Young adult-literatuur: toen de term in 2009 kwam overwaaien uit Amerika kon niemand vermoeden hoeveel invloed dit label zou hebben op de Nederlandse (jeugd)boekenmarkt. Nog geen tien jaar later is het fenomeen, gericht op jongeren tussen de vijftien en vijfentwintig jaar, uitgegroeid van iets nieuws en vreemds naar een literair subsysteem dat het gat tussen kinderliteratuur en volwassenenliteratuur opvult, met zijn eigen kenmerken, doelgroep, marketingstrategieën, vertaalproblemen en zelfs boekenkasten in boekhandels en bibliotheken. Over de definitie van young adult-literatuur (hierna ook YAL genoemd) zijn de meningen nog steeds verdeeld. Toen Jean Christophe Boele van Hensbroek als uitgever van Lemniscaat in 2009 de YA-boekenkast in Nederland introduceerde, was het misschien zijn bedoeling om met young adult-literatuur een nieuw genre te creëren. Zijn boekenkast mocht enkel gevuld worden met ‘goed geschreven boeken met een jongere als hoofdpersoon. Geen chicklit of fantasy, maar realistische romans die als opstapje kunnen fungeren naar literatuur voor volwassenen’ (Boele van Hensbroek, geciteerd in Ros 2010: 12). Toch zouden de Nederlandse YA-boekenkasten niet alleen met boeken van zijn eigen uitgeverij gevuld worden en kregen langzaam maar zeker ook andere genres er hun plaats, zoals Stephenie Meyers vampierserie Twilight en Suzanne Collins’ dystopische De Hongerspelen. Verschillende Nederlandse uitgeverijen ontvingen het Amerikaanse label met open armen en gebruikten het als marketingtool om jongeren weer aan het lezen te krijgen, waardoor YAL uitgroeide van iets relatief kleins tot een categorie boeken die niet meer weg te denken is uit de Nederlandse boekenwereld.1 En niet alleen reguliere uitgeverijen omarmden het fenomeen, ook christelijke uitgevers besloten mee te liften op de hype, wat opvallend is omdat de specifieke kenmerken van young adult-literatuur niet overal even goed lijken aan te sluiten bij de christelijke doelgroep, en er zelfs een kloof lijkt te bestaan tussen christelijke en seculiere jeugdliteratuur. Zo leggen christelijke boekhandelaren vrijwel geen seculiere titels in hun boekhandels en worden christelijke titels nauwelijks bekroond met seculiere jeugdliteraire prijzen (Lolkema & Prins 2005: 14). Daarnaast staat YAL bekend om haar zware, soms zelfs taboedoorbrekende onderwerpen, haar expliciete beschrijvingen en haar grove taalgebruik, een leefwereld die volgens onderzoekster Enny de Bruijn ‘dikwijls haaks staat op het christelijke gedachtegoed’:
Vloeken en schuttingwoorden, seksscènes, heksen en tovenaars, moord en doodslag, geweld en wreedheid – dat hoort allemaal bij de eigentijdse wereld en komt dus ook langs in eigentijdse kinderboeken. Hieraan meedoen kan een christenschrijver niet; dergelijke zaken kan hij nooit realistisch of van binnenuit beschrijven. De wereld van de gelovige is altijd een andere dan die van de niet-gelovige. (E. De Bruijn, geciteerd in Lolkema & Prins 2005: 15)
Het is dan ook maar de vraag of reguliere en christelijke YAL nog gelijkenis vertonen, en of deze christelijke variant überhaupt tot het subsysteem young adult-literatuur kan worden gerekend. Om die vraag te kunnen beantwoorden is het belangrijk om te definiëren wanneer er precies sprake is van een nieuw subsysteem. Dit heeft deels te maken met de literaire kenmerken van boeken binnen een systeem, met literaire prijzen en besprekingen van critici, maar met name ook met de keuzes die uitgevers en vertalers maken tijdens het selectie- en vertaalproces. Als deze afwijken van de keuzes die gemaakt zijn door reguliere uitgevers van literatuur voor jongvolwassenen, zou er sprake kunnen zijn van een nieuw literair subsysteem. Omdat het in het kader van dit artikel2 onmogelijk is om op alle kenmerken van een literair subsysteem in te gaan, concentreer ik me op drie van de belangrijkste: literaire kenmerken, selectiemechanismen van uitgevers en vertaalstrategieën van vertalers. Heeft christelijke young adult-literatuur eigen kenmerken die haar onderscheiden van niet-christelijke young adult-literatuur? Hebben Nederlandse uitgevers van christelijke YAL hun eigen specifieke selectiemechanismen die mogelijk ‘ongewenste’ elementen in hun fictie buiten de deur houden? En welke consequenties heeft een christelijke benadering op het vertaalproces van deze boeken? Om een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen van christelijke YAL in Nederland, heb ik voor dit onderzoek de fondslijsten van de twee (destijds) grootste uitgeverijen van christelijke young adult-literatuur in Nederland bestudeerd: Callenbach, die zich richt op de algemene christelijke markt (zowel protestants als katholiek), en het meer evangelische Voorhoeve Young. Voorhoeve Young is inmiddels gestopt, maar heeft tussen 2010 en 2015 in totaal negen young adult-titels uitgebracht. Callenbach heeft in diezelfde periode 29 boeken voor jongvolwassenen uitgegeven (zie Kok 2016).
