Kiffe kiffe demain, een roman beur van Faïza Guène uit 2004, is een meertalig boek. Beur-romans zijn geschreven door auteurs van Maghrebijnse origine die behoren tot de tweede generatie (Fr. un beur = tweedegeneratie-immigrant). In de beur-literatuur bestaat een spanningsveld tussen het Standaardfrans en de Franse straattaal. Daarnaast ontleent diezelfde straattaal zelf ook woorden aan diverse vreemde talen, onder andere het Arabisch.
Dat de beur-literatuur Arabische elementen bevat zal niemand verbazen. Veel minder bekend is echter hoe vertalers met dit specifieke talige kenmerk omspringen. Op die leemte speelt onze bijdrage in. We onderzoeken hoe de Arabische ontleningen uit de Franse roman Kiffe kiffe demain vertaald werden in het Nederlands (door Frans van Woerden – Guène 2005c), het Spaans (door Jordi Martin Lloret – Guène 2006g) en het Arabisch (door Sahar Saïd – Guène 2010a).
Kiffe kiffe demain kon in de Franse literaire wereld meteen op grote belangstelling rekenen (Sourdot 2009). De roman verscheen oorspronkelijk in 2004 bij uitgeverij Hachette. De heruitgaven verschenen bij verschillende uitgeverijen: drie bij Hachette, vier bij Fayard en twee bij LGF (Librairie générale française).
Hetzelfde enthousiasme zien we ook in de vertaalwereld: Kiffe kiffe demain werd intussen al in meer dan twintig talen vertaald. In 2005, dus slechts één jaar na verschijnen, was er al een vertaling in vier Europese talen: Fins, Italiaans, Servisch en Nederlands. In 2006 verschenen maar liefst dertien andere vertalingen (Amerikaans-Engels, Brits-Engels, Catalaans, Duits, Kroatisch, Japans, Litouws, Pools, Portugees, Russisch, Spaans, Slovaaks en Zweeds). In Spanje werden in datzelfde jaar zelfs twee uitgaven gepubliceerd bij twee verschillende uitgeverijen uit Barcelona (Salamandra en ONCE). In deze bijdrage analyseren we de versie van Jordi Martin Lloret, verschenen in de reeks Narrativa en uitgegeven bij Salamandra. Vertalingen in het Hongaars, Noors, Roemeens en Deens volgden respectievelijk in 2007, 2008, 2009 en 2010. In 2010 verscheen ook de Arabische versie van de Syrische vertaalster Sahar Saïd. Deze verscheen bij Bloomsbury Qatar Foundation Publication, een samenwerkingsverband tussen Bloomsbury en de private non-profitorganisatie Qatar Foundation for Education, Science and Community Development, in 1995 opgericht door het toenmalige Qatarese staatshoofd Hamad ben Khalifa Al Thani.
Dat Kiffe kiffe demain zowel in als buiten Europa meteen op zo’n grote belangstelling kon rekenen, heeft ongetwijfeld ook te maken met het moment van verschijnen. Het najaar van 2005 staat immers in het collectieve geheugen gegrift als de periode waarin de Parijse voorsteden op hun grondvesten daverden door rellen. Het leven in de banlieues staat ook centraal in Kiffe kiffe demain. Doria, de ik-figuur uit de roman, is een vijftienjarig meisje van Maghrebijnse origine. Ze vertelt de lezer over haar belevenissen in de schoolbanken, haar bezoeken aan de psycholoog en het leven met haar in de steek gelaten moeder. Haar Marokkaanse vader keerde namelijk terug naar het Noord-Afrikaanse platteland (= de bled), in de hoop daar een zoon te verwekken bij een jongere, vruchtbaardere vrouw.
De taal van de banlieues
Een van de redenen waarom Kiffe kiffe demain zo veel succes oogstte, is ongetwijfeld het feit dat de roman het verhaal vertelt van een jongere van Noord-Afrikaanse origine uit de banlieue. Het zijn echter niet alleen Doria’s belevenissen die getuigen van de multi-etnische omgeving waarin ze opgroeit. Ook haar taalgebruik doet dat. Voor dit type taalgebruik bestaan in de vakliteratuur verschillende termen: ‘français contemporain des cités’ (Goudaillier 2007– vert. ‘Frans uit de banlieues’), ‘la langue des jeunes’ (Sourdot 2009: 498 – vert. ‘jongerentaal’), ‘l’argot des jeunes’ (Podhorna-Policka & Fiévet 2011 – vert. ‘jongerenargot’), ‘Urban Youth Slang’ (Linn 2016) of ‘straattaal’ (Linn 2014a, 2014b). In zijn werk over de taal van de banlieues noemt Goudaillier (1998: 6–7) multi-etniciteit een van de belangrijkste factoren bij de totstandkoming van een nieuwe, interetnische voertaal. Omdat de ik-persoon van Kiffe kiffe demain van Marokkaanse origine is, hoeft het niet te verwonderen dat haar variant van de jongerentaal vooral Arabische elementen bevat. Daarom vormt deze roman een interessant startpunt voor een studie naar de manier waarop de verschillende Arabische ontleningen worden vertaald in andere talen.
