Vertalers en andere schrijvers    27-34

Lily Meyer
Vertaling: Claudia Visser

Schrijvers zijn sexy. Tot voor kort stelden we ons hen meestal voor als drinkebroers met een glamoureus bestaan: Hemingway hangend aan de bar in Cuba, Frank O’Hara feestvierend tussen kunstenaars. In de hedendaagse popcultuur is een gezonde lifestyle helemaal in en ook schrijvers plempen het web vol met hun dagelijkse rituelen en eetgewoonten. Maar hoe zit het met vertalers? Wat doen zíj, of beter gezegd wíj, de hele dag? Want online zijn we nagenoeg onzichtbaar.

Sommige vertalers zullen zeggen dat dat ook zo hoort. De taak van de vertaler is te verdwijnen, een tekst te vervaardigen die zo rimpelloos is, dat zij er zelf nooit aan te pas lijkt te zijn gekomen. Het doel van mijn essay is niet om dat idee te ontkrachten, maar om het ingewikkelder te maken. Ik pleit voor een eigen plaats van de vertaler binnen de literaire verbeelding – niet als een spook, maar als een publiek figuur van wie iedereen zich ten volle bewust is. Deels is mijn betoog politiek gemotiveerd: wie overbrugt culturele verschillen zichtbaarder dan de vertaler? Bestaat er binnen de literaire wereld een mooiere vorm van samenwerking of verwelkoming? Maar mijn pleidooi is ook poëticaal van aard. Als vertaler beschouw ik vertalen als een handeling die van grote hoogmoed getuigt. Het is een kunstvorm die zowel talent als zelfrespect vereist. Je hebt zelfvertrouwen nodig om te beweren dat je het boek van een ander kunt schrijven. Dit essay is een ode aan dat zelfvertrouwen van sommige vertalers, en tegelijk een poging het zelfrespect van andere op te vijzelen. Laat ik het zo zeggen: ik wil van vertalers beroemdheden maken.

[...]

© Dit essay verscheen oorspronkelijk in het Amerikaanse online tijdschrift Public Books, onder the titel ‘Translators and Other Icons’ op 24 april 2019.

 

Lees verder in de papieren Filter