Literaire kenmerken
Juist omdat young adult-literatuur zo’n groot en breed subsysteem is, zijn de specifieke kenmerken ervan lastig vast te stellen. Net als de kinder- en volwassenenliteratuur omvat het subsysteem meerdere genres, moeilijkheidsniveaus, schrijfstijlen en zelfs doelgroepen. Een fantasieverhaal met een vijftienjarige in de hoofdrol zal immers andere literaire kenmerken hebben dan een psychologisch verhaal voor jongeren van rond de twintig. Dat neemt niet weg dat er zeker kenmerken zijn die in veel hedendaagse young adult-literatuur voorkomen. Zo is YAL over het algemeen een personagegericht systeem te noemen, gezien het feit dat er relatief veel aandacht wordt besteed aan de ontwikkeling van de hoofdpersonages. Voorbeelden van personagegerichte young adult-romans zijn John Greens The Fault in Our Stars en Aidan Chambers’ This is All. De karaktertekening is geloofwaardig en realistisch en bovenal herkenbaar voor jongeren. De doelgroep moet zich met het hoofdpersonage kunnen identificeren en daarom is het verhaal vaak geschreven vanuit het (bij voorkeur ik-)perspectief van een jongvolwassene. En omdat het voor de fysieke, emotionele en intellectuele groei van het personage belangrijk is dat het zijn problemen zelf oplost, worden ouders of volwassenen vaak zo snel mogelijk gemarginaliseerd of juist afgeschilderd als het probleem waarmee de protagonist te maken krijgt, waardoor hij of zij niet gesteund wordt door zijn ouders of andere volwassenen. Om die reden spelen veel young adult-boeken zich dan ook af op middelbare scholen of universiteiten (Nilsen & Donelsen 2009: 28).
Aangezien er in YAL regelmatig onderwerpen worden aangesneden waarmee jongeren zich kunnen identificeren, kan ook het feit dat taboes en gevoelige thema’s niet worden vermeden worden gezien als een belangrijk kenmerk. Seksualiteit, drugsgebruik, zelfmoord, ongewenste zwangerschappen; het zijn allemaal zaken waarmee jongvolwassenen te maken kunnen krijgen. Daarbij is één van de nieuwste trends binnen de young adult-literatuur het promoten van acceptatie, door bijvoorbeeld over de seksuele identiteit van de protagonist (LGBTQ-novels) te schrijven (Hill 2014: 11). Young adult-verhalen hebben dus vaak herkenbare thema’s, en juist omdat de onderwerpen relevant en realistisch dienen te zijn voor de lezer, is er één bepaald genre dat erg populair is onder jongeren: moderne realistische fictie. Onderzoek van Melanie Koss en William Teale (2009: 566) laat zien dat 47% van de Engelstalige prijswinnende en populaire young adult-boeken (gepubliceerd tussen 1999 en 2005) moderne realistische fictie is, gevolgd door fantasy (21%) en historische fictie (7%). Gezien de toenemende populariteit van dystopische en fantasyboeken in Nederland zou het kunnen dat deze percentages inmiddels gewijzigd zijn, maar er bestaat geen twijfel dat moderne realistische fictie onder jongeren nog steeds het populairste genre is. Daarbij valt op dat de schrijfstijl in young adult-literatuur, evenals de onderwerpen, is aangepast aan het doelpubliek, wat betekent dat een YA-boek niet te gemakkelijk weg moet lezen, maar zeker ook niet te moeilijk moet zijn. De stijl is vaak verfijnder en complexer dan de stijl van bijvoorbeeld een kinder- of jeugdboek, maar ook weer niet te volwassen: idealiter is young adult-literatuur toegankelijk genoeg voor vijftienjarige lezers en volwassen en uitdagend genoeg voor oudere young adults (R. Hopper, geciteerd in Nilsen & Donelsen 2009: 18). Het is echter niet alleen de schrijfstijl van de auteur die een verhaal interessant maakt voor jongeren, maar ook het taalgebruik van de personages. Jongerentaal of populair taalgebruik kan het jongeren gemakkelijker maken om zich te identificeren met de protagonist en is daarom een belangrijk en veelgebruikt stijlmiddel binnen de YAL.
