Abstract: Twee artikelen in dit nummer zijn gewijd aan de vertaling van Het verstoorde leven van Etty Hillesum, een bundel met dagboek- en brieffragmenten uit 1981. In het Frans en Italiaans is (nog) geen vertaling beschikbaar van de wetenschappelijke editie Etty. De nagelaten geschriften van Etty Hillesum 1941-1943 (verschenen in 1986). Pas door die uitgave van alle dagboeken en brieven die zijn overgeleverd, werd het beeld van het leven van Etty Hillesum compleet. Zowel Philippe Noble als Gerrit van Oord betogen dat er in de bestaande Italiaanse en Franse vertaling een andere Etty te lezen is dan in het origineel: Noble gaat in op zijn veranderde kijk op de tekst die hij zelf meer dan vijftien jaar geleden vertaalde (zie pagina 37-48 van dit nummer), Van Oord licht toe hoe een vertaling kan bijdragen tot mythevorming.
Sinds het verschijnen van Etty Hillesums Diario 1941-1943 in 1985 in Italië, bestaat er in dat land onverminderd groeiende belangstelling voor het werk en de persoon van deze schrijfster; de vele publicaties, congressen en citaten uit de dagboeken getuigen hiervan. In de Italiaanse beeldvorming wordt Hillesum verheerlijkt als was zij een heilige. Er zijn aanwijzingen dat vertaalkeuzes op verschillende niveaus hiervoor verantwoordelijk zijn.
Op de eerste bladzijden van haar dagboek maakt Etty Hillesum (1914-1943) aan zichzelf duidelijk waarom zij met het schrijven ervan begint. Enerzijds stelt zij vast dat ze ‘gezegend’ is met intellectuele vaardigheden en inzichten, anderzijds dat ze met ernstige psychische problemen worstelt: een ‘geremd gemoed’ verhindert haar ‘de dingen prijs te geven, vrij uit me te laten stromen’. Een idee van de oorzaak daarvan heeft ze ook: ‘het schaamtegevoel’. Ze schrijft dat ‘iets’ diep in haar haar ‘vast in de greep houdt’. Al deze gevoelens bevatten het materiaal van haar toekomstige schrijverschap. Ze vormen een inhoud die vooralsnog maar niet ter beschikking wil komen van haar ‘heldere denken’, van het intellectuele instrumentarium waarvan zij zo graag gebruik zou maken. Een innerlijk obstakel, de zogenaamde ‘seelische Verstopfung’, belemmert haar nog een carrière als schrijfster te beginnen. Dit is de belangrijkste reden waarom zij bij Julius Spier in therapie is gegaan.
Het vervolg op de verzuchtende openingswoorden van het dagboek – ‘Vooruit dan maar!’-, neergeschreven op 9 maart 1941, is bekend: maar liefst tien cahiers en circa zeventig brieven schreef Etty Hillesum toen zij eenmaal met schrijven begonnen was. Het zijn de tastbare resultaten van het proces van opdiepen, bevrijden en laten ‘uitstromen’ op papier van een innerlijk bestaan in beweging. Psychiater Hans Bendien wijst erop dat het schrijven zelf deel uitmaakt van de ontwikkeling van de identiteit van de schrijver: al schrijvende verandert de persoon.1 Julius Spier was vermoedelijk bekend met dit verschijnsel toen hij Etty aanraadde haar gedachten op papier te zetten om zo al doende de angst voor het schrijven te overwinnen.
