Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Zweeds/ Zweeds-Nederlands. Norstedts nederländsk-svenska ordbok/ svensknederländska ordbok. G. Laureys & H. de Groot (red.). Utrecht/Antwerpen: Van Dale Lexicografie, 1996 & Stockholm: Norstedis, 1996. ISBN 90-6648-300-8.
Uitgeverij Van Dale heeft in november 1996 twee nieuwe handwoordenboeken op de markt gebracht: een deel Zweeds-Nederlands en een deel Nederlands-Zweeds. Door velen die zich professioneel of anderszins met de Zweedse taal bezighouden is lange tijd en met grote spanning uitgekeken naar dit moderne naslagwerk voor de Zweedse taal. De twee woordenboeken van mevrouw dr. P.M. Boer-den Hoed, rond 1950 uitgegeven door Van Goor en Zonen, waren immers wel erg verouderd.
De Zweedse taal wordt door menigeen in Nederland beschouwd als een exotische, onbekende taal; andersom geldt dit ook voor de Nederlandse taal in Zweden. De markt voor een naslagwerk dat zich richt op deze twee taalgebieden is dus relatief klein. Daarom zal een uitgever die een dergelijk woordenboekproject begint ‒ nog meer dan anders ‒ zijn best doen zo’n naslagwerk voor een zo breed mogelijk publiek toegankelijk te maken. Dit heeft ook Van Dale voor ogen gestaan. De verkoopfolder over de twee handwoordenboeken, die vóór de verschijningsdatum aan potentiële kopers is verstuurd, noemt als doelgroep: ‘al diegenen die beroepshalve of uit liefhebberij met de Zweedse taal te maken hebben.’ Dit brede perspectief komt verder tot uiting in een omschrijving als: ‘Twee handzame en zeer volledige woordenboeken voor het dagelijks gebruik’; bovendien wordt benadrukt dat het ‘algemene woordenboeken’ zijn, waarin ook technische begrippen en vaktermen zijn opgenomen ‘voor zover ze zijn doorgedrongen tot het algemene taalgebruik.’ De redactie heeft ook de Nederlandstaligen in Vlaanderen en de Zweedstaligen in Finland van dienst willen zijn door alledaagse woorden, uitdrukkingen en termen voor maatschappelijke verschijnselen die in deze taalgebieden gangbaar zijn in de woordenboeken op te nemen.
Een van de doelgroepen waarop Van Dale zich blijkens de folder richt is de groep van de professionele vertalers. Wat voor baat hebben zij bij deze twee moderne handwoordenboeken?
Voor vertalingen uit het Zweeds in het Nederlands en omgekeerd was de vertaler vóór Van Dale aangewezen op allerhande ‘anderstalige’ woordenboeken (bijvoorbeeld vertaalwoordenboeken Engels-Zweeds, Duits-Zweeds of Frans-Zweeds en omgekeerd), kleinere woordenlijstjes Z-N/N-Z, privécollecties van woorden over de meest uiteenlopende (deel-)onderwerpen, een verouderde ‘Svenska Ouden’, de bovengenoemde, verouderde ‘Boer-den Hoed’ en natuurlijk dan nog de vele Zweedstalige naslagwerken. De omstandige werkwijze die daarvan het gevolg was, is met het nieuwe naslagwerk, in ieder geval voor een deel, verleden tijd. Woorden als ‘lieveheersbeestje’ (nyckelpiga) of ‘snoekbaars’ (gös), ‘elfstedentocht’ (elvastadslopp) of ‘live uitzenden’ (direktsända), ‘harde schijf’ (harddisk) of ‘computerbestand’ (fil), ‘magnetronoven’ (mikrovägsugn) of ‘artisjok’ (kronärtskocka), ‘begrotingstekort’ (budgetunderskott) of ‘het Ministerie van Buitenlandse zaken’ (utrikesdepartementet) ‒ ze staan nu allemaal in één woordenboek. En daarmee is het primaire naslagwerkvolume op het bureau, indien tenminste een niet al te moeilijke, algemene tekst vertaald moet worden, drastisch verkleind. Niettemin bestaat natuurlijk altijd de kans dat men een woord tevergeefs zoekt. Want ook het duo van Van Dale kent met een aantal van 45.318 trefwoorden in het Nederlands-Zweedse deel en van 52.085 trefwoorden in het Zweeds-Nederlandse deel zijn beperkingen. De scheidslijn tussen woorden die tot het algemene taalgebruik behoren en woorden die daar buiten vallen zal voor eenieder net even anders liggen. Zo staat bijvoorbeeld wel het Zweedse woord voor ‘volkstuintje’ (koloniträdgärd) in dit woordenboek, maar zoekt de gebruiker tevergeefs naar het Nederlandse woord ‘volkstuinder’, zodat dus ook het enig correcte Zweedse woord voor ‘volkstuinder’ niet te achterhalen is. Samenstellingen waarvan de vertaling de gebruiker geen problemen zal opleveren ‒ als voorbeeld wordt in de gebruiksaanwijzing in beide delen het woord ‘fietsstuur’ vermeld (dat vreemd genoeg in het deel Zweeds-Nederlands als ‘cykelstyre’ wel is opgenomen) ‒ zijn naar verluidt bewust niet opgenomen in beide woordenboeken.
Met het grotere aantal trefwoorden in het Zweeds-Nederlandse deel is de Nederlandstalige vertaler van Zweedse teksten in het voordeel. Kijken we naar het gebruik van de vermelde trefwoorden in diverse combinaties, dan is Van Dale de Zweedstalige vertaler van Nederlandstalige teksten meer behulpzaam. Het Nederlands-Zweedse deel bevat namelijk, ondanks het kleinere aantal trefwoorden, een veel groter aantal voorbeeldzinnen (60-409) en is met zijn 1021 bladzijden ± 1 centimeter dikker dan het Zweeds-Nederlandse deel. Dit bevat, met 809 bladzijden, slechts 39-499 voorbeeldzinnen. Mogelijk is de Nederlandse invalshoek in dezen te verklaren door het feit dat de woordenboeken vanuit Nederland (RU Groningen) en Vlaanderen (RU Gent) tot stand zijn gebracht. Prettig is het in ieder geval wel, omdat zo mogelijke twijfel kan worden weggenomen over bijvoorbeeld welk voorzetsel te gebruiken in welke woordcombinatie, een probleem dat in de Zweedse taal steeds terugkeert.
Tot slot nog een enkele kanttekening. Het is jammer dat de boeken gedrukt zijn in zo’n klein lettertype, dit bevordert de leesbaarheid bepaald niet. Bovendien zou het handig geweest zijn als bij zelfstandige naamwoorden, behalve de aanduiding van het geslacht, achter de vertaling ook de meervoudsuitgang was vermeld. De benodigde grammaticale informatie staat nu namelijk alleen uitputtend achter het trefwoord. Dit houdt in dat men in geval van twijfel ‒ of bijvoorbeeld het Zweedse meervoud op ‘-ar’ dan wel ‘-er’ eindigt na het vinden van het zelfstandig naamwoord in de doeltaal het andere deel moet raadplegen om de juiste meervoudsuitgang te vinden. Dit kost veel tijd en dat is jammer.