Binnen de jeugdliteratuur onderscheidt Jan Van Coillie zes basisfuncties die ook kunnen worden toegepast op YA-lezers, namelijk de ontspannende, de creatieve, de emotieve, de informatieve, de zingevende en de esthetische functie (Van Coillie 2007: 18). Deze functies zijn uiteraard niet strikt van elkaar te scheiden. Een bepaald boek kan immers tegelijkertijd ‘emoties oproepen en de verbeelding prikkelen’, zoals Van Coillie aangeeft, maar bepaalde functies kunnen in bepaalde boeken wel de overhand hebben (ibid.). Zo zijn veel historische boeken voornamelijk informatief en ontspannend en zal bijvoorbeeld een fantasieverhaal vooral een creatieve functie hebben. Over het algemeen zullen per genre en onderwerp de functies van een boek verschillen, waardoor YAL, net als literatuur voor kinderen of volwassenen, meerdere functies heeft, maar aangezien jongeren het zoals gezegd fijn vinden om over herkenbare onderwerpen te lezen, zal het toch vooral de emotieve functie zijn die een belangrijke rol speelt binnen de young adult-literatuur.
Naar christelijke young adult-literatuur is beduidend minder onderzoek gedaan dan naar de reguliere versie van het subsysteem, wat niet verrassend is aangezien christelijke YAL, vooral in Nederland, nog in de kinderschoenen staat. In 2010 begonnen Nederlandse uitgevers van christelijke literatuur boeken uit te geven die speciaal gericht waren op adolescenten tussen de vijftien en vijfentwintig jaar oud. Met Liverpool Street van Anne C. Voorhoeve was uitgeverij Callenbach een van de eerste om een christelijke roman te publiceren die expliciet gericht was op young adults. Andere christelijke uitgeverijen volgden al snel en ongeveer een jaar later verschenen ook de eerste oorspronkelijk Nederlandstalige christelijke YA-boeken in de boekhandels (Oussoren-Buys 2011).
Toch blijkt al snel dat deze christelijke variant op bepaalde punten sterk afwijkt van de reguliere. Er zijn zeker overeenkomsten te vinden tussen beide vormen: zo is ook christelijke YAL met name een personagegericht systeem, geschreven vanuit het (bij voorkeur ik-)perspectief van een jongere. Volwassenen worden gemarginaliseerd, de schrijfstijl houdt het midden tussen literatuur voor adolescenten en literatuur voor volwassenen, en moderne realistische fictie is, net als bij reguliere YAL, het overheersende genre. Maar als het om thematiek, taalgebruik en functies gaat, blijkt dat de verschillen tussen reguliere en christelijke YAL misschien toch groter zijn dan de overeenkomsten. Waar reguliere young adult-literatuur taboes en gevoelige onderwerpen niet uit de weg gaat, zijn deze met name in de boeken van Voorhoeve Young nauwelijks terug te vinden. In uitgaven van Callenbach worden wel een paar gevoelige onderwerpen aangestipt (zoals ongewenste zwangerschappen, zelfmoord, vreemdgaan), maar in die van Voorhoeve Young blijft het bij ‘veilige’ thema’s als opgroeien, vriendschap, familie en gepest worden: stuk voor stuk onderwerpen die tot weinig discussie zullen leiden. Aan de andere kant lijkt het onderwerp seksuele ontwikkeling bij beide uitgeverijen volledig te worden vermeden. Ook jeugdtaal en aanstootgevend taalgebruik worden vermeden. De auteurs zorgen er wel voor dat het taalgebruik van hun personages modern genoeg is om geloofwaardig en herkenbaar te zijn voor de doelgroep, maar er wordt onder geen beding gevloekt of gescholden.
