In Nergenshuizen tussen de cactussen    5-9

Biografie Elizabeth Taylor niet voor intimi vertaald

Cecilia Tabak

Abstract: Het gemeenschappelijk thema van de vier vertaalkritieken aan het begin van dit nummer is de invloed van het marktmechanisme op vertalingen: het gaat in alle stukken om vertalingen van goed verkopende lowbrow-boeken. Tabak stelt de missers van de, door uitgevers opgejaagde, vertalers aan de kaak.

 

Van een boek over Elizabeth Taylor dat de titel Liz, An Intimate Biography heeft meegekregen, hoeven we niet te verwachten dat het in de eerste plaats haar professionele kwaliteiten belicht. En inderdaad, al uit de index blijkt dat haar acteerprestaties op slechts vier van de 526 pagina’s ter sprake komen, precies even vaak als haar slonzigheid. De rest van de biografie gaat over haar huwelijken en romances, haar kwaaltjes en verslavingen en niet te vergeten het ontluiken en teloorgaan van haar schoonheid.

De auteur, de Amerikaan C. David Heymann, heeft heel wat spitwerk verricht, al heeft hij niet erg diep gegraven. Hij interviewde ruim duizend mensen, die hij hem overlaadden met herinneringen, anekdotes, roddels en hatelijkheden over de ster. Die eindeloze stroom citaten heeft Heymann soepeltjes aan elkaar geregen tot een goeddeels chronologisch levensverhaal, zonder echter de moeite te nemen dat verhaal in wat voor kader dan ook te plaatsen. Zo is Liz weinig meer geworden dan een aan ‒ eenschakeling van ditjes en datjes uit het leven van een diva.

Om een idee te geven van het niveau van de biografie een passage waarin Heymann een bron aan het woord laat over een van Taylors minnaars, Henry Wynberg, een playboy en autohandelaar van Nederlandse afkomst. ‘Henry, two years younger than Elizabeth, emoted pure sexuality. Dark-haired, slim, at five feet nine slightly taller than Richard Burton (who augmented his stature by wearing two-inch lifts in all his shoes), Henry spoke with a charming Dutch accent he hadn’t lost since arriving in the U.S. from Holland. His outstanding feature, however, was an organ of almost equine proportions ‒ long and thick and hard. (...) To use a contemporary term, Henry was an awesome lover.’ Zo’n boek dus.

Qua smeuïgheid doet de Nederlandse versie, Liz, dè biografie van Elizabeth Taylor, weinig voor het origineel onder, al is het veelzeggende woordje ‘intimate’ dan uit de titel verdwenen. Op een wat stroef begin na leest de vertaling, van Tom van Beek en Mariëtte van Gelder, meestal net zo lekker weg als Heymanns proza, en dat staat bij ontspanningslectuur natuurlijk per definitie voorop.

Wel wemelt het in de vertaling van de onzorgvuldigheden, die vaak pas aan het licht komen als je het origineel ernaast legt. Meteen al in de allereerste zin van de vertaling doet zich een merkwaardige verschuiving van het perspectief voor, waardoor de indruk wordt gewekt dat de auteur Taylor heeft opgezocht in de ontwenningskliniek waar ze een vergeefse afkickpoging ondernam. ‘Het leek of de ogen van Elizabeth Taylor groter werden toen ze de witbetegelde muren en het koude porselein in de grote verblijfsruimte van het Betty Ford Center voor drug- en alcoholverslaving in zich opnam,’ beweren de vertalers. Maar Heymann heeft Taylor helemaal geen grote ogen zien opzetten in de kliniek, om de eenvoudige reden dat hij er niet bij was. Hij gaat dan ook niet verder dan ‘Elizabeth Taylor’s eyes surveyed the surroundings of white tile and porcelain.’ Die verwonderde blik komt uit de duim van de vertalers.

Zo wordt de lezer van de vertaling wel vaker op het verkeerde been gezet. Er wordt Taylor een drugsverslaving aangewreven die ze helemaal niet blijkt te hebben. Goed, ze heeft wel eens een lijntje coke gesnoven en ze schijnt heerlijke brownies met marihuana te bakken, maar daar blijft het bij. Wel slikt ze pijnstillers en kalmerende middelen in hoeveelheden waar je een heel regiment mee onder zeil krijgt. Maar terwijl Heymann nota bene de namen van al die middelen noemt en zelfs die van de artsen die ze hebben voorgeschreven, spreekt het vertalersduo consequent van een drugsprobleem in plaats van een medicijnverslaving. Slordigheid of sensatiezucht?

