Uit het juryrapport: Dankzij de veelheid aan monumentale zinnen, het hypnotiserende ritme en het overdadige gebruik van herhalingen is Beton een zeer complexe brontekst. Ria van Hengel is er niet alleen in geslaagd deze complexiteit eer aan te doen, maar heeft bovendien de tragiek, de ironie en de zelfspot weten te behouden die schuilgaan onder Bernhards stilistische capriolen.
Naast hedendaagse schrijvers en dichters en werken van klassieke schrijvers als Goethe, Novalis en Nietzsche, vertaalde u al verschillende werken van Thomas Bernhard. Hoe gaat u specifiek voor het werk van Bernhard aan de slag?
Thomas Bernhard, van wie ik vóór Beton al tien andere boeken vertaalde, is berucht om zijn stijl. De in het juryrapport geciteerde paginalange zin van Beton is representatief voor het hele boek: ellenlange hypnotiserende zinnen met talloze in elkaar hakende bijzinnen. Wie mijn exemplaren van de brontekst bekijkt, stuit op een vrolijk kleurenpalet: rood voor de hoofdzin, groen voor de eerste bijzin, blauw, geel en oranje voor de bijzinnen dáár weer binnen. Voordat ik überhaupt kan gaan vertalen heb ik dus al een hele studie van die passage gemaakt.
Verder maakt Bernhard bijna pesterig gebruik van herhalingen. Ik houd altijd een lijst bij van de woorden en zinswendingen die telkens terugkomen, zodat ik daar steeds dezelfde vertaling voor gebruik.
De jury benoemt de complexiteit van de brontekst. Wat was voor u de leukste/grootste uitdaging van dit werk?
De uitdaging is om ondanks al dat gepuzzel een tekst te maken die evenveel brille en vaart heeft als het origineel en die recht doet aan de ironie, de zelfhaat en de levenstragiek waarvan al Bernhards boeken doordrenkt zijn. Daartoe neem ik na de eerste versie de hele vertaling nog zeker vijf keer door, de laatste keren zonder nog naar het origineel te kijken. Als er tijd is, laat ik de vertaling nog enige tijd liggen en ga ik er daarna met een frisse blik nog een laatste keer doorheen.
Welk hoofdstuk springt er voor u uit?
Geen hoofdstuk springt er voor mij uit want typerend voor Bernhard is juist dat zijn werk geen hoofdstukken kent: hij maakt geen enkele indeling, ook geen alinea’s en er zijn ook geen dialogen die het geheel wat lucht geven: de tekst dendert bezwerend almaar door, als één lange monoloog.
Wel zijn er passages die extra indruk op me maakten. De ik-verteller in bijna al Bernhards boeken leeft voortdurend op de rand van zelfmoord, en in Beton wordt dat ergens als volgt geformuleerd:
[…] ik leef alleen nog maar in de zelfbeschouwing en in de zelfwaarneming en natuurlijk daardoor in de zelfvervloeking en zelfloochening en zelfbespotting, ik leef al jaren in die toestand van de zelfvervloeking, de zelfloochening en de zelfbespotting, waartoe ik uiteindelijk altijd mijn toevlucht moet nemen om mezelf te redden. Alleen vraag ik me al die tijd af: redden van wat? Is het dan echt zoiets ergs waarvan ik mezelf voortdurend wil redden? Nee, het is niet zo erg, zei ik tegen mezelf en ik ging meteen weer door met mijn zelfbeschouwing en zelfzwartmaking en zelfbespotting. Ik wil immers niets anders dan de toestand waarin ik me bevind, die rechtstreeks de wereld uit leidt, zoals ik dacht, maar wat ik echt niet tegen mezelf durfde te zeggen, rekken, ik speel met die toestand en ik speel net zo lang met die toestand als ik wil.
Ria van Hengel is genomineerd voor de Filter Vertaalprijs 2023 met haar vertaling Beton van Thomas Bernhard. Alle interviews met de genomineerde vertalers worden verzameld op de website van het ILFU (Internationaal Literatuur Festival Utrecht). De prijzen worden uitgereikt tijdens het ILFU-festival, op 3 oktober.