Een ander verschil tussen beide vormen van young adult-literatuur is het feit dat historische fictie voor christelijke uitgeverijen een belangrijk genre vormt. Zoals eerder al bleek speelt dit genre binnen de reguliere YA-literatuur een veel minder grote rol (Koss & Teale 2009: 566). Daarbij is de ontwikkeling van het hoofdpersonage, net als in reguliere YAL, één van de belangrijkste thema’s, al blijkt er op dit gebied toch ook tussen Callenbach en Voorhoeve Young een duidelijk onderscheid te bestaan. In de boeken van Callenbach zijn de protagonisten duidelijk op zoek naar hun eigen identiteit en speelt religie daarbij niet tot nauwelijks een rol. Bij Voorhoeve Young staat deze zoektocht juist in het teken van religie; de protagonisten zijn niet op zoek naar hun eigen identiteit, maar vooral naar hun religieuze identiteit. Waar Callenbach haar boeken dus lijkt te richten op jongeren in het algemeen, lijken de boeken van Voorhoeve Young eerder bestemd te zijn voor een christelijke doelgroep. Dit is ook terug te zien in de functies van de boeken: net als bij reguliere YAL speelt de emotieve functie een grote rol, maar daarnaast zijn voornamelijk ook de informatieve en zingevende functie belangrijk. Bij Voorhoeve Young heeft die zingevende functie bovendien nog een opvoedende strekking, iets wat eerder bij kinderliteratuur dan bij young adult-literatuur lijkt te passen.
Selectiemechanismen
Wat betreft literaire kenmerken blijkt christelijke YAL dus flink van de reguliere variant te verschillen, wat de vraag oproept of dit voortvloeit uit het selectieproces van de uitgever of uit de keuzes gedurende het vertaalproces. Onder selectiemechanismen vallen de keuzes die uitgevers maken op het gebied van brontalen, uitgeverijen van bronteksten, auteurs, genres en thema’s, en als die verschillen van die van reguliere uitgeverijen, dan zou dat kunnen betekenen dat uitgevers van christelijke YAL bewust of onbewust afstand houden van reguliere YAL.
Figuur 1: Brontekstuitgeverijen geselecteerd door Callenbach
Opvallend is dat er wat betreft selectiemechanismen zeker verschillen te vinden zijn tussen reguliere en christelijke YAL, maar ook met name tussen Callenbach en Voorhoeve Young. In figuur 1 is te zien dat de uitgeverijen waar Callenbach haar boeken vandaan haalt stuk voor stuk uitgeverijen zijn van reguliere young adult-literatuur. Penguin, HarperCollins, Bloomsbury: het zijn allemaal grote, bekende uitgeverijen zonder specifieke christelijke achtergrond. Voorhoeve Young daarentegen geeft de voorkeur aan boeken die oorspronkelijk zijn gepubliceerd bij christelijke brontekstuitgeverijen, zoals Revell en FaithWords (zie figuur 2).
