Voor het eerst in het Nederlands: een kunsthistorische thesaurus    41-46

Paul Dreckmeijer

Abstract: Vertaalbureau UvA Vertalers werkt aan de vertaling van een elektronische thesaurus, The Art and Architecture Thesaurus, die een wereldwijd gebruikte terminologische index is waarmee kunsthistorische collecties toegankelijk worden gemaakt. In dit artikel beschrijft Dreckmeijer de ervaringen van de vertalers.

 

In 1996 is Vertaalbureau UvA Vertalers begonnen aan de vertaling van The Art and Architecture Thesaurus (AAT). Na zes maanden is het eerste vertaalde deel van deze elektronische thesaurus, ontwikkeld in het kader van het ‘Art History Information Program’ (AHIP) van de Getty Trust in de VS, afgeleverd. De thesaurus is een wereldwijd gebruikte terminologische index, waarmee kunsthistorische collecties in bijvoorbeeld musea en archieven toegankelijk worden gemaakt. Paul Dreckmeier schrijft over de ervaringen van de vertalers.

Even opzoeken wat nu precies de ‘hollows or scotias beneath the echinus of some Archaic Doric capitals’ zijn, gaat een stuk sneller wanneer je in één opslag ziet dat het om de ‘uithollingen of scheppende holen onder de echinus van sommige vroeg-Dorische kapitelen’ gaat. Een goede vertaling bespaart je de moeite van het woordenboek pakken en welke wetenschapper, kunsthistoricus, museummedewerker of gids heeft daar geen oren naar?

Daarom wordt nu de AAT vertaald. Dit werk bevat in totaal ruim 28.000 termen op het gebied van kunst en architectuur, waarvan 17.000 voorzien van een beschrijving voor het gebruik van de term, de zogenaamde scope note. De termen variëren van algemene begrippen tot specialistische, zeer gedetailleerde omschrijvingen van objecten, processen en technieken. Daarnaast worden ook alternatieven, voorkeurstermen, spellingsvarianten en verwante begrippen vermeld. Het geheel is hiërarchisch (naar de Amerikaanse Standards) gerangschikt volgens een lettercodesysteem, dat exact aangeeft wat de herkomst van de betreffende term is. De hiërarchie loopt van de breedst mogelijke term (categorienaam) tot een zo specifiek mogelijke descriptor. Een voorbeeld hiervan is de structuur van de categorie Associated Concepts:

Associated Concepts (Abstracte Begrippen)

<concepts in the arts
   <ariistic concepts>
      <artisiic detiices>
         <artisiic devices: literaiure>

   <concepts relating to the creative process>
etc.

De termen tussen haken zijn de zogenaamde guide terms; de termen die eronder komen te staan heten main terms. Volgens deze methode is een bepaalde term precies te classificeren en achterhalen. Ook de omschrijvingen gaan vergezeld van een code die de oorsprong ervan aangeeft.

De vertaling moet de eerste Nederlandse versie van een veelomvattend terminologisch en classificerend naslagwerk voor de gehele Nederlandse kunst- en museumwereld worden. Die ontbeerde een dergelijk eenduidig, overkoepelend werk en moest zich tot nu toe behelpen met de inventarislijsten van een aantal musea of kleinere thesauri, die zich vaak beperken tot een bepaald vakgebied en geen uitgebreide omschrijvingen bevatten. Veel instanties hebben daarom belang bij de vertaling van de AAT.

Voor UvA Vertalers is er slechts één opdracht: bij iedere (unieke) Engelse term de corresponderende (unieke) Nederlandse term zoeken. Dit klinkt logisch en misschien zelfs gemakkelijk, totdat je op zoek gaat naar de naslagwerken waarmee je kunt werken. Tweetalige werken lijken een optie, maar blijken niets anders dan een mooie droom aangezien ze nauwelijks voorhanden zijn. Nederlandstalige terminologische boeken op het gebied van kunst en architectuur zijn dun gezaaid. En het merendeel van de specialistische boeken is steevast in het Engels geschreven.

Het vertalen van de termen en de scope notes gebeurt direct op de computer; een papieren versie zou ongeveer tienduizend bladzijden beslaan. De eerste fase, het vertalen van de termen, bestaat uit veel speurwerk, aangezien het grootste deel van de termen te specialistisch is om in een woordenboek of algemeen werk te vinden. Dat betekent lange uren achter stapels boeken in bibliotheken, op zoek naar juist die éne term die de lading dekt. Bovendien bestrijkt de thesaurus een enorm groot gebied: de descriptoren hebben niet alleen betrekking op kunst en architectuur, maar ook op alles wat daar in de verste verte mee te maken heeft ‒ van geavanceerde meetapparatuur tot toiletpotten, van Dorische zuilen tot Botticino-marmer, van slagzwaarden tot kaartspellen en de kunstnijverheid van de Gur-sprekende volkeren ten zuiden van de Sahara. De thesaurus omvat een groot aantal subcategorieën, wat het zoeken er niet bepaald eenvoudiger op maakt.