Hoe het ook zij, Van Beek en Van Gelder hebben voortdurend de neiging om er een schepje bovenop te doen. Als Heymann het over een ‘aging Hollywood star’ heeft, maken de vertalers daar ‘een verlepte Hollywood-ster’ van. Als Taylor een half jaar ‘allegedly with back pain’ in het ziekenhuis ligt, heeft ze volgens het duo ‘zogenaamd een zere rug’. En als ze met de jongere journalist Carl Bernstein omgaat ‒ ‘she saw Bernstein’ staat er neutraal in het origineel ‒ heet het in de vertaling dat ‘ze zich met hem vermaakt’, waarmee Liz subtiel wordt afgeschilderd als een oude geit die nog wel een jong blaadje lust. Op zich zijn dat allemaal geen schokkende betekenisveranderingen, maar door voortdurend alles aan te dikken schotelen de vertalers de lezer een karikaturaler beeld van Liz voor dan Heymann had bedoeld.

Toegegeven, het verhaal wordt er niet minder smakelijk van. En dat geldt ook voor het Nederlands idioom waarmee de vertalers kwistig strooien. Taylor ‘gaat onder het mes bij de plastisch chirurg’, geeft iemand een ‘koekje van eigen deeg’ en laat mensen genereus ‘een vorkje meeprikken’. Zulke uitdrukkingen geven de vertaling vaart en levendigheid. Maar af en toe lijken de vertalers in hun enthousiasme te vergeten dat Taylors levensverhaal zich niet in de Nederlandse polders afspeelt. Zo situeren ze een ‘winkel van Sinkel’ in een stadje op de prairie van Illinois. En een drankzuchtige jetsetter in voornoemde ontwenningskliniek laten ze doodleuk uitroepen dat hij ‘in Nergenshuizen’ zit opgesloten ‘tussen de cactussen en coyotes’. Maar over het geheel genomen leest de vertaling als een trein, al staat die dan af en toe stil tussen de weilanden.

Wat de Nederlandse bewonderaars van Elizabeth Taylor waarschijnlijk erger zullen vinden, is dat de uitgever van de vertaling op de illustraties heeft beknibbeld. Want of ze nou acteertalent heeft of niet, een vraag die in deze biografie niet wordt beantwoord, Taylor is vooral beroemd geworden door haar ravissante verschijning. Waar de Amerikaanse uitgave zeventig foto’s telt, waarvan zestien in kleur, moet de Nederlandse lezer zich tevreden stellen met veertig zwartwitkiekjes, waarvan sommige niet eens behoorlijk zijn afgedrukt. Een prachtige plaat van Taylor liggend op een bank naast een bebrilde James Dean, die het script doorneemt van Giant, wat zijn laatste film zou worden, is niet in de Nederlandse uitgave terug te vinden. Behalve foto’s van Taylor zelf zijn ook foto’s van andere kleurrijke figuren wegbezuinigd, zoals de vader van de actrice, een homoseksueel die de gewoonte had om met zijn minnaars naakt door Liz’ ouderlijk huis rond te dartelen. Zelfs de foto van de enige Nederlander die met Taylor het bed mocht delen en die zulke buitengewone fysieke kwaliteiten worden toegedicht, is geschrapt. Eeuwig zonde.

Ten slotte nog een laatste roddel, waaruit maar weer eens blijkt wat er kan gebeuren als een biograaf niet het geduld kan opbrengen om te wachten tot zijn onderwerp dood en begraven is. Elizabeth Taylor is zojuist gescheiden van haar achtste echtgenoot, de gewezen bouwvakker Larry Fortensky, die ze kende uit de ontwenningskliniek. Daarmee is Heymanns boek achterhaald terwijl het nog maar amper in de winkel ligt.
 

C. David Heymann, Liz, An Intimate Biography of Elizabeth Taylor, Birch Lane Press 1995.

C. David Heymann, Liz, dè biografie van Elizabeth Taylor, vertaling Tom van Beek en Mariëtte van Gelder, Uitgeverij Luitingh-Sijthoff 1995.