‘Zoals iedereen weet kunnen beelden en boeken je hoofd vanbinnen veranderen, daarom verzamel ik ze vol verwachting om me heen,’ aldus beeldend kunstenaar R.B. Kitaj (1932-2007) – ‘Ze winden me op, zoals andere ondeugden dat doen. Te midden van mijn ondeugden leef ik op in het koortsachtige vooruitzicht van plezier, dat altijd doorsijpelt in het schilderen.’ Het zal na zo’n uitspraak minder verbazen dat Kitaj ooit een olieverfschilderij maakte van zijn eigen boekenkast en zeefdrukken van een aantal afzonderlijke boeken uit zijn bibliotheek. ‘Unpacking My Library’ luidt de titel van een doek uit 1990-1991, de afzonderlijke zeefdrukken uit de reeks ‘In Our Time – Covers for a Small Library After the Life for the Most Part’ (1969-1970) dragen de titels van de uitverkoren boeken, waarvan alleen de omslagen zijn afgebeeld. Daaronder Kampflieder: Battle Songs: Canzoni di Guerra: Chansons de Guerre: Canciones de Guerra de las Brigadas Internacionales van Ernst Busch (Madrid, 1937), The Defence of Terrorism van Leon Trotsky (London, 1921), Plague van L.-T. Wu e.a. (Shanghai, 1936) en Benia Krik van Isaac Babel (London, 1935). Plague is een Chinese handleiding over de pest en bevat een lijst van alle epidemieën in China vanaf 224 voor onze jaartelling; Benia Krik is een zeldzaam filmscenario van Babel over een joodse gangsterheld in Odessa. Over de boeken en Kitajs ‘blibliomania’ valt ongetwijfeld veel te vertellen, maar waar het hier om gaat is dat de genoemde vier boeken vertalingen zijn die door het renommee van Kitaj meteen ook kunstwerken zijn. Uitgelicht, naar de voorgrond gehaald, vereeuwigd. Het ‘After the Life’ uit de reekstitel duidt erop dat de boeken letterlijk model stonden – in alle naaktheid en zonder dat je wist wat er in hen omging. Dat er vertalingen bij waren was evenmin te zien. Dat maken wij ervan, geïnspireerd door die fantastische tentoonstelling die in 2015 in het Joods Historisch Museum in Amsterdam te zien was.