Vertalen is een mooi vak. Je ziet nog eens wat van de wereld en je hoeft er niet eens de deur voor uit. Je krijgt de krankzinnigste problemen voor je kiezen en meestal vind je wel een oplossing. Zelfs voor het fundamenteelste vertaalprobleem van allemaal: hoe van iets hetzelfde te maken, maar dan in een andere taal. Immers, een andere taal, dat is, weten we van de stelling van Sapir-Whorf, een heel andere Weltanschauung as such. Onlangs kreeg ik de kans deze zaak eens van de andere kant te bekijken, toen een zeer slagvaardige uitgever mij, op gepaste afstand, tijdens een fietstocht in de Achterhoek, vroeg of ik niet ‘een blik wilde werpen’ op de vertalingen die collega Lydia Davis had gemaakt van een aantal van de Zeer Korte Verhalen van A.L. Snijders. Dat wilde ik wel, want ‘nee’ is het enige woord dat niet in het woordenboek van de vertaler staat (no! nein! non! jamais!). Het waren er twintig, allemaal in hun schijnbare zenboeddhistische eenvoud even onvertaalbaar en oer-Nederlands kort, maar toch omgezet in het Engels door Davis, die ‘had swung that little axe before’, zoals de zeer slagvaardige uitgever mij met een ferme knipoog verzekerde. Ik nam het pakketje dankbaar in ontvangst en indachtig het motto ‘Heute ist immer der beste Zeitpunkt’ ging ik er eens goed voor zitten, onder een boom aan de vrolijk voortslingerende Ramsbeek, dicht bij knooppunt 72, waar ik afscheid had genomen van de uitgever die aan het eind van de middag op dit trefpunt van fietsroutes en wandelwegen in de vrije natuur terug zou komen om mijn bevindingen te vernemen, straight from the horse’s mouth, als het ware.
Het eerste verhaal was meteen raak. ‘In the Elm’ heette het nu. ‘In de iep’, dacht ik, volautomatisch terugvertalend. Mooi! Hollandser kon het bijna niet. Wat is het Nederlands toch een mooie taal! Waar ter wereld vind je nou zo’n woord? Ik bedoel, elm is ook mooi, maar dat haalt het er toch niet bij. Hiep hiep voor de iep! Wat een muziek! Drie letters, twee klanken slechts en er gaat een wereld voor je open. Gelukkig gold de algemeen aanvaarde natuurwet dat er in vertaling ‘zoveel verloren gaat’ kennelijk ook in omgekeerde richting, d.w.z. niet alleen in het Nederlands gaan er dingen verloren, maar ook uit het Nederlands.