Claude Lévi-Strauss doet een beroep op Diderots Lettres sur les aveugles om te definiëren dat schilderen geen nabootsen is, maar vertalen. Geldt omgekeerd dan niet ook dat vertalen geen nabootsen is maar een manier van schilderen? Schilderen bij het vertalen gebeurt bijvoorbeeld door minieme accenten te zetten, een irritatie te vermijden die een getrouwe vertaling zou opleveren, weglaten of toevoegen van een woord of door het openbreken van de zinsconstructie van het origineel. Wie zo vertaalt, is trouw aan de poëtische ‘waarheid’ van een beeld, minder aan de letter. (Ira Wilhelm op de website van Athenaeum Boekhandel, 2 januari jl.)
Een geslaagde vertaling is inderdaad meer dan het overbrengen van woorden, en dat gaat zeker op voor de vele schilderachtige scènes waarmee Hertmans het verhaal van zijn grootvader tot leven wekt. Schitterende beelden rijzen op voor je innerlijk oog, ze komen tot stand door ‘klinkende volzinnen’ die ‘de dopamine in je hersenen [laten] kolken’ (idem). En precies dat heeft de vertaalster nodig om zelf in beweging te komen. Om de scènes na te kunnen schilderen, met haar eigen verf. Laat ik één van die scènes bekijken (alle cursiveringen in navolgende citaten ck).
De dertienjarige Urbain is met een neefje naar een gelatinefabriek geweest, een onvoorstelbaar vies en walgelijk oord, en gaat daarna weer ‘gewoon’ door met zijn werk in de ijzergieterij:
Er is iets dat in zijn gedachten blijft hangen, de dagen erop. Het is de aanblik van de dierenkoppen op de gore binnenplaats. In zijn herinnering schijnt het zachte middaglicht over die stapel adembenemende lelijkheid, en wat hij ziet zijn kleuren, tinten, de meest subtiele overgangen van licht en schaduw, grijzen en rood, sepia en nachtblauw, dieprood dat bijna zwart geworden is, het tere geel, bijna wit, van een stukje ongeschonden vacht dicht bij een dode snuit. (100)
In het Duits klinkt dat zo:
Der Anblick der Tierschädel auf dem widerlich stinkenden Innenhof geht ihm in den nächsten Tagen nicht mehr aus dem Sinn. In seiner Erinnerung liegt sanftes Mittagslicht auf dem Berg atemberaubender Hässlichkeit, und er sieht Farben, Nuancen, denkbar feinste Übergänge zwischen Licht und Schatten, Grau und Rot, Sepia und Dunkelblau, ein fast schwarzes Tiefrot, ein zartes Gelb, nahezu weiß, ein Stück unversehrtes Fell direkt neben einer abgetrennten Schnauze. (93–94)
Hier zijn inderdaad minieme accenten gezet, hier en daar is een woord weggelaten, en er zijn kleine verschuivingen binnen de zinnen aangebracht, waardoor ook de Duitse tekst soepel loopt en alle nuances helemaal overkomen.