Kiffe kiffe demain bevat 33 passages met een ontlening uit het Arabisch. Concreet gaat het om de volgende Arabische vormen: aïd (2x), bled (10x), blédard (1x), chétane (1x), flouse (1x), hchouma (3x), kiffer (6x), kif-kif (5x), maboul (1), mektoub (1x), négafa (1x) en walou (1x).
In dit lijstje herkennen we twee typen ontleningen. Sommige ontleende vormen worden vandaag nog steeds als ‘vreemd’ gepercipieerd. Ze komen ook nog niet voor in Le nouveau Petit Robert van 2003. Deze woorden noemen we in deze bijdrage – in navolging van Carbonell i Cortés (2003) – xenismen. Andere woorden zijn ooit overgenomen uit een andere taal (i.c. het Arabisch), maar maken intussen volwaardig deel uit van de taal die ze ontleend heeft (i.c. het Frans). Deze vormen noemen we in dit artikel leenwoorden. Wie deze termen niet begrijpt, kan ze probleemloos terugvinden in Le nouveau Petit Robert van 2003. Of in de woorden van Carbonell i Cortés (2003):
I take the concept xenism from terminology studies and extend its meaning to stand for any culture-specific word or phrase that remains phonetically unchanged in the target text, either maintaining its original phonemic transcription […] or orthographically adapted […]. A xenism is always sociolinguistically marked as foreign, and when such marking disappears because the source word or phrase has been integrated in the target language lexicon, then it is not a xenism proper, but a loanword […]. (159)
De xenismen in ons corpus zijn aïd, hchouma, chétane, mektoub, négafa en walou. Deze woorden worden als vreemd ervaren door Franstalige lezers. Om de betekenis van deze termen te verduidelijken, maakt Faïza Guène in de Franse tekst gebruik van technieken die verwant zijn met vertaalstrategieën, bijvoorbeeld door de Arabische termen kort toe te lichten als ze voor het eerst voorkomen. De Arabische elementen die al wel volwaardig deel uitmaken van de Franse (jongeren)taal – de leenwoorden dus – zijn bled, blédard, flouse, kiffer, kif-kif en maboul. Deze woorden worden veel minder als gemarkeerd c.q. vreemd ervaren door moedertaalsprekers. Verderop in deze bijdrage zullen we zien welke strategieën de vertalers bij deze woorden toepassen.
Als we een onderscheid maken tussen xenismen en leenwoorden, dan doen we dat ook omdat de vertaling van ontleningen een uitstekende graadmeter vormt voor de talige, stilistische en literaire vertaalkwaliteit van de roman beur in het algemeen en van de roman Kiffe kiffe demain in het bijzonder. De Arabische ontleningen zijn immers exponenten van de socioculturele situatie waarin de teksten in kwestie ontstaan zijn. De xenismen zijn totaal onbekend bij Franstalige lezers die zelf niet in de banlieue zijn opgegroeid. Deze vormen verwijzen naar de oorspronkelijke, Marokkaanse cultuur van de ik-persoon. Met andere woorden: ze geven blijk van haar ‘anders-zijn’. De Arabische leenwoorden kunnen daarentegen in verband worden gebracht met de tussenpositie die de jonge Noord-Afrikanen zelf innemen: de woorden zijn afkomstig uit het Arabisch, maar ze zijn intussen opgenomen in de Franse woordenschat. Sommige leenwoorden hebben zich aangepast aan de Franse uitspraak, spelling of morfologie, maar hun vreemde herkomst is niet volledig uitgevlakt.
De leenwoorden illustreren met andere woorden twee tegengestelde tendensen die we – in navolging van Carbonell I Cortes (2003)1 - othering en familiarization noemen. Oftewel: deze leenwoorden verwijzen zowel naar het Vreemde als naar het niet-Eigene.
De twee typen Arabische ontleningen maken als het ware deel uit van een schaal met het Vreemde en het Eigene als uitersten. De xenismen bevinden zich aan de kant van het Vreemde, terwijl we de leenwoorden met het Eigene kunnen verbinden. Maar beide typen ontleningen hebben in de brontaal een (inter)culturele connotatie die essentieel is voor een goed begrip van de onderzochte roman. Juist omdat xenismen en leenwoorden in de brontaal verschillend gepercipieerd worden, is het de vraag hoe vertalers ermee zullen omgaan. Bij de omzetting in een andere taal moeten de xenismen en de leenwoorden immers ook zo goed mogelijk worden ingepast in de context van een nieuwe culturele ruimte. Zowel in de Franse roman als in de vertalingen wordt via de Arabische ontleningen een identiteitsproblematiek aangekaart.