Italiaans enthousiasme
Het grote succes2 van de dagboeken en de brieven van Etty Hillesum in Italië wordt vaak toegeschreven aan de opmerkelijke kwaliteit van de vertaling ervan door Chiara Passanti, die alom wordt geprezen en geroemd. Uiteraard houdt de gunstige receptie ook direct verband met de inhoud van het werk. Het sterk psychologisch geaarde zelfonderzoek en de analyse van relationele problemen monden uit in de vorming van een identiteit, en naarmate de tekst vordert biedt Etty Hillesum haar lezers een psychologisch en literair georiënteerd godsvinden dat (hoe kan het anders) in het subject wordt verankerd. Dit alles speelt zich af in een context die wel refereert aan de verschrikkingen van de shoah, maar daarover niet in details treedt; waarin het joodse aspect wel aanwezig is, maar zeker niet domineert. Het dagboek van Etty Hillesum appelleert daarmee aan lezers die zich vanuit heel verschillende invalshoeken en levensvisies met hetzelfde bezighouden: psychologisch zelfonderzoek met als doel de versterking van de eigen identiteit, en in het verlengde daarvan ook van de groepsidentiteit. In verschillende kringen in Italië wordt de schriftuur van Etty Hillesum geïntegreerd in reeds bestaande conceptuele systemen en vervolgens strategisch ingezet voor relationele doeleinden, ter versterking van de groepscohesie of een reeds bestaande visie op de mens en de wereld. Deze toe-eigening van de teksten van Hillesum gebeurt net zozeer binnen religieuze groeperingen of instituties, als in kringen rond postfeministische vrouwenstudies, al dan niet in academisch verband. De vraag is echter waarop dit Italiaanse enthousiasme eigenlijk is gebaseerd. Het is niet mijn bedoeling het werk van Chiara Passanti onder vuur te nemen, integendeel, haar inzet en liefde, gecombineerd met een hoge mate van integriteit en respect voor het werk van Etty Hillesum, zijn voorbeeldig. Maar hoe verhoudt zich het Italiaanse Diario tot de Nederlandse brontekst?
De teksten
De eerste selectie uit de dagboeken van Etty Hillesum verscheen in 1981 in Nederland bij uitgeverij De Haan onder de titel Het verstoorde leven, bezorgd en ingeleid door Jan Geurt Gaarlandt, neerlandicus en theoloog. Kort daarna, in 1982, volgden een selectie brieven, Het denkende hart van de barak. Brieven van Etty Hillesum, en nog twee andere selecties uit de dagboeken. In 1986 verscheen de kritische editie Etty. De nagelaten geschriften van Etty Hillesum 1941-1943. Deze laatste uitgave had een herziening tot gevolg van Het verstoorde leven, dat vanaf de 18e druk verschijnt als een volledig herziene uitgave. In Italië verscheen in oktober 1985 de vertaling van Het verstoorde leven onder de titel Diario 1941-1943, in 1990 gevolgd door de brieven, vertaald als Lettere 1942–1943, beide uitgebracht door uitgeverij Adelphi in Milaan. Afgezien van enkele fragmenten is er van Etty Hillesums werk verder niets meer vertaald.3
De Italiaanse vertaling is gebaseerd op Het verstoorde leven. Dagboek van Etty Hillesum 1941-1943 (HVL), maar anders dan in Nederland leidde de verschijning van de kritische editie niet tot een herziening van de vertaling. De Brieven zijn wel vertaald op basis van de geannoteerde uitgave van de dagboeken. Een ander belangrijk gegeven is dat de Italiaanse vertaling nauwelijks één vijfde van de in het Nederlands gepubliceerde teksten van Etty Hillesum beslaat. De niet-professionele lezer zal zich niet realiseren dat de vertaling slechts een klein gedeelte van het gehele dagboek omvat. Niets in de bezorging van het boek wijst daarop, behalve een korte mededeling tegen het einde van de inleiding op het dagboek, waarin sprake is van de ‘pijnlijke taak een keuze te maken’ uit de dan bekende dagboekcahiers (Diario, p. 19). Geen woord over de precieze kwantitatieve verhouding tussen de vertaalde tekst en de rest van het oeuvre.
Het beeld van Etty Hillesum dat uit de eerste selectie Het verstoorde leven naar voren kwam, is in Nederland in eerste helft van de jaren tachtig geleidelijk aan gecorrigeerd, of zo men wil gecompleteerd4, door de uitgave van de brieven en andere selecties uit het dagboek, en tenslotte door de lovenswaardige kritische editie van het volledige werk. Hierdoor werd de lezer in de gelegenheid gesteld zijn eigen beeld van Hillesum te vormen op grond van een betrouwbare tekst. In Italië is dit niet gebeurd. Van de vertaling uit 1985 verschijnt herdruk op herdruk. De Italiaanse Hillesum-receptie berust daarmee op een onvolledige weergave van een onbetrouwbare brontekst.