Figuur 2: Brontekstuitgeverijen geselecteerd door Voorhoeve Young
Dezelfde voorkeuren zijn terug te vinden in de selectie van auteurs. Zo geeft Callenbach boeken uit van onder anderen Paul Dowswell, Anne Voorhoeve en Jennifer Brown. In de boeken van Anne Voorhoeve speelt religie regelmatig een belangrijke rol, en ook Dowswell geeft blijk van belangstelling voor de christelijke filosofie, al is hij dan geen christelijke schrijver (Dijkstra 2014), terwijl in de boeken van Brown religie en het christendom niet tot nauwelijks een rol spelen. Callenbach lijkt dus wel de voorkeur te geven aan christelijke auteurs, maar aangezien de uitgeverij ook titels uitgeeft van auteurs zonder religieuze achtergrond, kan dit niet worden beschouwd als een van hun selectiemechanismen. Daarentegen speelt religie juist een erg belangrijke rol in de levens van de auteurs die worden uitgegeven door Voorhoeve Young, zoals Stephanie Morrill, Lisa Tawn Bergren en Heather en Lydia Munn, auteurs die stuk voor stuk een duidelijke christelijke achtergrond hebben en hun leven en werk hebben toegewijd aan religie. Hieruit valt op te maken dat een religieuze achtergrond voor Voorhoeve Young wél een van de voorwaarden is bij de selectie van nieuwe auteurs.
Wat betreft genres en thema’s komen de selecties van Callenbach en Voorhoeve Young wél overeen en lijkt christelijke YAL zich juist te onderscheiden van de reguliere variant. Zoals in figuren 3 en 4 te zien is geven beide uitgevers de voorkeur aan zowel realistische als historische fictie en is er zo goed als geen sprake van andere genres. Dit in tegenstelling tot uitgevers van reguliere YAL, waarbij moderne realistische fictie zoals eerder al bleek zeker een populair genre is, maar historische fictie wat betreft populariteit toch onderdoet voor genres als fantasy, thrillers of chicklit.
Figuur 3: Genres geselecteerd door uitgeverij Callenbach
Figuur 4: Genres geselecteerd door uitgeverij Voorhoeve Young
Wat selectiemechanismen betreft blijkt dit echter de enige overeenkomst te zijn tussen de twee uitgeverijen. Callenbach verschilt nauwelijks van uitgeverijen van reguliere young adult-literatuur: afgezien van de specifieke genres en de lichte voorkeur voor christelijke auteurs, lijken de door Callenbach gemaakte selecties erg op die van Nederlandse uitgevers van reguliere YAL. Dit in tegenstelling tot Voorhoeve Young: in de boeken van deze uitgeverij speelt het christendom een veel belangrijkere rol; door enkel boeken uit te geven met een christelijk thema, geschreven door christelijke auteurs en oorspronkelijk uitgegeven door christelijke uitgeverijen, lijkt het bijna alsof er een nieuw soort young adult-literatuur wordt ontwikkeld, die niet echt meer te vergelijken is met de reguliere variant.
Vertaalstrategieën
Daarentegen gebeurt er in het vertaalproces bij Callenbach juist weer meer dan bij Voorhoeve Young. Uit een analyse van zes vertalingen van de twee onderzochte uitgeverijen (zie bibliografie voor een volledige lijst van de geanalyseerde werken plus vertalers) blijkt namelijk dat er vooral bij Callenbach veel verschuivingen plaatsvinden op het gebied van stijl en inhoud. Die verschuivingen zijn op twee manieren te verklaren.
Allereerst blijken vrijwel alle vertalers van uitgeverij Callenbach een tamelijk didactische vertaalhouding te hebben, iets wat voornamelijk voorkomt binnen de kinderliteratuur, waar vertalers wel vaker proberen het verhaal wat simpeler en begrijpelijker te maken. In onderstaand voorbeeld kiest Mieke Prins, vertaalster van A Brighter Fear, ervoor om de namen in het verhaal te naturaliseren: zo klinken ze in Nederlandse oren bekender, waardoor de lezer sneller doorheeft wat de achtergrond van de personages is.
I am Luisa, I am Amira, I am Maysoon, Fay, Samara.
(A Brighter Fear, Kerry Drewery)
Ik ben Louisa. Ik ben Farah. Ik ben May-Lin, Esther, Soraya.
(Smaragd, vert. Mieke Prins; Callenbach)
Ook in Hate List is een opvallende verschuiving te zien: hier heeft vertaler Ernst Bergboer ervoor gekozen om een deel van de vertaling in de tegenwoordige tijd te zetten, terwijl de brontekst volledig in de verleden tijd is geschreven. De reden hiervoor is duidelijk: in het verhaal lopen heden en verleden door elkaar en wordt er met behulp van flashbacks regelmatig teruggesprongen naar het verleden. Het verschil tussen heden en verleden is alleen niet erg duidelijk omdat het gehele boek in de verleden tijd is geschreven. Door een deel van het verhaal in de tegenwoordige tijd te zetten wordt dit verschil tussen heden en verleden voor de Nederlandse lezer dus extra benadrukt.