De xenismen illustreren het fenomeen van othering en kunnen in principe probleemloos worden overgenomen als de vertaler hetzelfde effect wil bereiken. De vertaling van de leenwoorden blijkt een stuk complexer te zijn. Immers: historisch gezien hebben niet alle talen evenveel contact gehad met het Arabisch, waardoor de leenwoorden niet in elke taal (al) even ‘gewoon’ aanvoelen (zie hieronder). De Arabische, Spaanse en Nederlandse vertaling van Kiffe kiffe demain illustreren elk op hun eigen manier het hybride karakter – tussen het Vreemde en het Eigene – van de leenwoorden:
Zoals Rainier Grutman (1996) al aangaf: voorbeelden van meertaligheid in de literatuur geven daarom nog geen accuraat beeld van meertaligheid in de maatschappij. Een studie van woorden uit verschillende talen en variëteiten in een literaire tekst moet het niveau van de woordenboekbetekenis overstijgen. De onderzoeker moet er ook rekening mee houden dat woorden een extra betekenis kunnen hebben die voortvloeit uit de literaire context. Zo sluiten de Arabische ontleningen van Faïza Guène bijvoorbeeld naadloos aan bij het ludieke karakter van de roman. Of zoals Linn (2014a: 64) het stelt: ‘Adolescenten vinden het leuk en uitdagend om nieuwe termen en uitdrukkingen te bedenken’. Met andere woorden: het volstaat niet om te kijken met welke strategieën de Arabische ontleningen in de drie doeltalen vertaald zijn, we moeten ook nagaan welke functie meertaligheid precies heeft in de brontekst.
De xenismen
De brontekst bevat zes xenismen: aïd, hchouma, chétane, mektoub, négafa en walou. De Spaanse en de Nederlandse vertaling behouden ze alle zes (in negen verschillende passages). Deze keuze ligt voor de hand: ook voor veel Franstalige lezers zijn deze termen onbekend. Vier van de zes xenismen (chétane, mektoub, négafa en walou) komen slechts één keer in de roman voor. Aïd en hchouma komen respectievelijk twee en drie keer voor. In de Franse tekst worden deze zes woorden vlak voor of vlak na hun eerste voorkomen toegelicht. De Spaanse en de Nederlandse vertaler nemen deze werkwijze over, al wordt soms wel de spelling aangepast aan de spellingconventies van de doeltaal:
Voorbeeld 1: Je veux pas de ça chez moi, y a le chétane dedans, c’est Satan ! (Guène 2004: 42)
Voorbeeld 1 (Spaans): Esto no lo quiero en mi casa, lleva el shétane dentro, es Satán! (Guène 2006g: 36)
Voorbeeld 2: Rien, walou. (Guène 2004: 156)
Voorbeeld 2 (Nederlands): Helemaal niks, waloe. (Guène 2005c: 134)
Als toelichting bij mektoub gebruikt de Nederlandse vertaler een vaste uitdrukking ‘het stond in de sterren geschreven’, die net als mektoub een gevoel van voorbestemming uitdrukt:
Voorbeeld 3: Ma mère, elle dit que si mon père nous a abandonnées, c’est parce que c’était écrit. Chez nous, on appelle ça le mektoub. (Guène 2004: 19)
Voorbeeld 3 (Nederlands): Mijn moeder zegt dat mijn vader ons in de steek heeft gelaten omdat het in de sterren geschreven stond. Bij ons noemen ze dat mektoub. (Guène 2005c: 15)
Vooral de vertaalkeuzen in de Arabische versie waren verrassend. Met uitzondering van aïd behoren de xenismen uit de Franse tekst niet tot het Standaardarabisch, maar tot het Marokkaanse dialect. In de Arabische vertaling worden de negen passages met xenismen volgens verschillende strategieën vertaald. De twee passages met aïd worden in het Standaardarabisch weergegeven. In dit geval komt vertalen in het Standaardarabisch dus neer op een handhaving. In drie andere passages worden Marokkaanse termen weergegeven in de Marokkaans-Arabische variant. In dit geval zijn het dus informele vormen die niet vertaald worden. Maar in respectievelijk één en drie passages wordt een Marokkaanse term vertaald in het Standaard- en zelfs formeel Arabisch, en dat ondanks het feit dat alle Arabisch-sprekende lezers deze Marokkaanse woorden zeker zouden begrijpen. Het is vooral de keuze in deze vier laatste passages die ons heel opvallend lijkt. Daar voelt het Andere uit de brontekst plots vertrouwd aan in de doeltekst:
Voorbeeld 1 (Arabisch): ! لا أريد هذا في منزلي، ففيه الشيطان، إنّه إبليس [= Dat wil ik niet in mijn buurt hebben, dat is de duivel, dat is Satan] (Guène 2010a: 34)
Voorbeeld 2 (Arabisch): لا شيء أبدًا [= Helemaal niets] (Guène 2010a: 133)
De leenwoorden
De categorie van de leenwoorden moet door vertalers omzichtiger behandeld worden. De termen in deze categorie zijn namelijk – zoals we eerder aangaven – tegelijk exponenten van het Eigene en het Vreemde in de brontekst. Een leenwoord kan soms ook verschillende, zeer diverse semantische connotaties hebben. We illustreren dit aan de hand van enkele passages met het woord bled.