Gênante gevallen
Deze stand van zaken heeft wat mij betreft reeds diverse malen geleid tot gênante situaties. Tijdens verscheidene van de tientallen bijeenkomsten waarbij ik aanwezig ben geweest op middelbare scholen, in bibliotheken en op de universiteit, voelde ik mij dikwijls gedwongen corrigerend op te treden. Men kan er toch niet het zwijgen toe doen als een aantal leerlingen na lezing van het Diario hebben geconcludeerd dat Etty Hillesum vrijwillig naar Auschwitz is vertrokken? En wat te denken van de doctoraalscriptie waarin een zin wordt geciteerd en becommentarieerd die wèl voorkomt in Het verstoorde leven, maar die afwezig blijkt te zijn in de nagelaten geschriften: ‘En wanneer men het heeft over uitroeien, dan toch het kwaad in de mens en niet de mens’ (p. 82); in vertaling: ‘E quando si parla di sterminare, allora che sia il male nell’uomo, non l’uomo stesso’ (Diario, p. 102)?5 De kwestie is niet onbelangrijk omdat er in de Italiaanse vertaling van de blijkbaar apocriefe zin, een historisch geladen term wordt gebruikt, ‘sterminare’, voor het Nederlandse ‘uitroeien’. Met de Italiaanse term wordt de referentie aan de shoah zeer sterk benadrukt, terwijl de connotatie in de brontaal beperkt blijft tot het uitroeien van het kwaad in de mens.
Een analoog geval betreft de vertaling van het woord ‘transport’. Etty Hillesum gebruikt het woord ‘deportaties’ nauwelijks, en daar is een duidelijke reden voor. Zij verkeerde immers in de veronderstelling dat zij aan het einde van het transport een werkkamp zou betreden, en niet een gaskamer. Wel koesterde zij grote twijfels over het lot dat haar en haar volk wachtte, maar de ware aard van het drama was haar in Westerbork nog niet duidelijk. Nu wordt in de vertaling vrijwel steeds het woord ‘deportazioni’ aangewend voor Etty Hillesums term ‘transporten’. De consequenties hiervan zijn verregaand. Het woord ‘deportatie’ heeft in de naoorlogse literatuur over de nazi-misdaden zeer precieze geografische en historische connotaties. Etty Hillesum gebruikte het woord ‘transport’ zonder deze connotaties. Nog afgezien van het historisch anachronisme dat hier op de loer ligt, kan deze vertaalwijze een inhoudelijk verkeerd beeld van Hillesum oproepen. Indien men namelijk haar zinsnede ‘we hebben zingend het kamp verlaten’ in verband brengt met de betekenis die de term ‘deportaties’ oproept in het hoofd van de hedendaagse lezer, dan is men, met name in een katholiek land, niet ver verwijderd van een zaligverklaring. Op zich is dat niet erg, maar de vraag of het dan nog over de Etty Hillesum gaat zoals die uit haar dagboeken naar voren komt dringt zich wel op.
Nog een misverstand dat de Italiaanse vertaling oproept is dat Etty psychologie zou hebben gestudeerd. Dit is het gevolg van een ongelukkige zin in het voorwoord van de Amerikaanse editie van Het verstoorde leven: ‘… by the time she turned to the study of psychology …’ (Triad/Panther-editie, 1885, p. 10). In het Italiaans wordt dat: ‘Quando intraprese lo studio di psicologia …’ (Diario, p. 15). In de Italiaanse vertaling is dit voorwoord overgenomen in plaats van het voorwoord van Gaarlandt uit de oorspronkelijke editie van Het verstoorde leven. Een onjuist beeld van Etty Hillesum is het gevolg. Zij studeerde geen psychologie, maar las uit persoonlijke belangstelling psychologische teksten: zeker acht teksten van Carl Gustav Jung en daarnaast werken van onder anderen Freud en Adler.6
Onvolkomenheden in de eerste Nederlandse edities van de dagboeken leidden op meer plaatsen tot raadselachtigheden in de Italiaanse tekst. Zo schrijft Etty ergens ‘als door een adder gestoken (sic) spring ik plotseling met m’n borrelende vraag van het blauwe divankleed: ja, die vraag. Terwijl ik vol ben van problemen van ethiek en van waarheid en God zelf, komt daar opeens een “eetprobleem”. Toch iets voor een analyse misschien’ (p. 57-58). De tekstbezorger van Het verstoorde leven heeft ‘vraag’ gelezen waar in het manuscript ‘maag’ staat. Het zij hem vergeven, Etty’s handschrift is niet vlot leesbaar. Natuurlijk heeft Chiara Passanti ‘vraag’ vertaald met ‘domanda’, maar wist zij zich geen raad met die ‘borrelende vraag’ (HVL, p. 57), want die bestaat ook in het Italiaans niet. De vertaling luidt ‘incalzata da una domanda, “la domanda”’. Wat vervolgens het verband is met het ‘eetprobleem’ van Etty blijft duister. Etty poneert hier opnieuw haar probleem, het gebrek aan harmonie tussen lichaam en geest, dat zich ook – maar niet alleen – uit in aanvallen van boulimie. De Italiaanse tekst is onbegrijpelijk en vervormt de receptie. Dit wordt nog versterkt doordat de redactie van uitgeverij Adelphi het blijkbaar nodig heeft gevonden de dagboekaantekeningen van dinsdagmorgen 11 november 1941 en de rest van de aantekeningen van 21 november, die wél voorkomen in Het verstoorde leven (p. 57, 58-59), weg te laten. In deze twee aantekeningen wordt uitgebreid gesproken over relatieproblemen, therapie en eetproblemen.