Dad yanked the steering wheel and the Lexus swerved to the shoulder of the road. The car behind us screeched to a stop and honked. Then slowly it started to pull around us, the driver glaring at Dad.
(Hate List, Jennifer Brown)
Pap geeft een ruk aan het stuur en de Lexus slingert met een rotgang de vluchtstrook op. De auto achter ons komttoeterend en met gillende banden tot stilstand, trekt daarna weer op en zwaait om ons heen. De bestuurder werptboze blikken op pap.
(Hate List, vert. Ernst Bergboer; Callenbach)
Deze didactische vertaalhouding is ook terug te vinden bij uitgeverij Voorhoeve Young. Zo heeft Daniëlle van Westen, vertaalster van Once Was Lost, ervoor gekozen de meeste cultuurspecifieke elementen in het verhaal op een heel naturaliserende manier te vertalen. In het volgende voorbeeld wordt ‘Main Street’ vertaald met ‘De Hoofdstraat’ en zijn ook de zes winkels aan die ‘Hoofdstraat’ vernederlandst.
Main Street in Pineview had exactly six not-so-creatively-named businesses: Petey’s Ice Cream, The Casa Nova Mexican Diner, Main Street Coffee, Main Street Gas & Garage, Main Street Bar & Grill and Main Street Hardware.
(Once Was Lost, Sara Zarr)
De Hoofdstraat van Pineview heeft zes winkels met niet echt creatieve namen: Peters ijssalon, Mexicaans eethuis Casa Nova, Koffiehuis De Hoofdstraat, Garage en benzinestation De Hoofdstraat, Bar & Grill De Hoofdstraat en IJzerwarenwinkel De Hoofdstraat.
(Opeens voorbij, vert. Daniëlle van Westen; Voorhoeve Young)
Opvallend is dat zowel de vertalingen van Callenbach als die van Voorhoeve Young op stilistisch gebied zijn aangepast om de tekst begrijpelijker en gemakkelijker leesbaar te maken voor de doelgroep. Alle vertalers wijken regelmatig af van de brontekst. Ze deinzen niet terug voor expliciteringen, weglatingen of veralgemeniseringen, en de doelteksten zijn hier en daar herschreven ten behoeve van het leesgemak. In die zin is vertaalde christelijke young adult-literatuur eerder te beschouwen als een vorm van kinderliteratuur. Net zoals in kinderboeken houden de vertalers van christelijke YAL erg veel rekening met hun lezers en proberen ze het verhaal dichter naar de doelgroep te brengen. De tekst wordt begrijpelijker gemaakt, onder andere door het neutraliseren of naturaliseren van cultuurspecifieke elementen, maar ook door de vier vertaalstrategieën die Jan Van Coillie kenmerkend acht voor de vertaling van kinderliteratuur: weglating, toevoeging, vervanging en herschikking (Van Coillie 2007: 37). Zo worden lage of juist hoge registers uit de brontekst in de zes geanalyseerde vertalingen geneutraliseerd tot één algemeen register, worden cultuurspecifieke elementen en namen uitgelegd, geneutraliseerd of zelfs helemaal genaturaliseerd (‘vernederlandst’), en worden stukjes tekst verplaatst en zinnen opgeknipt om het verhaal begrijpelijker te maken. Waar reguliere YAL wat betreft vertaalstrategieën het midden houdt tussen kinderliteratuur en literatuur voor volwassenen en de ene keer met een wat meer didactische en de andere keer met een meer literaire vertaalhouding wordt vertaald, lijken de vertalers van Callenbach en Voorhoeve Young wat vertaalstrategieën betreft geen onderscheid te maken tussen literatuur voor jongvolwassenen en literatuur voor kinderen.