Volgens de Petit Robert de la langue française (geraadpleegd op 28 augustus 2017) en Larousse en ligne (geraadpleegd op 28 augustus 2017) betekent bled ‘dorp of stad van oorsprong’ en, bij uitbreiding, ‘land van oorsprong’. Goudaillier (1998: 62) voegt hier nog aan toe dat bled in de spreek- en straattaal ook ‘verre, afgelegen en armoedige plek of dorp in Noord-Afrika’ kan betekenen. In de jongerentaal van de Franse banlieues heeft bled een pejoratieve betekenis. Wat er ook gebeurt, de bled zal altijd klein blijven ten opzichte van het grote Frankrijk. De term verwijst naar het leven op het platteland en naar de sociale druk die migranten en hun families in het Westen ondervinden. De jaarlijkse terugkeer naar de bled in de zomervakantie is een bekend fenomeen met een belangrijke sociologische waarde voor de jongeren uit de banlieues. Precies die connotaties probeert Guène op te roepen in Kiffe kiffe demain. Twee voorbeelden:
Voorbeeld 4: Ça devait être chaud pour elle car au bled, ça existait même pas les serviettes hygiéniques. (Guène 2004: 49)
Voorbeeld 5: Le concept Taxiphone, il est made in bled. (Guène 2004: 171).
Het leenwoord bled maakt dus niet alleen deel uit van het eerder informele register, maar heeft ook een belangrijke gevoelswaarde. Die gelaagdheid komt echter niet altijd tot uiting in de geanalyseerde vertalingen. In de Arabische vertaling wordt het leenwoord steeds vervangen door een term uit het literair Arabisch, namelijk بلد balad. Deze term betekent land, niet dorp, en heeft allesbehalve een pejoratieve betekenis.
Voorbeeld 5 (Arabisch): مفهوم أكشاك الهاتف العمومية، صنع في البلد [= Het concept van de belwinkels is ontstaan in het land van herkomst] (Guène, 2010: 147).
Made in bled (zie voorbeeld 5) wordt vertaald als ‘het is gemaakt in het land van herkomst’. De pejoratieve en sarcastische ondertoon van de brontekst wordt dus uitgevlakt. De Nederlandse vertaler gebruikt verschillende vertaalstrategieën om de betekenis van bled weer te geven. Soms gebruikt hij de neutrale term ‘dorp’, die de specifieke gevoelswaarde van bled mist. Soms gebruikt hij ook ‘gat’ (Guène, 2005d: 16). Deze term is een stuk informeler en heeft dezelfde pejoratieve connotatie als bled. Ook voegt de vertaler soms een element toe. In het volgende voorbeeld geeft de toevoeging van ‘oude’ uiting aan het gevoel van melancholie bij de moeder van de ik-persoon:
Voorbeeld 6: Ma mère m’a expliqué qu’elle s’était inscrite au cours de couture parce qu’il n’y avait pratiquement que des Maghrébines et que ces réunions de femmes […] ça lui rappelait un peu le bled. (Guène 2004: 34)
Voorbeeld 6 (Nederlands): Mijn moeder heeft me uitgelegd dat ze zich voor de naaicursus had ingeschreven omdat het bijna alleen maar Noord-Afrikaanse vrouwen waren en omdat al die vrouwen zo gezellig bij elkaar […] haar een beetje deden denken aan haaroude dorp. (Guène 2005c: 27)
Als bled geen extra connotatie heeft en enkel verwijst naar het dorp van herkomst van Doria’s ouders, wordt in de Nederlandse vertaling gefocust op de geografische afstand: bled wordt ‘daarginds’.
Voorbeeld 7: À mon avis, s’ils se sont fait construire une maison au bled en bouffant du riz et des pâtes à tous les repas pour envoyer des sous aux maçons, et si la mère embarque un aspirateur avec elle, c’est qu’ils ont l’intention de s’y installer. (Guène 2004: 104)
Voorbeeld 7 (Nederlands): Ze hebben er tijdenlang enkel rijst en macaroni voor moeten vreten en elke cent opgestuurd naar de metselaars daarginds en als hun moeder nou ook nog een stofzuiger meeneemt, nou dan hebben ze het niet voor niks laten bouwen, dat huis, mooi dat ze er ook voorgoed in gaan wonen. (Guène 2005c: 89)
Een andere strategie is standaardisering. Dat standaardisering allerminst saai hoeft te zijn, blijkt duidelijk uit het volgende voorbeeld:
Voorbeeld 5 (Nederlands): Het idee van de Taxiphone, dat is made in Marokko. (Guène 2005c: 146)
De Nederlandse vertaler speelt hier duidelijk met taal. Door bled te vervangen door ‘Marokko’, ontstaat een alliteratie die bijdraagt aan het ludieke karakter van de roman Kiffe kiffe demain. De toolbox van de Nederlandse vertaler bevat dus duidelijk verschillende strategieën om de kenmerken van informele jongerentaal en de diverse connotaties van bled weer te geven. De Spaanse vertaler vertaalt bled twee keer als poblacho, wat ‘vervallen dorp’ betekent in het Spaans. In andere voorbeelden is bled gewoon vervangen door pueblo (= dorp), waardoor het woord de pejoratieve bijklank uit de Franse versie verliest. De vertaling van bled door mi tierra (= mijn land) in voorbeeld 5 voegt een nieuwe betekenis toe die niet per se aanwezig is in de brontekst:
Voorbeeld 5 (Spaans): El concepto Taxiphone es made in mi tierra. (Guène 2006: 147).