Dat weglaten van passages is een volgend punt dat opvalt in de vertaling. Vooral in het eerste deel van het Diario ontbreken nogal wat dagboekaantekeningen uit Het verstoorde leven, terwijl deze wel zijn vertaald en aan de uitgever zijn aangeboden. De editor heeft deze ingrepen tegenover de vertaalster verdedigd met het argument herhalingen uit de tekst te hebben willen schrappen.7 Hierdoor zijn ruim vierhonderd regels tekst uit Het verstoorde leven gesneuveld. De belangrijkste thema’s van de geschrapte tekstdelen zijn het schrijven, de relatie met Spier en de verhouding lichaam-geest.8 Het weglaten van deze niet-religieuze thema’s versterkt uiteindelijk het religieuze gehalte van de tekst.
Ontbrekende informatie
Etty Hillesum citeert op haar manier een versregel van Albert Verwey: ‘Melodisch rolt de wereld uit Gods hand’ (HVL 15, Diario, p. 28).9 Besefte zij wel, dat zij door weglating van de negatie in de versregel de hele dag het tegendeel van Verweys vers in haar hoofd had? Of was dat misschien juist opzet? Hoe het ook zij, er is ons een prachtig beeld overgeleverd. Dit beeld wordt ook door Italiaanse lezers zeer gewaardeerd en dikwijls geciteerd. Jammer alleen dat niemand weet wie Albert Verwey was, waar de versregel vandaan komt of uit welk jaar zij stamt.
Ook elders wreekt zich het ontbreken van zelfs maar een minimum aan annotatie. Op de openingsavond van het Romeinse Etty Hillesum Project op het Capitool in Rome, in het bijzijn van bijna vijfhonderd Etty Hillesum-liefhebbers, kondigde professor Giancarlo Gaeta uit Bologna aan het slot van zijn redevoering de publicatie aan van diverse ongepubliceerde stukken uit het werk van Hillesum. In de vertaling van deze nieuwe fragmenten zou met name haar relatie met Julius Spier aan bod komen en derhalve werd er met grote spanning en ongeduld uitgekeken naar de beloofde tekst. In maart 2002 was het zover en verschenen de nieuwe fragmenten in het blad Lo Straniero.10 Afgezien van de stilistische kwaliteit van de vertaling, die door verschillende ervaren lezers negatief is beoordeeld, valt ook hier het volledige ontbreken van annotatie op. En zo zien we dat bij een citaat van Friedrich Rittelmeyer (Gaeta, p. 20; Etty, p. 65) diens naam niet wordt vermeld, waardoor de lezer natuurlijk denkt dat het een tekst van Hillesum is.
Ook in deze nieuwe vertaling wordt de coherentie van Etty’s gedachten geweld aangedaan. Een constante in Etty Hillesums opvattingen is dat elke mens een centrum op zich moet zijn. Haar schrijven kan worden opgevat als een getuigenis van het bereiken van deze staat van de ‘in sich ruhende Mensch’. Pas wie dit innerlijk stadium heeft bereikt en dus onafhankelijk is van de ander, kan voor die ander iets betekenen. ‘Men moet een wereld op zichzelf zijn, met een eigen centrum en vanuit dat eigen centrum kan men dan zijn stralen of krachten en wat dan ook zenden naar de anderen’ (Etty, p. 61). Dit fundamentele aspect van Etty Hillesums opvattingen verliest in het Italiaans zijn kracht wanneer het Nederlandse ‘men’ vertaald wordt met een meervoudige vorm: ‘Dobbiamo essere un mondo in noi stessi, un mondo con un proprio centro, dal quale possiamo poi inviare raggi, energia o qualunque altra cosa agli altri’ (Gaeta, p. 19). De grammaticale meervoudsvorm in het Italiaans is formeel gesproken natuurlijk niet verkeerd, maar het inhoudelijke aspect dat Etty Hillesum wil uitdrukken met haar idee ‘zijn eigen centrum zijn’ wordt helaas tenietgedaan en daarmee één van de kernpunten van heel het werk: de versterking van haar eigen (vrouwelijke) identiteit door middel van onvoorwaardelijk psychologisch zelfonderzoek. Een alternatieve vertaling zou kunnen zijn ‘Una persona deve essere un mondo in se stessa’.
