Lowbrow-vertalingen: goed voor een fast buck    2

De redactie

‘De meeste uitgevers bekommeren er zich niet om of een boek goed of slecht, nuttig of schadelijk is, als het maar verkoopt,’ verzuchtte de Italiaan Pellegrino Artusi al in 1891 (zie hieronder). Dat hetzelfde tegenwoordig nog steeds geldt, en niet in het minst voor vertalingen, blijkt in deze aflevering van de rubriek Kritiek. Gemeenschappelijk thema van de onderstaande artikelen is de (dubieuze) invloed van het marktmechanisme op de kwaliteit van vertalingen. In alle stukken gaat het om vertalingen van lowbrow-boeken: onderin de markt qua aanzien, bovenin de markt qua omzet. En of het nu over New Age, moord, de Franse keuken of Hollywood gaat, de conclusie is dat het allemaal niet meevalt. Kooijman en Tabak stellen vooral de missers van de, door uitgevers opgejaagde, vertalers aan de kaak. Naaijkens vergelijkt de verschillende vertaalsters van Georges detectives, en Smet legt de nadruk op de problemen bij het vertalen van kookboeken.