Terwijl made in bled duidelijk spottend bedoeld is, is dat niet het geval bij made in mi tierra. Integendeel, de Spaanse vertaling focust – met een subtiele alliteratie – op de affectieve band van de ik-persoon en haar land van oorsprong. Bled behoort typisch tot de taal van de banlieues. Door soms te kiezen voor een informele term houdt de Spaanse vertaling daar meer rekening mee dan de Arabische versie. Maar omdat er – anders dan in de Nederlandse vertaling – niet met toevoegingen gewerkt wordt, komen de diverse connotaties van bled minder duidelijk naar voren dan in de Nederlandse versie. De etnische dimensie wordt niet meevertaald en dus zien we hoe het Vreemde opnieuw verdwijnt uit de Spaanse vertaling van Kiffe kiffe demain.
Samenvattend kunnen we stellen dat de Nederlandse en de Spaanse vertaler op een vergelijkbare manier omgaan met de ontleningen uit het Arabisch. Beiden hebben gebruikgemaakt van vier strategieën: vervanging door een standaardterm, vervanging door een informele variant, handhaving en toevoeging. De Nederlandse vertaler maakt overvloedig gebruik van toevoegingen (tien gevallen), wat hem toelaat om veel van de oorspronkelijke connotaties weer te geven. In vijf van de 24 gevallen kiest hij voor een informele term, waardoor een cruciaal kenmerk van de Arabische ontleningen – namelijk hun informele karakter – ook tot uiting komt in de vertaling. De Spaanse vertaling bevat slechts één toevoeging en achttien vervangingen door een neutrale variant. Door het gebruik van woorden uit een informeel register (vijf gevallen) probeert de vertaler het informele karakter van de roman te bewaren, maar verhoudingsgewijs worden er wel meer vormen gestandaardiseerd dan in de Nederlandse vertaling. Ter vergelijking: in de Nederlandse versie troffen we tien gevallen van standaardisering aan. In de Arabische vertaling worden de Arabische elementen vrijwel allemaal vervangen door een formele vorm (22 van de 24 gevallen). We stellen dus vast dat een van de belangrijkste stilistische kenmerken van de roman als het ware ‘weggestandaardiseerd’ – of nog specifieker: ‘weggeformaliseerd’ – wordt. Het Vreemde uit de brontekst wordt dus absoluut niet het Eigene in de vertaling. Er wordt ook geen gebruik gemaakt van toevoegingen. De connotatie van de leenwoorden met Marokkaanse origine wordt hierdoor compleet uitgewist.
En dan ‘kif-kif’ zelf
Bij de vijf leenwoorden uit Kiffe kiffe demain zijn er twee die een heel bijzondere plaats innemen: kif-kif en kiffer. Deze termen lagen ook aan de basis van de titel van de roman, die met een woordspeling verwijst naar een van de fundamentele thema’s van de tekst. De uitdrukking Kiffe kiffe demain wordt verschillende keren gebruikt en drukt de evolutie uit in het relaas van hoofdpersonage Doria. Het adjectief kif-kif is afkomstig uit het Maghrebijns-Arabisch en betekent ‘hetzelfde, gelijk’. De eerste keer drukt Doria haar verdriet en wanhoop uit door te verzekeren:
Voorbeeld 8: Alors que pour moi, c’est kif-kif demain. (Guène 2004: 76)
Voorbeeld 8 (Nederlands): Terwijl het voor mij morgen kifkif is, we zien wel. (Guène 2005c: 64)
Op het einde van de roman is Doria optimistischer en zegt:
Voorbeeld 9: Maintenant, kif-kif demain je l’écrirais différemment. Ça serait kiffe kiffe demain, du verbe kiffer. (Guène 2004: 188)
Voorbeeld 9 (Nederlands): Maar dat morgen kifkif zou ik nu een beetje anders schrijven. Het zou ‘kiffe kiffe demain’ moeten zijn, van het werkwoord ‘kiffer’. (Guène 2005c: 159)
Het werkwoord kiffer betekent in de Franse jongerentaal ‘leuk vinden’. Op het moment dat Doria deze zin schrijft, beslist ze om te genieten van het leven en plezier te maken. Ze neemt zich voor dat de volgende dag leuk zal worden. De titel Kiffe kiffe demain, een woordspeling met kif-kif en kiffer, is met andere woorden een buitengewoon geslaagde synthese van de roman als geheel en van de ontwikkeling van het hoofdpersonage in het bijzonder.
