Hoe een favoriete vertaling te kiezen? Zal ik iets nemen dat ik al tientallen jaren raadpleeg, zoals W.L. Idema’s Spiegel van de klassieke Chinese poëzie, een bloemlezing die in zijn grote verscheidenheid aantoont dat de Chinese dichtkunst misschien wel wordt geëvenaard door andere taalgebieden, maar zeker niet overtroffen? Of zou ik een roman kiezen als Fortunata en Jacinta van Benito Pérez Galdós, die ik ademloos heb uitgelezen, niet alleen omdat hij een meesterlijk verhaal vertelt, maar ook omdat ik twaalfhonderd pagina’s lang heb gesmuld van Adri Boons Nederlands?
De mogelijkheden lijken eindeloos, maar als ik eerlijk ben, bestaat er maar één juist antwoord: de Prisma-uitgave van de werken van Charles Dickens, die aan het begin van de jaren vijftig verscheen, en die mijn leven een paar decennia nadien ondersteboven keerde. (Zonder Dickens was ik waarschijnlijk nooit in Engeland terechtgekomen, waar ik nu al een kwarteeuw woon, en zonder hem had ik ook nooit de Japanse vrouw ontmoet die mij een tijdlang heeft meegetroond naar haar land, waar ik de taal heb aangeleerd die ik dagelijks gebruik.)