Kun je het werk van iemand die je bewondert en bovendien belachelijk aardig vindt neutraal beoordelen? Twijfelachtig. Er werd me gevraagd een in 2021 verschenen vertaling te bespreken die ik bijzonder vond. Het afgelopen jaar las ik welgeteld één recent verschenen vertaling uit het Engels: Maggie Nelsons Bluets, vertaald door Nicolette Hoekmeijer. Het treft dat ik deze ‘Bespiegelingen in blauw’ erg bijzonder vond, maar de kans om neutraliteit te pretenderen verspeelde ik in het vorige nummer van Filter toen ik Hoekmeijer uitriep tot patroonheilige der nieuwe vertalers.
De Amerikaanse schrijfster Maggie Nelson (1973), die in ons taalgebied bekend is van het eveneens door Hoekmeijer vertaalde De Argonauten, omschrijft Bluets als een ‘abstract, expressionistisch, inwendig landschap’. In dat landschap gaat Nelson middels de kleurentheorie op zoek naar nieuwe manieren om persoonlijke informatie over te brengen. Dit kostbaar kleinood met korenbloemblauwe1 cover telt 128 bladzijden met 240 ‘bespiegelingen’ over haar fascinatie met de kleur blauw en thema’s als vrouwelijk verlangen, kunst, alcohol en omgaan met hartenpijn en verlies.