Een adequate vertaling2 vinden voor deze titel die rekening houdt met alle connotaties die hij met zich meedraagt qua thematiek, toon en stijl is verre van eenvoudig. Hieronder bespreken we de titel van de onderzochte vertalingen. Wat meteen opvalt: bij geen enkele vertaling laat de titel zien dat de ik-persoon een persoonlijke en geestelijke evolutie doormaakt. De Spaanse vertaling Mañana será otro día betekent zoveel als ‘Morgen komt er weer een dag’. Deze vertaling geeft goed de optimistische toon van de oorspronkelijke titel weer, maar tegelijk gaan er ook twee belangrijke stilistische kenmerken verloren, namelijk het gebruik van (grootstedelijke) jongerentaal en de link met het Arabisch. De sociolinguïstische connotaties van de Franse titel gaan dus verloren. De Arabische vertaling draagt als titel Ghadan kif kif, wat staat voor ‘Morgen hetzelfde’ of ‘Morgen zal het hetzelfde zijn’. Strikt genomen geeft deze titel alleen de psychologische toestand van Doria weer in het eerste deel van de roman. Hij laat niet zien dat de ik-persoon een persoonlijke en geestelijke evolutie doormaakt. Ook de typische, vaak schertsende manier waarop Doria zich uitdrukt komt niet tot uiting in de Arabische titel. Bovendien is het de vraag of alle lezers uit de Arabische wereld de Maghrebijnse uitdrukking kif kif meteen correct interpreteren. In de Arabische tekst vallen immers de klinkers weg. Kif kif kan dan gemakkelijk verward worden met kaif kaif, dat ‘hoe’ betekent en veel vaker voorkomt. Het valt dus niet uit te sluiten dat veel lezers de Arabische titel lezen als Ghadan kaif kaif [= Morgen, hoe]. Ook de Nederlandse titel Morgen kifkif kan voor interpretatieproblemen zorgen. Demain kan probleemloos worden omgezet in ‘morgen’, maar de vertaling van kiffe-kiffe in ‘kifkif’ voegt een lading toe die in het Frans ontbreekt. Het Nederlandse substantief ‘kif’ is een synoniem voor ‘hasj’, maar tegelijk is het ook een gereduceerde variant van het substantief ‘kift’, dat ‘ruzie, herrie, heisa’ betekent. Geen van beide vormen komt frequent voor in het Nederlands. Als de Nederlandstalige lezers reflecteren over de titel, zal hun vooral de reduplicatie van de term ‘kif’ opvallen. De sociolinguïstische connotaties van de titel zijn niet noodzakelijkerwijs verdwenen, maar de betekenis is wel radicaal veranderd. Alleen wie het volledige boek leest maakt – dankzij de toelichtingen en de toevoegingen in de tekst zelf – kans om deze vreemde titel te begrijpen.
Verder valt op dat kif-kif en kiffer in de Nederlandse versie – zeker in vergelijking met de Spaanse en de Arabische editie – opvallend vaak niet vertaald worden (negen gevallen) en/of voorzien worden van een toevoeging (tien gevallen). Het gaat om twee tegengestelde tendensen die elkaar afwisselen, waardoor ook othering en familiarization naast elkaar voorkomen. Op vijf plaatsen worden beide strategieën trouwens ook tegelijk toegepast. Kif-kif en kiffer zijn de enige ontleende vormen die in de Nederlandse versie soms niet vertaald worden. Als ze voor de eerste keer gebruikt worden, zijn ze vaak vergezeld van een toevoeging. In voorbeeld 8 is ‘we zien wel’ toegevoegd en wat later in de roman lezen we:
Voorbeeld 10: Olivia et Trav, ils se kiffent. […] Et puis à la rentrée, Olivia elle est toujours en kiffe mais Trav, lui, pour flamber devant les potes du lycée, il la calcule plus parce qu’il a honte d’elle. (Guène 2004b: 146)
Voorbeeld 10 (Nederlands): Het is dik aan tussen Olivia en John, je reinste kifkif! […] Als het schooljaar weer begint, is Olivia nog steeds tot over haar oren gekiftkift, maar Trav, die de stoere bink wil uithangen voor zijn klasgenoten, ziet haar niet meer staan, want hij schaamt zich voor haar. (Guène 2005: 125)
De Nederlandse vertaling voelt dus in zekere zin vreemd en wijkt af van de brontekst, maar de vertaler probeert duidelijk om de niet-vertaalde vormen te compenseren met toevoegingen, waardoor de tekst toch toegankelijk blijft. De combinatie van deze twee strategieën laat de meervoudige identiteit van de Arabische ontleningen, de opgewekte toon van de roman en de talige vindingrijkheid van Doria goed tot hun recht komen.
Tot slot
Meertaligheid kan in de literatuur diverse vormen aannemen en verschillende functies hebben. Precies die potentiële meerlagigheid moeten we steeds voor ogen houden als we vertalingen bestuderen van literaire teksten met een meertalig karakter. De Arabische elementen in Kiffe kiffe demain drukken de meervoudige identiteit uit van diegenen die ze gebruiken. De ontleningen maken duidelijk dat de jonge beurs in een meertalige context leven. Tegelijk fungeren deze woorden ook als metoniem voor hun positie in de Franse maatschappij. Omdat de Arabische ontleningen complexe connotaties hebben, vertolken ze in de brontekst op een heel pakkende manier het anders-zijn van de jongeren met Noord-Afrikaanse roots.
Bij de analyse van de vertalingen maakten we een onderscheid tussen xenismen en leenwoorden. De vertaling van xenismen zorgt in theorie voor weinig problemen. Voor termen die in de brontekst het Vreemde uitdrukken, lijkt handhaving het meest voor de hand te liggen. De Nederlandse en de Spaanse vertaling kiezen dan ook systematisch voor deze oplossing. De Arabische vertaalster paste daarentegen bijna consequent een andere strategie toe: zij standaardiseerde heel vaak de xenismen. Wat ons een vanzelfsprekende oplossing lijkt (namelijk handhaving), is dat dus niet noodzakelijkerwijs voor iedereen.
