Een debuut in vertaling    49-58

Ethel Portnoy en de mannelijke invloeden op haar werk

Margie Franzen
Vertaling: Lette Vos

In 1991, twintig jaar nadat haar debuutverhaal getiteld ‘Melk’ veel succes had bij het Nederlandse lezerspubliek, ontving Portnoy de Annie Romeinprijs voor feministische literatuur in het Nederlands. In datzelfde jaar publiceerde zij Gemengde gevoelens, een verzameling anekdotes over haar ontwikkeling als schrijfster. Daarin wijst ze twee mensen aan die een cruciale rol hebben gespeeld bij de vestiging van haar naam als schrijfster. Ze spreekt aan de ene kant vol lof over haar mentor Roland Barthes, hoogleraar semiotiek aan de Sorbonne in Parijs, voor wie ze een ‘zuivere liefde, onaangetast door verlangen’ koesterde (Portnoy 1992: 32). Daarnaast heeft Portnoy het in meer romantische termen over haar ex-man Rudy Kousbroek, zelf een gevierd auteur en vertaler van haar vroege werk. Hem noemt ze een ‘geest uit het verleden’ (26). Zijn aanwezigheid bleef, als vertaler van haar eerste gepubliceerde verhalen, haar hele carrière voelbaar.

De beknopte biografie die Doeschka Meijsing over Portnoy samenstelde is eigenlijk volledig opgebouwd uit interviews in kranten, korte inleidingen bij haar werk en artikelen van het internet. Binnen de Nederlandse literaire canon werd Portnoy alom gelauwerd; men noemde haar de ‘Annie M.G. Schmidt onder de essayisten’ (Peeters 2004) en ‘kampioen van de hedendaagse schrijfsters’ (Sitniakowsky 1996). Een ander noemde haar als essayiste ‘niet zo knettergek als Charlotte Mutsaers maar toch gek genoeg om de wereld even op zijn kop te zetten’ (Uijttewaal). Ze staat nu vooral bekend als feministische auteur van folkloristisch werk [bijv. de bundel Broodje Aap] en als een van de ‘meest getalenteerde schrijfsters in Nederland’ door de unieke mix van ‘reisverslag, jeugdherinneringen, familiegeschiedenis en mini-essay’ die haar verhalen vormen (Schouten 1979: 9). Hoewel Barthes en Kousbroek meerdere keren in haar beknopte biografie worden genoemd, legt men de verantwoordelijkheid voor haar werk steeds weer enkel en alleen bij haarzelf. Te weinig kritische aandacht is uitgegaan naar de invloed die deze mannen hebben gehad op haar auteurschap-in-vertaling.2 De nadruk ligt te veel op haar en te weinig op de non-individualistische aard van het schrijfproces (zie Chadwick & Courtivron 1993: 7).

Het meest opvallende aan de manier waarop Portnoy zich binnen de Nederlandse literaire wereld als auteur presenteerde was wel haar voorkeur om exclusief als auteur-in-vertaling bekend te staan.

Lees verder in de papieren Filter