Vertaaldag  Archief

2024

2023

2022

2021

2020

2019

2018

2017

2016

2015

2014

2013

Waar zijn de chocolaadjes gebleven?

Jan Gielkens

Dit voorjaar verscheen bij Uitgeefagentschap Gibbon de Amerikaanse roman Bonbons als ontbijt, een vertaling door Gerda Baardman en Theo Schoemakers van een boek uit 1956, Chocolates for Breakfast van Pamela Moore (1937–1964). Het is een van de herontdekkingen die tegenwoordig zo populair zijn, bijvoorbeeld via de Schwob-acties. In de aanbiedingsbrochure van Gibbon werd Bonbons als ontbijt als Schwob-boek aangekondigd, hoewel de Schwob-website daar niets over vermeldt.

Herontdekkingen zijn niet alleen populair, ze horen ook bij het leven van literaire werken. Opnieuw ontdekken betekent ook dat iemand – een vertaler, een uitgever, een literatuurwetenschapper – heeft geconstateerd dat er iets is gebeurd waardoor boeken uit de canon en in de vergetelheid zijn verdwenen, en het loont dan ook vaak de moeite naar die verhalen van ontdekken, vergeten en herontdekken te kijken. Dat zou tegenwoordig, met zo veel beschikbare digitale bronnen, eigenlijk niet zo moeilijk moeten zijn. Nog niet zo lang geleden was dat een stuk minder gemakkelijk. Willem Frederik Hermans bijvoorbeeld kon in 1980 in een artikel in NRC Handelsblad claimen dat hij een roman over zwaarlijvigheid van de Franse schrijver Henri Béraud (1885–1958) voor het Nederlandse taalgebied had ontdekt en dat hij van plan was dat boek, Le Martyre de l’Obèse, te vertalen. Maar naar aanleiding van het artikel kreeg hij van een lezer te horen dat die in zijn boekenkast een vertaling van hetzelfde boek door Christine Moresco-Brants had staan, die al in 1924 was verschenen onder de mooie titel Buikje. Hermans vermeldde dat netjes in de bewerkte versie van zijn artikel, die een jaar later zijn eigen vertaling, De martelgang van de dikzak, begeleidde. Ook een mooie titel.

17.15_omslag origineel 17.15_achterplat origineel

Terug naar Pamela Moore. Zij was in 1956, volgens de New York Post, ‘America’s challenge to Françoise Sagan’, en volgens Newsweek ‘America’s answer to Françoise Sagan’. Beide citaten staan – telkens zonder de cedille onder de c in Françoise – op het omslag van mijn Amerikaanse pocketuitgave uit 1957. Die naam van de Franse schrijfster, die in 1954 als achttienjarige furore maakte met de roman Bonjour tristesse, kon dus blijkbaar niet vaak genoeg worden genoemd. Het tweede citaat staat ook, maar dan een beetje aangepast, op het achterplat van Bonbons als ontbijt, maar ik vraag me af of Sagan nog steeds hetzelfde aanprijzende effect heeft als midden jaren vijftig. Op het achterplat van de Bonbons wordt ook Sylvia Plath genoemd, maar dat is vooral, vermoed ik, omdat ook Pamela Moore zelfmoord pleegde en ze allebei een bipolaire stoornis hadden. Het feit dat Isa Hoes, weduwe van de bipolaire acteur Antonie Kamerling, het boek prominent aanprijst, laat zien waar de uitgeverij haar koperspubliek zoekt.

Het is alleen de vraag of dat lezerspubliek zich dan niet bekocht zal voelen, want Chocolates for Breakfast baarde in 1956 opzien omdat het boek gaat over een opgroeiende tiener die het niet zou nauw neemt met de zeden van die tijd. Courtney Farrell, de hoofdpersoon, legt het bijvoorbeeld aan met meerdere en ook met oudere mannen, verder drinkt ze heel erg veel en ook is er sprake van gelijkgeslachtelijke belangstelling. Kortom: ‘In deze opzienbarende roman geeft een achttienjarig schoolmeisje een scherp gedetailleerd beeld van het leven der hedendaagse gegoede jeugd in Amerika. Het is een leven van ongeremde genotzucht, waaraan de hoofdfiguur tegen haar diepste gevoelens in meedoet tot zij opschrikt door de zelfgekozen dood van een vriendin, zich aan deze algemene zelfvernietigingsdrang onttrekt en haar eigen weg gaat, de weg der volwassenheid.’

Waar haal ik deze tekst nu weer vandaan? Aan het woord ‘hedendaags’ is al te zien dat hij uit de tijd van de oorspronkelijke uitgave moet komen. Het citaat komt van de flap van de eerste Nederlandse vertaling van Chocolates for Breakfast, en die was van de hand van Wijmie Fijn van Draat. Ze verscheen onder de titel Chocolaadjes aan het ontbijt in 1957 bij A.W. Bruna en Zoon in Utrecht met een door Dick Bruna gemaakt stofomslag. Het is vreemd en opvallend dat die eerdere vertaling in het kader van de zogenaamde herontdekking buiten beeld blijft. Het had toch interessant kunnen zijn, naar een eerder leven van dit boek in Nederland en Vlaanderen te verwijzen?