De leenwoorden, die duidelijk bijdragen aan de uitdrukking van een identiteit, stellen de vertalers voor een veel complexer probleem. In de onderzochte vertalingen wordt dit probleem op verschillende manieren aangepakt. Zo worden de leenwoorden in de Arabische vertaling, op één geval na, systematisch gestandaardiseerd. Er zijn ook geen compensatiestrategieën toegepast. Arabische elementen die vaak voorkomen in de informele taal van de Franse roman zijn zelfs vervangen door pendanten uit het literaire, formele Arabisch. Of deze vertaalstrategie samenhangt met specifieke nationale literaire conventies zou aan de hand van verder onderzoek nagegaan moeten worden. Ook in de Spaanse vertaling troffen we verschillende gevallen van standaardisering aan. Soms werd het Arabische element vervangen door een standaardtalige vorm, soms door een informele. De vertaling waarin de ruimste waaier van strategieën werd gebruikt om het complexe karakter van de Arabische ontleningen uit te drukken, is zonder twijfel de Nederlandse. Ook hier wordt geregeld standaardisering toegepast, maar om de oorspronkelijke connotaties in een specifieke context zo goed mogelijk weer te geven, voorzag de vertaler de gestandaardiseerde vorm in vijf gevallen van een toevoeging. Hierdoor is hij er – beter dan zijn collega-vertalers – in geslaagd om de precieze betekenis van de Arabische vormen en de identiteit die ze uitdrukken weer te geven. Met andere woorden: het Vreemde wordt niet vertaald, maar door de toevoegingen krijgt de lezer er toch een vleugje van mee.
Het etnische karakter van de roman, voor zover dat in de brontekst tot uiting kwam in de Arabische ontleningen, is in de onderzochte vertalingen grotendeels uitgewist. Het overleeft alleen nog via de xenismen. Hierbij willen we echter wel opmerken dat we bij ons onderzoek gefocust hebben op de passages die in de brontekst een Arabische ontlening bevatten en op de corresponderende passages in de vertalingen. We hebben geen systematische studie gemaakt van alle mogelijke compensatiestrategieën in de volledige vertalingen. Het zou dus kunnen dat het Vreemde in sommige vertalingen ook nog op andere plaatsen of op andere manieren tot uiting komt. Ons onderzoek bleef beperkt tot één roman en drie vertalingen uit de beur-literatuur. Uiteraard zou het goed zijn om deze steekproef nog uit te breiden en te kijken of onze vaststellingen veralgemeend mogen worden naar andere teksten en andere talen. Zo’n vervolgstudie biedt zonder twijfel interessante perspectieven. Hoe beur-romans vertaald worden, zegt namelijk veel over de manier waarop de verschillende doelculturen omgaan met de vermenging van het Eigene en het Vreemde in de brontekst.
Noten
1 Om het spanningsveld tussen het Eigene en het Vreemde te analyseren, baseren we ons in deze bijdrage op de terminologie van Carbonell i Cortes (2003). Zijn classificatie is fijnmaziger en relevanter voor de analyse van hybride teksten zoals Kiffe kiffe demain dan de klassieke vertaalwetenschappelijke opposities zoals die van Berman (1999) of Venuti (1995).
2 Voor meer informatie over de vertaling van de Spaanse, Italiaanse en Engelse titel van de roman Kiffe kiffe demain, zie Denti (2016).
Bibliografie
Berman, Antoine. 1999. La traduction et la lettre, ou L’auberge du lointain. Paris: Seuil.
Carbonell i Cortes, Ovidi. 2003. ‘Semiotic alteration in translation. Othering, stereotyping and hybridization in contemporary translations from Arabic into Spanish and Catalan’, Linguistica Antverpiensia, New Series – Themes in Translation Studies, 2, p. 145–159.
Denti, Chiara. 2016. ‘Traduire un titre hétérolingue: Kiffe kiffe demain de Faïza Guène et ses traductions’, mediAzioni, 21, via: http://www.mediazioni.sitlec.unibo.it/images/stories/PDF_folder/document-pdf/21-2016/8%20denti.pdf.
Ertel, E. 2011. ‘Réception et traduction en anglais du roman beur: Le cas de Kiffe kiffe demain, ou la langue en question’, in: I. Vitali (ed.), Intrangers II. Littérature beur, de l’écriture à la traduction, Louvain-La-Neuve: Academia/L’Harmattan, p. 123-154 [zie over het verschil tussen de Brits-Engelse en Amerikaans-Engelse versie p. 149-150].
Goudaillier, Jean-Pierre. 1998. Comment tu tchatches ! Dictionnaire du français contemporain des cités. Paris: Maisonneuve et Larose.
Goudaillier, Jean-Pierre. 2007. ‘Français contemporain des cités : langue en miroir, langue du refus’, Adolescence, 59, p. 119–124.
Grutman, Rainier. 1996. ‘Langues étrangères et savoir romantique: considérations préliminaires’, TTR: traduction, terminologie, rédaction, 9:1, p. 71–90.
Guène, Faïza. 2004. Kiffe kiffe demain. Paris: Hachette littératures.
Guène, Faïza. 2005c. Morgen kifkif. Vertaald door Frans van Woerden. Amsterdam: Sijthoff.
Guène, Faïza. 2006g. Mañana será otro día. Traducción: Jordi Martín Lloret. Barcelona: Salamandra.