Het grote verschil tussen Callenbach en Voorhoeve Young is de moraliserende of ‘zuiverende’ vertaalhouding van de vertalers van Callenbach. Waar Voorhoeve Young vertalingen uitgeeft van christelijke auteurs die oorspronkelijk bij christelijke uitgeverijen verschenen en waarin over het algemeen sowieso nauwelijks grove taal gebezigd wordt of ongepaste elementen voorkomen, zijn de vertalers bij Callenbach vermoedelijk verantwoordelijk voor het geschikt maken van de boeken. Dit fenomeen wordt ook wel ‘purification’ of ‘sanitization’ genoemd (Frank 2007: 170), en is wederom iets wat vooral voorkomt in de vertaling van kinderliteratuur: ongepaste of ongewenste elementen in het verhaal worden door de uitgever of vertaler als het ware gecensureerd.
Deze vorm van purificatie in de boeken van Callenbach is duidelijk te zien in Hate List van Jennifer Brown. In onderstaand voorbeeld is de auteur niet vies van wat grof taalgebruik hier en daar, maar in de vertaling zijn deze woorden er allemaal uit gefilterd.
Now I’m about to take you to my home with Briley who, like it or not, is my family, too, and you better not fuckwith her while you’re there. And if you feel like you just can’t handle acting normal for one goddamn night then I’ll take you home right now, but you’ll have five minutes to gather your shit and move the fuck out.
(Hate List, Jennifer Brown)
Dan neem ik je mee naar mijn huis. Naar Briley. Die reken ik ook tot mijn gezin. Of je dat nou leuk vindt of niet. Heb het lef niet om het haar moeilijk te maken. En als je denkt dat je het niet aankunt om je één nacht normaal te gedragen, dan breng ik je nu naar huis. Maar dan krijg je vijf minuten om je spullen te pakken. En dan schop ik je eruit.
(Hate List, vert. Ernst Bergboer; Callenbach)
Waar dit soort ongewenste elementen er bij Voorhoeve Young dus al tijdens het selectieproces worden uit gefilterd, vist Callenbach ze eruit tijdens het vertaalproces. Het resultaat is hetzelfde: in zowel de boeken van Callenbach als die van Voorhoeve Young zijn nauwelijks gevoelige onderwerpen of andere ‘ongepaste’ elementen te vinden, en is grof taalgebruik totaal afwezig.
Besluit
Hoewel er zeker gelijkenis bestaat tussen reguliere en christelijke young adult-literatuur, zijn de verschillen groot. Op alle drie de onderzochte aspecten verschilt christelijke YAL van de seculiere variant, waaruit kan worden afgeleid dat christelijke YAL in het literaire polysysteem een andere plaats inneemt dan reguliere YAL. Het is zelfs de vraag of de christelijke variant zich wel in hetzelfde subsysteem bevindt als reguliere young adult-literatuur. Wat betreft literaire kenmerken verschillen beide vormen behoorlijk van elkaar, en waar uitgeverij Voorhoeve Young voornamelijk op het gebied van selectiemechanismen afwijkt van het reguliere subsysteem, doet uitgeverij Callenbach dat met name op het gebied van vertaalstrategieën. Als er sprake zou zijn van een apart subsysteem, dan zou Voorhoeve Young zich dus waarschijnlijk in de kern daarvan bevinden en Callenbach, op grond van haar met andere systemen gedeelde kenmerken, in de periferie, maar aangezien Voorhoeve Young helaas niet wist te overleven en Callenbach veel gelijkenis vertoont met uitgevers van reguliere YAL, kan niet gezegd worden dat christelijke young adult-literatuur echt een apart subsysteem vormt. Vanwege haar behoudende karakter kan men eerder stellen dat deze christelijke literatuur voor jongvolwassenen zich in de periferie van het reguliere subsysteem young adult-literatuur bevindt, terwijl met name de vertaalstrategieën van christelijke YAL meer doen denken aan kinderliteratuur dan aan young adult-literatuur. Waar reguliere YAL meer neigt naar volwassenenliteratuur en de kloof tussen kinderliteratuur en volwassenenliteratuur probeert te overbruggen, lijkt christelijke YAL meer in de richting van kinderliteratuur te bewegen, in een poging haar lezerspubliek met behulp van selectiemechanismen en vertaalstrategieën tegen die volwassen buitenwereld te beschermen. Het zou dan ook erg interessant zijn om te onderzoeken hoe deze christelijke uitgevers hun doelgroep precies zien: als kinderen die beschermd dienen te worden of als jongeren die op het punt staan om volwassen te worden? Een echt nieuwe categorie binnen het literaire veld vormt christelijke YAL dus niet, maar beide vormen van young adult-literatuur kunnen desalniettemin met recht een wereld van verschil genoemd worden.
