Vertaalplezier    13

Inleiding

Redactie Filter

‘Uiteindelijk komt alles neer op de beide polen: het plezier en de frustratie van de vertaler,’ vertelde Marlene Müller-Haas toen zij in 2003 de Else Otten Übersetzerpreis in ontvangst nam. In 1984 had Bert Decorte (1915–2009) aan de Koninklijke Academie voor Neder­landse Taal- en Letterkunde te Gent al een lezing gehouden onder de titel ‘De pijnlijke vreugde of het plezier van het vertalen’. Pijn en plezier zijn blijkbaar twee kanten van dezelfde vertaalmedaille. Filter verkortte in 2003 de zaak en bracht een nummer uit onder de kop ‘Het plezier van het vertalen’. En nu doen we een tweede poging om alle pijn en frustratie even buitenspel te zetten en volop de kaart te spelen van genot en voldoening. Miek Zwamborn slaat in haar beeldende werk aan het buitelen van de ene associatie naar de andere, een fysiek soort vertalen. Philippe Noble beroept zich met verve op Barthes’ beroemde ‘plaisir’. ‘Joyfully, anxiously, wrongly,’ noemt de Amerikaanse schrijfster Lily Meyer de manier waarop vertalers werken. Blijkbaar blijft de tegenpool van vertaalplezier hardnekkig aanwezig, niettegenstaande pogingen van Vincent Hunink en Silvia Marijnissen om het fijne van hun vertalen uit te laten komen. Wijze woorden komen ten slotte van Paul Claes, die zijn grote vertaalplezier afzet tegen de doodzonden die een vertaler kan begaan. Het levert stuk voor stuk ontroerende zelfportretten op waar het plezier vanaf slaat. (tn)