Guène, Faïza. 2010a. Ghadan Kiffe Kiffe. Translated by Sahar Saïd. Bloomsbury: Qatar Foundation Publication.
Larousse. ‘Larousse en ligne’, via: https://www.larousse.fr/dictionnaires/francais
Linn, Stella. 2014a. ‘Het vertalen van straattaal (I)’, Filter, 21:3, p. 63–70.
Linn, Stella. 2014b. ‘Het vertalen van straattaal (II)’, Filter, 21:4, p. 21–36.
Linn, Stella. (2016): ‘C’est trop auch! The Translation of Contemporary French Literature Featuring Urban Youth Slang’, International Journal of Literary Linguistics, 5:3, via: http://www.ijll.uni-mainz.de/index.php/ijll/article/view/69.
Podhorna-Policka, Alena & Anne-Caroline Fiévet. 2011. ‘Approximations perspectives des locuteurs et éclaircissements stylistiques des auteurs: les arabismes à la lumière de l’argot des jeunes (des cités)’, in: Ilaria Vitali (ed.), Intrangers II. Littérature beur, de l’écriture à la traduction. Louvain-la-Neuve: L’Harmattan, p. 77–122.
Robert, Paul, Josette Rey-Debove & Alain Rey. ‘Le Petit Robert de la langue française’, via: https://pr.bvdep.com/robert.asp.
Robert, Paul, Alain Rey & Josette Rey-Debove. 2003. Le nouveau petit Robert : dictionnaire alphabétique et analogique de la langue française. Paris: Dictionnaires Le Robert.
Sourdot, Marc. 2009. ‘Mots d’ados et mise en style : Kiffe Kiffe demain de Faïza Guène’, Adolescence, 70, p. 895–905.
Venuti, Lawrence. 1995. The translator’s invisibility. New York: Routledge.
Bijlage: vertalingen van Kiffe kiffe demain
Guène, Faïza. 2005a. Hällä väliä huomisella. Reita Lounatvuori (vert.). Helsinki: Like.
Guène, Faïza. 2005b. Kif kif domani. Luigi Maria Sponzilli (vert.). Milano: Mondadori.
Guène, Faïza. 2005c. Morgen kifkif. Frans van Woerden (vert.). Amsterdam: Sijthoff.
Guène, Faïza. 2006a. Amanhã será melhor. Luís Filipe Sarmento (vert.). Lisboa: Presença.
Guène, Faïza. 2006b. Asu wa kitto umakuiku. Makiko Kawamura (vert.). Tokyo: Hayakawa syobou.
Guène, Faïza. 2006c. Demá, si fa no fum. Ramon Vilardell & Núria Rica (vert.). Madrid: Funanbulista.
Guène, Faïza. 2006d. Just like tomorrow. Sarah Adams (vert.). London: Chatto & Windus.
Guène, Faïza. 2006e. Kiffe Kiffe imorgen. Lotta Riad (vert.). Stockholm: Norstedt.
Guène, Faïza. 2006f. Kiffe kiffe tomorrow. Sarah Adams (vert.). Orlando: Harcourt.
Guène, Faïza. 2006g. Mañana será otro día. Jordi Martín Lloret (vert.). Barcelona: Salamandra.
Guène, Faïza. 2006h. Mañana será otro día. Jordi Martín Lloret (vert.). Barcelona: Servicio Bibliográfico ONCE.
Guène, Faïza. 2006i. Paradiesische Aussichten. Anja Nattefort (vert.). Berlin: Ullstein.
Guène, Faïza. 2006j. Pokochać jutro. Stanisław Rościcki (vert.). Katowice / Chorzów: Videograf II.
Guène, Faïza. 2006k. Rytoj pats tas Erika Sabaliauskaitė (vert.). Vilnius: Alma littera.
Guène, Faïza. 2006l. Tuda-sjuda. N.S. Knjazeva (vert.). Sankt-Peterboerg / Moskva: Limbus Press.
Guène, Faïza. 2006m. Volim sutra. Jelena Rajak (vert.). Zagreb: SysPrint.
Guène, Faïza. 2006n. Zajtra bude lepšie. Jarmila Pospěchová (vert.). Bratislava: Ikar.
Guène, Faïza. 2007a. Kiffe Kiffe imorgen. Lotta Riad (vert.). Stockholm: Norstedt pocket.
Guène, Faïza. 2007b. Soha sehol senkinek. József M. Takács (vert.). Budapest: Ulpius-ház.
Guène, Faïza. 2008. Kiffe kiffe i morgen. Thomas Lundbo (vert.). Oslo: Minuskel forl.
Guène, Faïza. 2009. Azi ca mâine şi ca poimâine. Ramona Hărşan (vert.). București: IBU Publishing.
Guène, Faïza. 2010a. Ghadan Kiffe Kiffe. Sahar Saïd (vert.). Bloomsbury: Qatar Foundation Publication.
Guène, Faïza. 2010b. Kiffe kiffe i morgen. François-Eric Grodin (vert.). [Denemarken:] Republik.
[Noot van de redactie: buiten de schuld van de auteurs om zijn de Arabische voorbeelden in de papieren versie van Filter verhaspeld. Onze welgemeende excuses hiervoor aan auteurs en lezers.]