Uit het juryrapport: 'Vertalers Lies Lavrijsen (1978) en Els Dumez-Blocken (1963) hebben zich met zichtbaar plezier in de dierenwereld van Jean-Claude Mourlevat (1952) gestort. Ze weten precies de opgewekte toon te treffen waardoor je direct vanaf bladzijde één van de opgeruimde egel Jefferson gaat houden. Ook de vele andere dieren en de mensen die dit boek bevolken worden door Lavrijsen en Dumez-Blocken van een overtuigende eigen stem voorzien. Je ziet ze daar zo rondlopen in ‘Stedeburg’, je hoort ze bijna praten.'
Als ik het goed zie is dit het eerste boek dat jullie samen hebben vertaald. Hoe is deze samenwerking tot stand gekomen en hoe zijn jullie te werk gegaan?
Els: Lies en ik leerden elkaar een goeie vijftien jaar geleden kennen tijdens de Literaire Vertaaldagen in Amsterdam. Het klikte meteen, onder andere omdat we een passie deelden voor jeugdliteratuur vertalen.
Lies: Els had in 2008 al een boek van Jean-Claude Mourlevat had vertaald en was erg enthousiast over zijn werk. Toen Mourlevat in 2021 de Astrid Lindgren Memorial Award won, de officieuze Nobelprijs voor jeugdliteratuur, nam ik weer contact op met Els om haar te feliciteren. Hij was tenslotte een beetje háár auteur.
Els: En toen Lies kort daarna van uitgeverij Lannoo het aanbod kreeg om Jefferson te vertalen, stelde ze me voor om het samen te doen. Daar hoefde ik niet lang over na te denken. Ik vind Lies echt een fantastische vertaalster, ze beheerst haar metier en is heel inspirerend. Eindelijk zouden we samenwerken en dan ook nog eens aan een boek van mijn lievelingsauteur.
Lies: Zo gezegd, zo gedaan! Ik wist uit ervaring dat duovertalen weliswaar een arbeidsintensief proces is, maar dat het de kwaliteit van het eindresultaat alleen maar ten goede komt.
Els: Ik woon in de Franse Provence, dus af en toe gezellig overleggen bij een koffietje zat er helaas niet in. Onze samenwerking verliep dan ook vooral digitaal, via mail en een Google Doc met belangrijke begrippen. Daarnaast hielden we eindeloze Zoomsessies om knopen door te hakken…
Lies: Als je in duo werkt, mag je geen lange tenen hebben, omdat je onvermijdelijk met de kritische blik van de ander wordt geconfronteerd. Maar omdat we elkaar al zo lang kenden en vertrouwden liep dat bij ons heel vlot. Aan de eindversie kun je eigenlijk niet meer zien wie wat vertaald heeft.
Wat was de grootste uitdaging van deze vertaling? Of juist het leukste?
Els: Mourlevats schrijfstijl is bijzonder, hij wisselt op meesterlijke wijze ernstige passages af met humoristische en maakt daarbij gebruik van ironische opmerkingen, woordgrapjes en talige vondsten. Dat maakte Jefferson niet makkelijk om te vertalen, al hebben Lies en ik hebben er wel enorm veel plezier aan beleefd. Omdat het verhaal zich afspeelt in een fantasiewereld, moesten ook de betekenisvolle namen van veel personages vertaald worden, wat een extra uitdaging vormde. Om een voorbeeld te geven: ons hoofdpersonage, de egel Jefferson, heette in het Frans voluit Jefferson Bouchard de la Poterie. Een heel aristocratische naam, wat bij Jeffersons nobele karakter past, maar ook een verwijzing naar het bos waarin hij woont (‘buchard’ is een Oud-Frans toponiem dat naar een woud verwijst). We speurden het internet af naar Nederlandse adellijke namen die ook een link met de natuur hadden, en kwamen zo uiteindelijk tot Jefferson ten Bosch van Berckebeek.
Lies: Ik hou sowieso wel van een vertaaluitdaging, en bij Jefferson kon ik mijn hartje ophalen. Mourlevat is een virtuoze stilist en speelt bewust met uiteenlopende taalregisters. De vertelstem klinkt bijvoorbeeld vrij gedragen, als in een klassieke fabel, maar bepaalde personages spreken heel spreektalig Frans en sommige scènes zijn pure slapstick. We moesten dus heel flexibel zijn! Eén passage is me in het bijzonder bijgebleven: een liedje dat door de hoofdpersonages wordt geïmproviseerd tijdens een van de sleutelscènes van het verhaal. Deze scène is tegelijkertijd spannend en een komisch hoogtepunt in het verhaal, dus het liedje moest niet alleen kloppen qua inhoud, rijm en ritme, het moest ook geloofwaardig zijn én op de lachspieren werken... Peentjes zweten voor de vertaler, maar het geeft ook heel veel voldoening als je dan tot een leuk resultaat komt!
Wat onderscheidt dit werk van andere vertalingen die jullie afzonderlijk van elkaar hebben gemaakt?
Lies: Naast het constante spel met de taal maakte ook de inhoudelijke gelaagdheid van het boek het boeiend om te vertalen. Want enerzijds heb je dus wel de veelgeroemde humor en luchtigheid, maar uiteindelijk vormt het boek een aanklacht tegen de vleesindustrie. De ijzingwekkende scène waarin Jeffersons beste vriend, het varken Gijsbert, ontdekt hoe het er in een slachthuis aan toe gaat, komt juist door het contrast met het dolkomische detectiveverhaal dat eraan voorafgaat snoeihard binnen.
Els: Ja, ik ben het helemaal met Lies eens. Mourlevat is een meesterverteller. In zijn manier van schrijven proef je dat hij een theaterverleden heeft: zijn stijl is erg visueel. Hoe vaak hebben Lies en ik niet aan elkaar gevraagd: ‘Hoe zie jij deze scène voor je?’ Het was net alsof we naar een film keken. Dat is trouwens ook weer het geval bij het tweede boek over Jefferson, dat Lies en ik momenteel aan het vertalen zijn…
Lies Lavrijsen & Els Dumez-Blocken zijn genomineerd voor de Filter Vertaalprijs kinder- en jeugdboeken 2023 met hun vertaling Jefferson van de Franse auteur Jean-Claude Mourlevat. Alle interviews met de genomineerde vertalers worden verzameld op de website van het ILFU (Internationaal Literatuur Festival Utrecht). De prijzen worden uitgereikt tijdens het ILFU-festival, op 3 oktober.