Lezen in tijden van pandemie    9-10

Over vertaleritis, Rothitis en coronitis

Els Snick

Dankzij corona heb ik het voorbije jaar veel meer gelezen dan anders. Ook boeken die weinig of niets met mijn werk te maken hebben. Die in de boekhandel naar me lonkten, die al jaren in mijn kast wachtten om gelezen te worden of waar iedereen het plotseling over had. Zoals De pest van Albert Camus. Ik lees maar zelden romans uit andere talen dan het Duits en door dat nu wel te doen, ontdekte ik een onhebbelijkheid die ik gemakshalve vertaleritis noem: ik meen om de haverklap te weten wat er in het origineel heeft gestaan en probeer dan een betere vertaling voor een woord of een zinsnede te bedenken. Het speelt me zelfs parten bij Nederlandstalige romans. In De opgang van Stefan Hertmans ergerde ik me bijvoorbeeld aan het woord ‘Hajot’, dat Hertmans bezigt voor de Hitlerjugend, de HJ, ‘ha’ en ‘jot’ in gesproken Duits. Dat zou ik dus anders hebben vertaald, als het een vertaling was geweest.

Verleden week las ik De rat van Amsterdam van Pieter Waterdrinker en daarbij speelde mijn andere beroepsmisvorming op: ik zag talloze verwijzingen naar Joseph Roth. Waterdrinker had me met het motto van zijn boek, een citaat uit de roman Het Spinnenweb, wel een zetje gegeven. De ‘rat van Amsterdam’, zoals het hoofdpersonage zichzelf noemt, is de Letse bajesklant Ruben Katz. Hij vluchtte als kind met zijn ouders uit de Sovjet-Unie met een vervalste pas, waardoor hij de joodse identiteit en uiteindelijk de status van politiek vluchteling verwierf. Jaren later schrijft hij in een Nederlandse cel zijn memoires. Hij zit vast wegens valsheid in geschrifte, maar blijkt ook verdacht van moord op een miljonairsdochter.

 

Lees verder in de papieren Filter