De Nederlandse termen moeten autoriteit hebben, en de voorkeur gaat uit naar het daadwerkelijk gebruikte jargon van de Nederlandse kunst- en architectuurwereld. Maar specialistisch jargon is niet het enige in de thesaurus; zo bevat de categorie People onder andere de volgende termen:

<social classes by specific type>  

<sociale klassen naar specifiek type>

middle class

middenklasse
bougeoisie bourgeoisie
peasantry boerenstand
aristocracy aristocratie
nobility adel
royalty leden van het koninklijk huis
working class werkende klasse
proletariat proletariaat

Hier zijn meteen een paar duidelijke vertaalkwesties aan de orde. Neem bijvoorbeeld de vertaling van bourgeoisie en royalty. Het eerste is een van oorsprong Frans, naar het Engels geïmporteerd woord. Het is op dezelfde manier bekend in het Nederlands en het is daarom overgenomen. Een enkele term voor royalty is in het Nederlands niet beschikbaar. Een bondige omschrijving moet dus volstaan. Ogenschijnlijk ‘gemakkelijke’ termen hebben vaak geen Nederlands equivalent. Hier steekt het probleem van ‘cultuurgebonden begrippen’ de kop op, een problematiek die elke vertaler kent. De thesaurus heeft legio begrippen die alleen in een bepaalde (sub)cultuur voorkomen, of die zo specifiek zijn dat ze eenvoudigweg onbekend zijn in het Nederlands. Een voorbeeld is de term garveys uit de categorie Vervoermiddelen. In het Engels wordt de term als volgt beschreven:

Use for small craft with flat rockered bottoms, flat sides, and broad square ends, commonly but not exclusively found along the New Jersey coast.

In feite valt aan deze term weinig te vertalen, omdat het een benaming is voor een specifiek soort boot. Er zit dus niets anders op dan de term over te nemen.

Vertalers de straat op
Hoe specialistischer de term, hoe langer de zoektocht. Zoek je in eerste instantie in algemene en specifieke vertaalwoordenboeken; naarmate de diverse onderwerpen aan de orde komen raken de bronnen langzamerhand uitgeput. Urenlange zoektochten in bibliotheken leveren ‒ vooral bij sommige vakgebieden ‒ slechts mondjesmaat Nederlandse vertalingen op. Verder stuit je op termen en objecten waarover geen idee bestaat wat het nu eigenlijk is, of hoe het er precies uitziet. De soms cryptische omschrijvingen, geschreven in net iets te beknopt Engels, blijken niet altijd even verhelderend te zijn.

Als boeken en naslagwerken zijn uitgeput, wordt de blik verlegd naar andere bronnen van informatie: mensen en instanties. Een deel van de vertalers zwermt uit over Amsterdam, op weg naar galeries, musea, boekhandels, ijzerhandels, drukkerijen, verfwinkels, fotozaken, tapijtwevers, spiritisten, vluchtleiders, architecten en technisch tekenaars. Een stroom van brieven en faxen gaat de deur uit en de telefoon is nog nooit zo lang bezet geweest. Dit blijkt een zeer vruchtbare stap te zijn, aangezien bij mensen nu eenmaal veel kennis valt te vergaren die in geen boek is te vinden. Maar zelfs degenen die bekend staan als ‘de autoriteit op het gebied’ kunnen met bepaalde termen niet uit de voeten. Zo wisten de architecten en technisch tekenaars die werden geraadpleegd zich geen raad met een aantal technische tekeningen uit de categorie Visual Works (Beeldende Werken):

general oblique drawings

Scope note: Use for oblique drawings in which a vertical plane is parallel to the plane of projection, and receding planes are drawn at a scale that is somewhere between the same scale as and one-half the scale of that vertical plane.

Wordt gebruikt voor planimetrische tekeningen waarop een verticaal vlak parallel is aan het projectievlak, en wijkende vlakken worden getekend op een schaal die ergens ligt tussen dezelfde schaal en anderhalf maal de schaal van dat verticale vlak.

Hieruit blijkt bijvoorbeeld dat in het Nederlands bepaalde specialistische tekeningen geen aparte naam hebben, maar allemaal vallen onder de noemer ‘planimetrische tekeningen’. Dit is de zogenaamde ‘veel-opeen’-relatie: meerdere Engelse termen hebben slechts één Nederlands equivalent.

