De mimespeelster staat in mijn atelier en maakt een gebaar, ze heft beide armen de lucht in met de handen gestrekt. Het gaat om een woord dat niet goed is in de vertaling, dat moet meer zó. Maar welk woord wordt hiermee uitgebeeld? Een raketlancering? Een aanzet tot een duiksprong naar boven? Verbeeldt het de wens terug te springen na onze val uit het paradijs? We hebben een werkvertaling, een andere vertaling, woordenboeken, vertalingen in andere talen. De mimespeelster is het Hongaars machtig en ik niet.
Ze zal hetzelfde gebaar een aantal malen herhalen, voor verschillende woorden in hetzelfde korte gedicht. Het gaat om wat voor spiegel er staat, die is briljant, schitterend, die schittert en wat erin gespiegeld wordt straalt, of de spiegel is briljant geslepen, wie weet met briljanten geornamenteerd. De spiegel is … [Armen opnieuw de lucht in en de handen gespreid, je ziet alleen de zijkanten.] In die spiegel kijkt een antiloop en die draagt iets om zijn nek, en dat is een … medaillon, fonkelsteen, briljant, edelsteen, het kan allemaal, het moet vooral ... [Opnieuw armen en handen de lucht in want het schittert, dat ding.] Misschien is het gewoon een sieraad, of nog beter juweel. Dan zeggen we tegen het dier dat zichzelf met het juweel om in de spiegel bewondert: jij bent zo schoon als een wandtapijt. [En bij schoon opnieuw die armen de lucht in.] Schoon, mooi, knap, is het wandtapijt dat hier metafoor is voor de huid van de antiloop soms gestofzuigd? Nee, schoon zoeken we opnieuw in de betekenis van schitterend. Kijk jij maar naar jezelf, antiloop, wij gaan wel baren, geboren worden, sterven, jij mag hier mooi zijn. Dat roepen we allemaal naar dat arme dier dat maar naar zichzelf kijkt in de spiegel, in, in … [Weer die armen en handen de lucht in.] Extase? Waanzin? Geluk? Eigenlijk gaan die armen bij elke overtreffende trap de lucht in. Het moet, het kan, het zal ... beter, erger, puurder, overdrevener!