia de ui… [ontbreekt]
E miraremolas ondas E miraremolas ondas E miraremos las ondas
Mha irmana treydes de grado Mha irmana treydes de grado Mia irmana treydes de grado....
Ala ig̃ia de uigo / hu e o mar leuado ala ig̃ia de uigo / hu e o mar leuado ala ýgreia de uigo u e o mar leuado
E miraremolas ondas E miraremolas ondas e miraremos las ondas
A la ig̃ia de uigo / E o mar salido A la jg̃ia de uigo / e o mar salido Al ýgreia de uigou e o mar leuado
E ueira hi madre a meu amigo euerra hy madre o meu amigo e uerra y mia madreo meu amado
E miraremolas ondas emiraremolas E m iraremos las ondas
A la ig̃ia de uigo / E o mar leuado A la ig̃ia de uigo / e o mar leuado A la ýgreia de uig u e a mar salido
E ueira hi madro meu amado e uerra hy madre / meu amado e uerra ý mia madr eo meu amigo
E miraremolas ondas e mirraremolas ondas E miraremos las ondas
(Cancioneira da Biblioteca Nacional (Cancioneira da Vaticana (Vindel-perkament
Kopie 1525/1526) Kopie 13de/14de eeuw) Kopie eind 13de eeuw)
Bladzijde uit het Vindel-perkament
Heerlijk dit rommeltje. Soms wel een hoofdletter, soms niet, soms woorden gescheiden, soms samengetrokken, exotische schrijfwijzen (jg̃ia, ýgreia), geen of verschillende scheiding in strofen, schrijffouten, vlekken, brandgaten. Geleerde dames en heren (nou ja, vooral heren) hebben zich er tientallen jaren het hoofd over gebroken en stortten zich in erudiet gehakketak over de lezing en interpretatie. Met zo nu en dan opmerkelijke verschillen. Bijvoorbeeld de moeder (vers 8 en 11). De een zegt: mia madre is vocatief, de ander zegt, welnee, mia madre is nominatief. Dus in het ene geval wordt de moeder aangeroepen (‘o moeder lief’), in het andere geval is de moeder daadwerkelijk aanwezig bij de kerk, net als de zus van de vrouwelijke ik-persoon. Hoewel, zus? Wordt daar niet ‘vriendin’ mee bedoeld? Ook daarover lopen de meningen uiteen. Verschillen die doorwerken in vertalingen.
Herzliebste meine Schwester,
Sei gut, komm her!
Bei der Kapell’in Vigo
Da schwillt das Meer,
Und wir beschauen die Wogen.
Herzliebste meine Schwester,
Komm her, sei gut!
Bei der Kapell’in Vigo
Da tobt die Flut,m
Und wir beschauen die Wogen.
Bei der Kapell’ in Vigo
Da schwillt das Meer,
Dort harrt der Schatz, o Mutter,
In Leidbeschwer
Und wir beschauen die Wogen.
Bei der Kapell’ in Vigo
Da tobt die Flut,
Dort harrt der Schatz, o Mutter,
In Zweifelmuth
Und wir beschauen die Wogen.
(vertaling: W. Storck)
O sister fair, come haste with me
To Vigo church the waves to see,
We will look upon the ocean waves.
Fair sister mine, be fain to go
To Vigo church where the waves flow,
We will look upon the ocean waves.
To Vigo church where the waves beat,
There, mother mine, my love to meet,
We will look upon the ocean waves.
To Vigo church where breaks the foam.
There, mother mine, my love will come,
We will look upon the ocean waves.
(vertaling: Aubrey Bell)
Ma soeur jolie, venez avec moi
à l’église de Vigo, où est la mer agitée,
et nous contemplerons les flots.
Ma soeur jolie, venez de bon gré
à l’église de Vigo, où est la mer houleuse,
et nous contemplerons les flots.
A l’église de Vigo ou est la mer agitée,
et y viendra, ma mère, mon ami
et nous contemplerons les flots.
A l’église de Vigo ou est la mer houleuse,
et y viendra, ma mère, mon aimé,
et nous contemplerons les flots.
(vertaling: François Dehoucke)
Op youtube heb ik drie versies van het lied Mia irmana fremosa, treydes comigo gevonden.
Van de drie is de eerste wellicht de meest ‘academische’, de tweede de meest ‘volkse’ en de derde muzikaal de meest uitgewerkte.
***
Vannacht heb ik het weer gedaan. Gekeken naar een filmpje van een optreden uit de jaren zestig van de legendarische Egyptische zangeres Oum Kalthoum. Daarin vertolkt ze het melancholieke lied Enta Omri (Jij bent mijn leven). Het is opgebouwd uit simpele frasen en muzikale lijnen die telkens terugkomen en van onderaf weer omhoog worden gestuwd. Van die lyrische repetitie gaat een zinsbegoochelende werking uit. Het enthousiasme van het publiek bepaalt de duur van het lied. (Er zijn opnames van meerdere concerten te vinden.) Ook de begeleidende instrumenten doen me denken aan de cantigas: snaarinstrumenten, een rietfluit, een tokkelinstrument, percussie. Er loopt een directe lijn van de boorden van de Nijl (of de Tigris) naar het opstuivende water in de ría’s.
[1] de vertaling in het Nederlands van Mia irmana fremosa, treydes comigo is van mijn hand.