Noten
1 Voor een wat meer verdiepend artikel over (de vertaling van) young adult-literatuur, zie Postema 2010.
2 Dit artikel is voortgekomen uit mijn masterscriptie, waarin ik zes vertalingen van uitgeverijen Callenbach en Voorhoeve Young heb geanalyseerd, zie Kok 2016.
Bibliografie
Dijkstra, Maarten. 2014. ‘Wat zou ik doen in zo’n situatie?’, Reformatorisch Dagblad, 25 april.
Frank, Helen T. 2007. Cultural Encounters in Translated Children’s Literature. Manchester: St. Jerome Publishing.
Hill, Crag. 2014. The Critical Merits of Young Adult Literature: Coming of Age. New York: Routledge.
Kok, Marije. 2016. ‘Een wereld van verschil: Een onderzoek naar christelijke young adult-literatuur in Nederlandse vertaling’, masterscriptie Universiteit Utrecht, te raadplegen via https://dspace.library.uu.nl/handle/1874/338252.
Koss, Melanie D. & William H. Teale. 2009. ‘What’s Happening in YA Literature? Trends in Books for Adolescents’, Journal of Adolescent & Adult Literacy, 52:7, p. 563–572.
Lolkema, Marjolein & Annemarie Prins. 2005. Christelijke kinderboeken in beweging. Een overzicht (1995–2005).Zoetermeer: Uitgeverij Mozaïek.
Nilsen, Alleen Pace & Kenneth L. Donelsen. 2009. Literature for Today’s Young Adults. New York: Pearson.
Oussoren-Buys, Mariëlle. 2011. ‘Een christelijk alternatief? Nee’, Reformatorisch Dagblad, 18 november. http://www.digibron.nl/search/detail/0134b555dc2619076d37dd71/een-christelijk-alternatief-nee [Geraadpleegd op 2 augustus 2014.]
Postema, Maria. 2010. ‘Coming from America: “Young Adults” in de letteren’, Filter, 17:1, p. 48–51.
Ros, Bea. 2010. ‘Young Adult: genre of leeftijdscategorie?’, Literatuur zonder leeftijd, 83, p. 9–17.
Van Coillie, Jan. 2007. Leesbeesten en boekenfeesten. Hoe werken (met) kinder- en jeugdboeken? Leuven: Davidsfonds Uitgeverij NV.
Lijst van geanalyseerde werken, oorspronkelijk en in vertaling
Bergren, Lisa. T. 2011. Waterfall. Colorado Springs: David C. Cook.
Bergren, Lisa T. 2012. Stuck: Verdwaald in de tijd. Vertaald door Daniëlle van Westen. Kampen: Voorhoeve Young.
Brown, Jennifer. 2009. Hate List. New York: Little, Brown Books.
Brown, Jennifer. 2012. Hate list. Vertaald door Ernst Bergboer. Kampen: Callenbach.
Drewery, Kerry. 2012. A Brighter Fear. London: HarperCollins.
Drewery, Kerry. 2012. Smaragd. Vertaald door Mieke Prins. Kampen: Callenbach.
Kephart, Beth. 2012. Small Damages. New York: Philomel Books.
Kephart, Beth. 2012. De geur van sinaasappels. Vertaald door Hannie Tijman. Kampen: Callenbach.
Munn, Lydia & Heather Munn. 2011. How Huge the Night. Grand Rapids: Kregel Publications.
Munn, Lydia & Heather Munn. 2012. Buitengesloten. Vertaald door Marian Muusse. Kampen: Voorhoeve Young.
Zarr, Sara. 2009. Once Was Lost. New York: Little, Brown Books.
Zarr, Sara. 2011. Opeens voorbij. Vertaald door Daniëlle van Westen. Kampen: Voorhoeve Young.