Abstract: Vertalen voor een effectenbank is niet saai. Carla Bonnie-Bakkum legt uit dat voor een bank niet alleen financiéle teksten moeten worden vertaald, maar ook teksten met politieke en macro-economische informatie over landen en materiaal over de activiteiten van bedrijven voor beleggers en vermogensbeheerders.
Zouden andere vertalers dat nou ook hebben, die gêne om met leken over hun werk te praten?
‘U vertaalt dus.’ ‘Inderdaad.’ ‘Welke talen?’ ‘Nederlands-Engels en andersom.’ De gesprekspartner kijkt licht teleurgesteld. Slechts een vreemde taal, en nog zo’n gewone ook! Zijn er dan nog landgenoten die de diensten van zo’n vertaler nodig hebben? Kunnen wij Nederlanders inmiddels zelf niet goed genoeg Engels lezen en schrijven?
‘Wat vertaalt u dan zoal?’ De blik opnieuw vol verwachting: zou het om hoog literaire werken gaan, sappige memoires, spannende films?
‘Financieel-economische teksten, voornamelijk voor effectenbanken.’ ‘Juist ja... toch wel heel specialistisch zeker?’ Lees: saai. ‘Tussen twee haakjes, ik zag gisteren een personeelsadvertentie in de Volkskrant voor een docent Engels...’
Aan hen valt niet uit te leggen hoe boeiend mijn werk is. Aan de lezers van Filter misschien wel.
Het was geen bewuste keuze van mij om in deze marktniche te gaan werken. In het laatste jaar van mijn doctoraalstudie Engels werd me duidelijk dat mijn aanleg en interesse bij het vertalen lagen. Na mijn afstuderen heb ik meevertaald aan het Van Dale Groot Woordenboek Nederlands-Engels en teksten voor onderwijskundigen vertaald. Op een dag werd ik benaderd door een van ’s lands grootste effectenbanken: ze zochten er een vertaler in vaste dienst en hadden mijn naam van de universiteit gekregen. Die baan is niets geworden omdat ik niet fulltime in dienst wilde, maar een half jaar later belden ze me om te vragen of ik af en toe op freelance basis voor hen wilde werken. De eerste vertalingen die ik daar inleverde hebben heel wat redactie ondergaan. Van aandelen, opties, obligaties wist ik niets, dus er viel nogal wat vakjargon te leren. Verder moest er flink geschaafd worden aan mijn schrijftrant. De breedsprakigheid van de onderwijswereld moest ik verruilen voor de pittige, strakke journalistieke stijl van de Financial Times. De vaste vertaalster bij de bank was bereid om mij in een paar sessies bij haar op kantoor ‘les’ te geven, daarna kreeg ik de feedback per post. Gelukkig pakte ik de nieuwe kennis en vaardigheden snel op, want de materie boeide me. Ik was zeer dankbaar, maar wel een beetje verbaasd, dat men bereid was zoveel moeite in de opleiding van een freelancer te steken. Blijkbaar waren goede financiële vertalers zeldzaam als een witte raaf. Dat merkte ik ook aan het gemak waarmee ik daarna werk kreeg bij andere banken.
Zou dit te maken hebben met het saaie imago van de financiële wereld? Het grijze-pakkenleger dat de grote banken bevolkt ziet er misschien saai uit, maar het vertaalwerk in deze sector is dat geenszins. Financiële teksten gaan niet alleen maar over guldens en centen. De publicaties die ik vertaal zijn bestemd voor de klanten van de bank, namelijk beleggers of voor hen werkende vermogensbeheerders, en dienen als hulpmiddel bij het beleggen. De informatie die beleggers nodig hebben is zeer divers. Om te besluiten in welk land of in welke valuta men het beste kan beleggen, moet men de macro-economische en politieke situatie kennen. Daarom publiceren de banken hierover periodieken, waarin het bnp, de loonkosten en het begrotingstekort aan bod komen, maar evengoed het vredesproces in het Midden Oosten, de gifgasaanvallen in de metro van Tokyo en de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Vóór een belegger aandelen koopt in een bepaald bedrijf wenst hij onafhankelijke informatie over de activiteiten en financiële gezondheid ervan. Daarom publiceren banken uitgebreide studies van alle beursgenoteerde bedrijven en bulletins met de meest recente wetenswaardigheden. Als je dit materiaal ter vertaling krijgt aangeboden, moet je je verdiepen in alle mogelijke bedrijfstakken: bouw, chemie, verzekeringen, voedingsmiddelen, elektronica, noem maar op. Recentelijk heb ik, om een voorbeeld te noemen, mijn tanden mogen zetten in een stuk van vijftig pagina’s over de beursgang van een multinationaal entertainmentconcern, waarin de problematiek omtrent commerciële zenders, betaal-tv en de export van programma-concepten uiterst gedetailleerd aan de orde kwam. Ooit heb ik eens in zo’n bedrijfsanalyse het hele proces van papierfabricage in het Engels uit de doeken mogen doen. Gelukkig heb ik een boekenplank vol jaarverslagen (Engels en Nederlands) van beursgenoteerde bedrijven, die ik voor de meer bedrijfsspecifieke vertaalproblemen kan raadplegen. Het zal duidelijk zijn dat er in dit vakgebied uitdaging genoeg is voor de vertaler.