Vervormd beeld
Over de manier waarop men in Italië met de teksten van Etty Hillesum omgaat – en om in de geest van Etty Hillesum generaliseringen te vermijden heb ik de gerespecteerde uitgeverij Adelphi en professor Gaeta uit Bologna bij name genoemd – valt op zijn zachtst gezegd wel wat aan te merken. Het gebruik van onbetrouwbare bronteksten heeft het merkwaardige gevolg dat er met de doelteksten aan de haal wordt gegaan en dat maar zeer weinigen dit beseffen. Ook zou duidelijk moeten zijn aangegeven hoe de Italiaanse editie zich verhoudt tot de rest van het werk. En dat de Italiaanse tekst na de verschijning van de nagelaten geschriften niet is herzien, beschouw ik als een ernstige nalatigheid van de betrokken uitgeverijen. Op deze manier wordt aan de enthousiaste lezers en lezeressen in Italië wel erg weinig respect betoond.
Noten
1 J. Bendien, ‘Zelfverwerkelijking’, in: J.G. Gaarlandt (red.), Men zou een pleister op vele wonden willen zijn, Amsterdam, 1989, p. 160-185; ‘Mythevorming rond de heiligheid van Etty Hillesum’, De Gids, 157 (1989) 3, p. 170-181.
2 Een verslag van de initiatieven rond Hillesum zou vele pagina’s beslaan. Alleen al bij het Romeinse Etty Hillesum Project waren bijna veertig sprekers betrokken en enkele duizenden bezoekers hebben deelgenomen aan de bijna twintig bijeenkomsten. Het Project was een initiatief van de Culturele Afdeling van de Gemeentelijke Romeinse Bibliotheken en de Derde Universiteit van Rome en beoogde het werk van Etty Hillesum meer bekendheid te geven. Het vond plaats van 19 januari tot eind februari 2002. Op 14 juni 2002 werd een andere serie van vijftien bijeenkomsten afgesloten, gehouden op Romeinse middelbare scholen.
3 Adelphi heeft een optie op de nagelaten geschriften. Of en wanneer Adelphi ze wil publiceren en of men daaraan de inmiddels verschenen Amerikaanse geannoteerde editie ten grondslag wil leggen, dan wel uit wil gaan van de Nederlandse editie bezorgd door Klaas A.D. Smelik, moet nog blijken.
4 Edward van Voolen gebruikt in zijn Woord vooraf op Etty de beleefde wending ‘immers de door uitgever J.G. Gaarlandt gemaakte selecties geven geen compleet beeld’.
5 De zin zou moeten voorkomen op pagina 269 van Etty.
6 Zie de doctoraalscriptie van Janny van der Molen, Heerenveen, juli 2001.
7 Persoonlijke mededeling van de vertaalster op 21 mei 2002.
8 Het gaat om de pagina’s: 14-15 (18), 30-32 (61), 32-33 (28), 36-38 (68), 39-40 (34), 42 (7), 45-46 (59), 47-48 (30), 50-52 (64), 53-54 (18), 57 (22), 58-59 (41), 60-61 (21), 76 (10). Een pagina van HVL heeft 39 regels, en telt effectief 187 pagina’s. Totaal aantal weggelaten regels: 481.
9 ‘Lijdt gij dan niet? De wereld is verworden./ Zij rolt niet meer melodisch uit Gods hand./ Schone bevolkingen werden tot horden/ Tot waanzin steeg het menselijk verstand.’ Zie Etty, p. 719.
10 Giancarlo Gaeta ‘Genesi di una trasformazione interiore’, Lo Straniero, 4 (2002) 11, p. 5-24. Vertaling van Elisabetta Svaluto Moreolo.