Het verschil tussen een kruiskopschroef en een moertje
Een soortgelijk probleem bij de vertaling is de mate van differentiatie van een taal. De Amerikaanse neiging om ieder minuscuul onderdeeltje te indexeren kennen wij hier niet ‒ jammer genoeg of gelukkig maar. In Nederland heb je bijvoorbeeld ‘kruiskopschroeven’ en ‘moeren’: in deze categorieën is een zeer grote verscheidenheid aan vormen en functies opgedeeld. In de AAT, die van Amerikaanse makelij is, heeft zo ongeveer ieder schroefje een eigen classificatie. De gehele categorie Onderdelen is ermee doorspekt. Deze bevat een enorme hoeveelheid termen voor schroeven, bouten, moeren, spijkers, scharnieren, knopjes, lipjes, haakjes, ringetjes, plaatjes, dopjes, afdekstukjes, hitjes, boortjes, balken, enzovoorts. De categorie Kleur is van hetzelfde laken een pak. Strong purplish pink en dark grayish yellowish brown: een dergelijke verregaande specificatie van kleuren is in het Nederlands bepaald niet gangbaar, en een Nederlands equivalent van deze descriptor is in een geautoriseerd werk dus niet te vinden; een eigen vertaling moet volstaan.

Zoals de voorbeelden laten zien, zijn de omschrijvingen altijd beknopt en soms heel cryptisch geformuleerd. Van de ruim 28.000 termen hebben er ongeveer 17.000 een omschrijving, samen goed voor ongeveer 400.000 woorden. Het uitgangspunt bij het vertalen is simpel: de vertaling moet beknopt zijn geformuleerd en zoveel mogelijk in het juiste jargon gesteld, maar voorop staat dat de vertaling goed Nederlands moet zijn. De vertaalde tekst moet vooral functioneel zijn; het medium en de vorm waarin de teksten zijn gegoten mogen geen belemmering vormen voor een vertaling die vooral qua inhoud en betekenis correct dient te zijn. Hierdoor ontkom je er als vertaler bijna niet aan om omschrijvingen volledig om te gooien, zinsdelen te parafraseren of zaken weg te laten als die in de vertaling geen enkele functie hebben.

Een dergelijke doeltaalgerichte strategie is echter moeilijker te hanteren wanneer bijvoorbeeld de Engelse formuleringen onduidelijk zijn of wanneer, bij gebrek aan enig visueel referentiemateriaal, niet is vast te stellen waar het nu eigenlijk om gaat. Een voorbeeld hiervan is de scope note bij blown three-mold glass (waarvoor overigens geen vertaling is gevonden), die als volgt luidt:

Term of convenience used to describe a type of mold-blown glassware blown in full-size molds that usually consist of three parts, but occasionally the term is used to describe glassware made in two-, four-, or five-part molds.

Iemand die niets of weinig van het vakgebied af weet, zal zich bij een dergelijke omschrijving nauwelijks kunnen voorstellen hoe het object eruit ziet, wat zowel het vertalen van de omschrijving als het vinden van de juiste term bemoeilijkt. In dit geval kon zelfs een geraadpleegde specialist geen correcte Nederlandse benaming noemen. In een dergelijk geval, waar de eigenlijke inhoud van de omschrijving niet duidelijk is, is de originele tekst zoveel mogelijk aangehouden om vergissingen te voorkomen.

Een uniek project, een unieke werkwijze
In Nederland is bij de vertaling van de AAT gekozen voor een ongebruikelijke methode, namelijk die van de directe vertaling van termen en omschrijvingen. In andere Europese landen waar men ook bezig is een versie van de AAT samen te stellen (o.a. Frankrijk, Italië en Spanje) wordt de AAT naast bestaande thesauri in de diverse talen gelegd, en ‘matcht’ men equivalenten: men vergelijkt de gegevens en brengt met de gevonden exacte equivalenten in feite een nieuwe thesaurus tot stand. Vanwege het ontbreken van een dergelijke (deel)thesaurus in het Nederlands is gekozen voor directe vertaling. Maar dat is pas het begin; het is de bedoeling dat de vertaling per onderwerp door redactiegroepjes op jargon en juist gebruik van terminologie wordt gecontroleerd. Daarnaast wordt er gewerkt aan een ‘oorspronkelijke’ Nederlandse thesaurus. Hiervoor worden nieuwe, Nederlandse records toegevoegd en worden records die voor de Nederlandse versie irrelevant zijn verwijderd. Het aardige van dit project is dat je zelf een terminologisch naslagwerk aan het produceren bent. Als de Nederlandse versie eenmaal is voltooid, hoef je voor kunst- en architectuurterminologie de deur niet meer uit.

In januari is begonnen met de vertaling van de resterende scope notes, in totaal 11.000 stuks. Medio 1997 wordt de tweede fase voltooid en zal de verwezenlijking van een Nederlandse AAT niet lang meer duren. De thesaurus zal waarschijnlijk in elektronische vorm, op cd-rom, beschikbaar worden gesteld.