Vertaaldag  Archief

2024

2023

2022

2021

2020

2019

2018

2017

2016

2015

2014

2013

Wolkers in het Frans

Eva Wissenburg

In een boekwinkel in Arles staat een hele plank boeken die uit het Nederlands zijn vertaald. Je moet op een trapje klimmen om erbij te kunnen. Tussen alle witte ruggen die er geen twijfel over laten bestaan dat je in Frankrijk bent, springt een fuchsiaroze band eruit: Les délices de Turquie van Jan Wolkers, vertaald door Lode Roelandt in 1976 en in 2013 opnieuw uitgegeven door Belfond in de reeks ‘vintage romans’. Die neem ik mee. Toen ik een paar jaar geleden, als twintigjarige Jan Wolkers-fan, het gerucht opving dat het door hemzelf ingesproken luisterboek van Turks Fruit niet meer bijgeperst zou worden, ben ik naar de winkel gesneld om een exemplaar te kopen. Nooit naar geluisterd, maar nu kwam het dan toch van pas. Dus terug in Nederland, op een van die regenachtige voorzomeravonden die na drie weken Zuid-Frankrijk zo moeilijk te verdragen zijn, schuif ik het eerste schijfje van Turks Fruit in mijn cd-speler.

Jan Wolkers Leest Turks Fruit

De stem die ik als kind van mijn generatie vooral heb horen praten over de spuugbeestjes en slakken in zijn Texelse achtertuin begint voor te lezen en ik lees mee. Al snel moet ik de cd op pauze zetten en terugspoelen. Daar waar de vertaler het heeft over een foto van Olga ‘qui montre ses superbes fesses’ (12), vertelt Jan Wolkers dat op die foto te zien is hoe ‘haar billen zwaar naar beneden hangen’ (14). Een plastische beschrijving waarvan vooral de onderliggende bewondering wordt doorgegeven, dat is een detail, dat is vast toeval. Wolkers en ik lezen verder. Wanneer hij me vertelt dat zijn hoofdpersoon zijn Amerikaanse onderhuursters ervan verdenkt dat ze hem ‘nog even gauw in [zijn] aars probeerden te kijken’ (17) en de vertaler meldt dat ze ‘un coup d’oeuil furtif sur [son] cul’ (16) riskeren, geloof ik nog steeds dat het een kwestie van interpretatie zal zijn. Ik wil me er in een discussie over de reikwijdte van ‘in’ en ‘sur’, of ‘aars’ en ‘cul’ best van laten overtuigen dat het Frans hier net zo goed een iets explicieter beeld kan oproepen dan dat van twee meisjes die stiekem naar iemands billen zitten te kijken, maar ik begin op mijn hoede te raken.

Inmiddels hebben we vernomen hoe onze ik-figuur Olga heeft leren kennen en zitten ze samen in haar Amerikaanse slee nadat zij hem een lift heeft gegeven. Er wordt wat gepraat en er wordt wat gefrunnikt, en dan stelt hij haar voor ‘om naar de kant te rijden en te gaan vrijen’ (38). Ook in het Frans wordt er gepraat, gefrunnikt en voorgesteld de auto te stoppen, maar na ‘Aussi lui proposai-je de nous arrêter’ (40) eindigt de zin. Nu zal iedere lezer op zijn klompen aanvoelen waarom de hoofdpersoon graag wil stoppen. Olga zal het zelf ook wel weten, hij hóeft het niet uit te spreken… En misschien is de tweede helft van de zin stomweg vergeten, maar het effect is dat er in het Frans nu een poging lijkt te worden gedaan om de schijn van een onschuldige situatie op te houden terwijl Wolkers lifter er geen doekjes om windt dat hij wil stoppen voor een vrijpartij en zo laat zien dat hij geen boodschap heeft aan preutsheid, ook, of misschien juist, als de situatie toch al voor zich spreekt.

Het is natuurlijk niet zo dat er in het Frans niet wordt gevreeën en heus ook ruw zat. Over de vele vrouwen met wie hij na Olga’s vertrek seks heeft zegt de hoofdpersoon in het Frans: ‘Je les traînais dans mon antre, j’arrachais leurs vêtements et leur rentrais dedan comme un forcené’ (13), wat me niet veel minder expliciet lijkt dan ‘Ik sleepte ze naar mijn hol en rukte ze de kleren van het lijf en ramde me een ongeluk’ (15). Toch krijg ik de indruk dat het de vertaler soms net een beetje te gortig wordt. Wanneer onze held zich in de auto afvraagt of Olga wel ‘vastgestoken [zou] willen worden tussen haar dijen’ (39) wordt er in de vertaling de vraag gesteld ‘se laisserait-elle baiser?’ (41). ‘Baiser’ is als vrij gebruikelijke vertaling van ‘neuken’ nou niet direct braaf te noemen, maar juist omdat het als schuttingtaal niet zo veel bijzonders is, valt het een beetje weg in vergelijking met het idiosyncratischer ‘vaststeken tussen de dijen’.

Het begint me te intrigeren: zou deze vertaler bepaalde (principiële?) grenzen hebben en waar liggen die precies? Seks op zich lijkt geen probleem, maar wat dan wel? Voelt de vertaler misschien een zekere terughoudendheid bij het gedetailleerd weergeven van Olga’s fameuze lichaam? Wanneer Wolkers liefdevol de‘mooie vlezige kont’ van de ‘schat die daar achter zijn gebogen rug op de bagagedrager zat’ (49) beschrijft, keren de ‘superbes fesses’ (54) weer terug, waarmee ieder formaat bilpartij kan worden geroemd en waarmee we nog niet per se een mollig achterwerk voor ons zien zitten. Wanneer de protagonist vervolgens langzamer gaat fietsen ‘Zodat die hele toestand van haar niet zat te hotsen’ (49) is het in het Frans ‘Pour qu’elle ne sente pas les cahots’ (54). Dat is ook liefdevol. Zeker. Maar voorzichtiger gaan fietsen zodat degene die je achterop hebt het geschud niet zo voelt hebben we allemaal weleens gedaan en daarmee hebben we nog niet dat inkijkje gekregen in de zeer concrete voorstelling die de hoofdpersoon zich maakt van Olga’s hotsende kont op zijn bagagedrager.

Om vast te kunnen stellen of er een patroon te ontdekken is in de vertaalkeuzes van Lode Roelandt zou natuurlijk een uitgebreider onderzoek nodig zijn. Toch wekt deze korte inventarisatie de indruk dat er met zekere regelmaat iets gebeurt met Wolkers’ plastische omschrijvingen, vooral van Olga’s lichaam. Braaf is de vertaling zeker niet, er komen in het Frans net zo veel ‘bites’ en ‘cons’ voor als in het Nederlands ‘pikken' en ‘kutten’, maar af en toe is het net alsof de vertaler heeft gedacht: ‘ja, ja, zo kan ‘ie wel weer...’ Goed, Jan Wolkers en ik hebben het boek nog niet uit, we hebben nog een paar hoofdstukken te lezen. Gelukkig zijn de regenachtige nazomeravonden alweer begonnen; ik schuif het volgende schijfje alvast in mijn cd-speler.

 

Bibliografie
Wolkers, Jan. Turks Fruit. Amsterdam: Meulenhoff, 1983.

Wolkers, Jan. Les délices de Turquie. Vertaald door Lode Roelandt. Parijs: Belfond, 2013.