De uitdaging ligt niet alleen in de materie, maar ook, net als voor andere vertalers, in het in elkaar zetten van een goed geschreven stuk ‒ en dat in vaak zeer korte tijd vanwege de hoge actualiteitswaarde van de teksten. De auteurs voor wie ik vertaal zijn economen die schrijven vanuit een wetenschappelijke traditie, dus degelijk en behoudend. De lezers voor wie ik vertaal willen graag dat iets lekker leest. De publicaties moeten gezien worden als reclamemateriaal, het visitekaartje van de bank, een wapen in de concurrentiestrijd met andere banken. Boeiend geschreven stukken worden nu eenmaal meer en beter gelezen. Vertalers moeten dus veel creativiteit aan de dag leggen om, net als de goede fee bij Assepoester, die pompoen met zes muizen in een gouden koets met witte paarden om te toveren. Een enkele auteur beziet het resultaat en roept onthutst: ‘Zo heb ik het niet gezegd!’ De meesten roepen echter enthousiast: ‘Te gek, zo had ik het willen zeggen!’
Jammer genoeg gebeurt het steeds vaker dat men bij banken de teksten zelf direct in het Engels schrijft en ze vervolgens ter correctie aanbiedt. Nog afgezien van het feit dat ik vertalen veel leuker vind dan corrigeren, kan ik op die manier lang niet zo’n goede eindtekst genereren. De auteur heeft zich in een vreemde taal moeten uitdrukken, en is daardoor behoorlijk beperkt. Hij heeft niet optimaal kunnen zeggen wat hij eigenlijk bedoelde. En met die ‘arme’ tekst moet ik aan de slag. Ik hoop maar dat deze trend niet doorzet. En dat zeg ik niet uit financiële overwegingen. Het is vaak behoorlijk arbeidsintensief (en dus duur) om een Engelse tekst die door een Nederlander geschreven is in echt Engels te veranderen. Zulk redactiewerk kan mij vrijwel evenveel geld opleveren als een vertaling, maar geeft lang niet zo veel voldoening.
Ik verricht mijn vertaalwerk als zelfstandige via fax, modern en e-mail vanuit mijn huis. Momenteel staat mijn huis zo’n 7000 kilometer van mijn klanten verwijderd, in Muscat, Oman. Ik ben mijn echtgenoot vier jaar geleden gevolgd toen hij door zijn werkgever hierheen werd uitgezonden. Een stap waar ik geen spijt van heb: Oman is een schitterend land qua natuur en cultuur. De verhuizing heeft mij echter wel de nodige omzet gekost. Zelfs met de huidige telecommunicatiemogelijkheden vormen die 7000 kilometer en de onbekendheid met Oman een behoorlijke psychologische barrière voor sommige van mijn klanten. In eerste instantie waren zij er onvoldoende op gerust dat hun stukken net als voorheen keurig op tijd zouden terugkomen. Met lede ogen moest ik aanzien hoe ik van de eerste plaats op hun lijstje freelancers afzakte naar lagere regionen, niet vanwege de kwaliteit van mijn werk, maar omdat het een beetje ‘lastig’ is om met een vertaler buiten Nederland te werken. Redder in de nood was een collega en vriendin, die bereid was als brug te fungeren tussen mij en de klanten. Dankzij haar heb ik weer regelmatig werk, al is het lang niet de hoeveelheid die ik in Nederland verzette. Deze Witte Raaf staat dus open voor nieuwe uitdagingen. Wie biedt?