17.15_vertaling WFvD

Hoe komt het dat dat niet gebeurt? Het antwoord is: er is vermoedelijk geen eerder leven van Chocolaadjes aan het ontbijt in Nederland en Vlaanderen geweest. Als dat wel zo was, zouden er wel meer sporen te vinden zijn, want in principe laat elk boek dergelijke sporen na. Maar zelfs het boek zelf bestaat nauwelijks: de KB in Den Haag is de enige Nederlandse bibliotheek die een exemplaar bezit, en dat pas sinds eind 2013. In de catalogusafdeling van de verzamel- en veilingsite Catawiki.nl staat een exemplaar vermeld, en ik bezit er twee. Het kan niet anders of al deze exemplaren zijn afkomstig uit dezelfde bron: de magazijnen van uitgeverij Bruna. Op de titelpagina van een van mijn exemplaren staat dan ook een stempel: ‘Werkexemplaar uitgeverij’. Een boek waarvan maar een handvol exemplaren bekend is terwijl het, in de slipstream van de Saganhype, een verkoopsucces moest worden, is nooit verspreid, dat is mijn conclusie, en dus eigenlijk nooit verschenen.

Ook het feit dat ik, ondanks regelmatig speurwerk de afgelopen twee jaar, behalve één recensie geen ander substantieel spoor van deze vertaling heb gevonden, wijst erop dat er met dit boek iets vreemds aan de hand is. Maar wat? Een correspondentie-archief van de uitgeverij zou uitkomst bieden, maar dat is vernietigd, laat een dame van Bruna me weten. En ook een archief van de vertaalster lijkt niet bewaard – de beheerder van het familiearchief van de Fijn van Draats weet in elk geval niets van brieven en andere documenten. Het Literatuurmuseum, voorheen het Letterkundig Museum, heeft een paar brieven van Wijmie aan enkele schrijvers, maar daar worden we ook niet wijzer van. Het zoeken naar sporen van Wijmie Fijn van Draat is overigens ook niet zo eenvoudig, want deze productieve maar vergeten vertaalster en schrijfster (1914–1998) met de mooie naam noemde zich ook wel eens Wijmpje, en toen ze getrouwd was met de schrijver Maurits Mok heette ze Wijmie Mok; onder die naam schreef ze bijvoorbeeld hoorspelen.

Ik heb dus tot nu toe slechts één recensie gevonden, en uit die kritiek kunnen we in elk geval constateren dat de recensent het boek gelezen heeft. Het loont de moeite de verrassend genuanceerde recensie in zijn geheel te citeren. Verrassend genuanceerd is ze omdat ze in de Boekengids staat, het in Nederland en Vlaanderen verschijnende ‘Orgaan van het Algemeen Verbond van Katholieke Boekerijen’, dat publicaties een zedelijke normering gaf. In het geval van Chocolaadjes aan het ontbijt is het een ‘II’=tje. Nog net geen ‘I’, en dat betekent: ‘Verboden Lektuur’. ‘II’ staat voor ‘Streng voorbehouden Lektuur’, met als toelichting: ‘Deze boeken mogen a) slechts bij uitzondering, b) om gegronde redenen, c) door welgevormde lezers worden gelezen.’ Ook de auteur van de recensie, de Vlaamse redacteur van de Boekengids Paul Hardy, roept Françoise Sagan weer te hulp:

Twee zeer jonge meisjes leren elkaar op kostschool kennen. De ene, Janet, is de dochter van een alcoholische vader en een neurotische moeder; de andere, de uitermate intelligente Courtney, is de dochter van een uit de echt gescheiden filmactrice. Courtney gaat weldra dezelfde weg op als de lichtzinnige, sceptische Janet: whisky en bijslaap. Wanneer Janet – minder oppervlakkig dan aanvankelijk bleek – zelfmoord pleegt, is voor Courtney het ‘bonjour tristesse’-moment aangebroken. Zij zal het roer omgooien. De schrijfster zou op 18-jarige leeftijd dit zielige verhaal hebben geschreven. Ze is alleszins zeer schrander en beschikt over een scherpe intuïtieve visie op de menselijke gedragingen. Niet immer echter is zij – of zijn haar revisoren! – er in geslaagd haar tekort aan rijpheid te maskeren. Zij geeft ons een onbemanteld beeld van een grondig verdorven jeugd, maar in haar houding tegenover de toestanden is zij nog niet – zoals Sagan – aan de post-morele faze toe. De positieve idee die, ondanks alles, dit boek beheerst is waarschijnlijk te verklaren uit een soort Iers religieus atavisme [de hoofdpersoon Courtney heeft de Ierse achternaam Farrell; JG]. Streng voorbehoud: voor pedagogen echter op stuk van informatie niet zonder belang.

Hardy vond dus dat het boek in de handen van welgevormde pedagogen zijn nut zou kunnen hebben, alleen: die hadden niets aan het advies, want het boek was nergens te krijgen. Ook niet als de licensie-uitgave bij uitgeverij Helicon in Antwerpen die bij de recensie wordt genoemd, want daarvan is deze vermelding voorlopig het enige spoor.

Er is dus het een en ander te vinden, maar voorlopig hebben we geen antwoord op de vraag waarom dit boek waarschijnlijk nooit op de markt is gekomen. Te aanstootgevend? Vertaling niet goed genoeg? Problemen met de Amerikaanse uitgever? Wie weet raad, wie kent de oplossing? Onder de goede inzenders verloot ik mijn exemplaar van de recente vertaling van Chocolates for Breakfast, want Bonbons als ontbijt is een foeilelijk boek. Hoewel – ook het veranderende uiterlijk van boeken kan een belangrijke aspect zijn van de receptiegeschiedenis van teksten. Daarover een andere keer.

17.15_vertalingBS