In Over kampliteratuur uit 2006 besteedt Jacq Vogelaar aandacht aan het werk van de Franse schrijfster en dramaturge Charlotte Delbo (1913-1985). Hij citeert fragmenten uit de trilogie Auschwitz et après in zijn eigen vertaling en vertelt in een noot dat uitgeverij Verbum van plan is Delbo’s werk in het Nederlands uit te brengen. Dat is er niet van gekomen: de vertaling uit 2021 (van slechts twee delen van de trilogie) Niemand van ons zal terugkeren door Katelijne De Vuyst, werd uitgegeven door Meulenhoff. De Nederlandse titel is ontleend aan het eerste deel van de trilogie, Aucun de nous ne reviendra, en verwijst naar Delbo’s overtuiging dat de overlevenden nooit uit het kamp zijn weggekomen. In het laatste gedicht staat te lezen: ‘Ik keer terug / van voorbij de kennis / nu moet ik afleren / want ik weet goed dat ik anders / niet meer leven kan.’
Al in 1968 (drie jaar na de Franse uitgave) verscheen er in de Verenigde Staten een eerste Engelse vertaling van de trilogie door John Githens. De hervertaling van Rosetta C. Lamont kwam uit in de jaren tachtig.1 Het wekt verbazing dat het zo lang heeft moeten duren voordat Nederlandstalige lezers konden kennismaken met Delbo’s indringende getuigenis. De Nederlandse vertaling werd in verschillende media zeer positief onthaald: ‘Niemand van ons zal terugkeren is een aangrijpende getuigenis, noodzakelijke Holocaustliteratuur en een literair meesterwerk,’, aldus een anonieme recensent. Elders schrijft Sietske van der Veen: ‘In Niemand van ons zal terugkeren is elke zin een voltreffer. Ook voor wie al veel over de Holocaust weet – en weten we ooit genoeg? – is het werk van Charlotte Delbo een noodzakelijk te lezen getuigenis van Auschwitz, door haar stijl, maar bovenal door haar fundamentele poging recht te doen aan haar eigen ervaring en die van haar medegevangenen.’