Actueel Archief

Jan H. Mysjkin

voor zijn vertaling van 'De honderd nieuwe nieuwigheden oftewel De Bourgondische Decamerone (1462)'

04-09-2023


 Foto Alastair Cook

Uit het juryrapport: 'Mysjkin heeft voor een toegankelijk historiserende aanpak gekozen, wat in dit geval eigenlijk de enig zinvolle keuze is. De zinnen zijn voor de moderne lezer zonder problemen te lezen, maar maken een licht archaïsche indruk. In de woordkeus laat Mysjkin echter geen gelegenheid voorbijgaan om zich te bedienen van een uitermate exotisch taalrepertoire uit de taal van het land dat het verre verleden heet. Zo komt de lezer de prachtigste woorden tegen die het verdienen onder het stof van de oude bronnen vandaan gehaald te worden en bij uitstek passen bij een tekst als deze: ‘maître Domine’ voor pastoor, ‘snakerij’, ‘mamzel’ (kort voor mademoiselle) en ‘kedietje’ (synoniem voor het vrouwelijk geslacht), om er maar een paar te noemen.'

 

Hoe is het tot de vertaling van De honderd nieuwe nieuwigheden gekomen, een verzameling novellen die omstreeks 1460 aan het Bourgondische hof van Filips de Goede werd opgetekend?
Laat van meet af aan duidelijk zijn dat de vertaling van Les cent Nouvelles nouvelles er is gekomen op mijn initiatief. Als ik had moeten wachten op de opdracht van een uitgever, dan was er nu nog altijd niets gebeurd. Midden jaren negentig had ik een bibliofiele uitgave op de Marché du Livre Ancien in Parijs aangetroffen. Al na het lezen van de eerste drie verhalen wist ik dat De honderd nieuwe nieuwigheden een boek voor mij was. Het verbaasde me dat de verhalen, die zich voor een groot deel in Vlaanderen en de Bourgondische Nederlanden afspelen, nooit eerder in het Nederlands waren vertaald. Dus ging ik aan de slag met de eerste tien van De honderd nieuwe nieuwigheden en bood die de uitgevers aan. Ze hadden allen een goede reden om het voorstel af te wimpelen. Tot Marc Vleugels vond dat de Honderd precies paste als de honderdste titel in zijn Franse reeks.

Toch waren er al enkele van de ‘nieuwe nieuwigheden’ in het Nederlands vertaald. Waarom die vertalingen overdoen?
Toen ik van start ging, had ik geen weet van eerdere pogingen. Gelukkig maar, anders was ik misschien nooit aan mijn vertaling begonnen. Ik was al een flink eind opgeschoten toen ik in een bloemlezing erotische verhalen op een drietal bijdragen stootte die verduiveld sterk leken op die in De honderd nieuwe nieuwigheden. Na enig speurwerk had ik al snel door dat die niet uit het origineel waren vertaald, maar op z’n janboerenfluitjes uit The Hunderd Tales, de Engelse vertaling van 1960. Een kinderboekenauteur, die ik liever in vergetelheid laat rusten, had een bewerking voorgesteld, die ik alleen maar als een schertsvertaling kan kwalificeren. Bovendien had hij de frivoliteiten fors gecensureerd: ze mochten nog zo geestig zijn, de liederlijke geestelijkheid werd weggepoetst. Bronstige monniken werden geile zakenlui, bijvoorbeeld. Het sterkte me alleen maar in mijn voornemen om voor het eerst een volledige, ongekuiste vertaling te leveren, uiteraard op basis van het Middelfrans.

Over het vertalen van (laat)middeleeuwse teksten stelde de jury van de Filterprijs de volgende vragen: ‘Hoe breng je de verhalen naar een hedendaags publiek zonder af te doen aan de historiciteit ervan? Hoe wek je de illusie van authenticiteit in een taal die eeuwen verwijderd is van het origineel?’ Hoe bent u te werk gegaan?
Mijn vertaling is een leeseditie voor lezers van vandaag. In de vijftiende eeuw was het Frans nog lang niet zo strikt vastgelegd als nu. De spelling van een woord of een naam kan variëren binnen eenzelfde verhaal, de zinsbouw is soms een ratjetoe waarbij je flink moet puzzelen om het goed te krijgen. Dat moet je als vertaler niet (proberen te) imiteren – het gaat erom de verhalen in hedendaags Nederlands te brengen, met hier en daar een woord of uitdrukking die eraan herinnert dat de verhalen zich een dik half millennium eerder afspelen. Het verleent enig patina aan de tekst, zonder in zijn geheel ouderwets te klinken. De honderd nieuwe nieuwigheden hebben naast hun verhalende kwaliteiten ook een historisch belang. En uiteindelijk zijn de listen en lagen waarmee mannen en vrouwen elkaar vinden of bedriegen van alle tijden, geplaatst in het Bourgondië van Filips de Goede kijken we als door een vervreemdend glas naar wat vandaag niet anders is.

Jan H. Mysjkin is genomineerd voor de Filter Vertaalprijs 2023 met zijn vertaling De honderd nieuwe nieuwigheden oftewel De Bourgondische Decamerone (1462) van verschillende auteurs. Alle interviews met de genomineerde vertalers worden verzameld op de website van het ILFU (Internationaal Literatuur Festival Utrecht). De prijzen worden uitgereikt tijdens het ILFU-festival, op 3 oktober.