Signalement    58

De redactie

Abstract: Gesignaleerd worden de zomeraanbieding van uitgeverij Querido, waarin vertalers een prominente plaats krijgen, het eerste nummer, jaargang 45, van het tijdschrift Nederlands van Nu, met daarin twee lezingen over het vertaalbeleid van de Nederlandse en Vlaamse lettereninstituties, en de bundel essays en verhalen Alles in de wind van Barber van de Pol.

 

De zomeraanbieding van uitgeverij Querido prijkt dit jaar weer eens in een fraai geïllustreerde prospectus. Opmerkelijk is dat vertalers er een steeds prominentere plaats in krijgen: bij de vertaalde boeken wordt uitvoerig aandacht aan hen besteed door middel van een biografietje en een foto. De ontroerendste foto is die van Jenny Tuin (1923-1997), staande bij de Villa Adriani in Tivoli. Jenny Tuin rondde vlak voor haar dood een nieuwe vertaling van Yourcenars Mémoires d’Hadrien af die de oude van J.A. Sandfort moet gaan vervangen. Querido heeft een goed oog voor de cultuurvernieuwers die vertalers zijn. Dat blijkt ook uit het boek Oude keizers, nieuwe kleren waarin ‘Griekse en Latijnse vertalersvondsten’ opgenomen zijn: een erg inspirerende uitgave die het nieuwe vertaalklimaat rond de klassieken in het Nederlandse taalgebied met succes weerspiegelt. ‘Een gezond klimaat vol aemulaiio, ’noemen Vincent Hunink en Patrick De Rynck dat, in een welgerichte poging de vertalers van klassieken tot hedendaagse vertaalavant-garde te bombarderen.

Nederlands van Nu (jrg. 45, nummer 1; januari 1997), tijdschrift van de Vereniging Algemeen Nederlands publiceert onder de titel ‘Creatief vertalen van literatuur’ een aantal bijdragen aan haar Zevende Nederlandse Taalcongres. Twee van de lezingen zijn gewijd aan het vertaalbeleid van de Nederlandse en Vlaamse lettereninstituties. Greetje van den Bergh (Nederlandse Taalunie) besteedt aandacht aan de rol bij de taalzorg van vertalingen in het Nederlands en Willem M. Roggeman (Administratie Cultuur van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap) geeft een opsomming van de resultaten op vertaalgebied van zijn Ministerie. De overige bijdragen zijn van: Piet Thomas, ‘Het literaire vertalen van poëzie als creatieve daad’, Paul Joret, ‘Gedachten bij een vertaalproces: Anton van Wilderode in het Frans’, de onvermijdelijke Paul Claes, ‘Nederlatijns of Nederlands’ en Patrick Grilli, ‘Vertalen is de auteur beluisteren’. [Vereniging Algemeen Nederlands, Kardinaal Mercierplein 1 bus 10, B-2800 Mechelen; tel.: +32(0)15-401876, fax: +32(0)15-401879]

Barber van de Pol heeft het in Alles in de wind (Querido), een bundel essays en verhalen van de vertaalster die zich met de nieuwe Don Quichot onsterfelijk heeft gemaakt, op stilistisch overtuigende wijze over haar ‘belaagde hoofd’: het hoofd van een vertaler die zich ‘in andermans hoofd beweegt (...) als daad van verstandelijke liefde’. De ene keer zit ze met de schrijver Borges, die een grote rol speelt in de bundel, achter de piano om de verschillen in taal en toon te kunnen achterhalen; dan weer noemt ze vertalen een uitweg zoeken in een ‘labyrintische stad zonder platte hoeken’. In een boeiend essay over het vertalen van Djuna Barnes doet Barber van de Pol concreet uit de doeken hoe ze zich voor verdwalen behoedt. De essays over vertalen staan verspreid tussen andere essays over Cuba, muzieklessen en een contactadvertentie. ‘De hele wereld wandelt mijn hoofd binnen,’ schrijft ze in een persoonlijk verhaal waarin duidelijk wordt hoe verweven leven en vertalen zijn kunnen.