In een themanummer over vertaling en conflict mag een bijdrage over Gormangate, het grootste schandaal uit de vaderlandse vertaalgeschiedenis van de eenentwintigste eeuw, niet ontbreken. Terecht merkte Rokus Hofstede na inontvangstneming van de Martinus Nijhoff Vertaalprijs op dat het ‘de aanstichters van de rel [...] in een handomdraai [is] gelukt [om dat te bereiken] waar de vertaalwereld al decennialang voor ijvert: vertalers zijn zichtbaarder dan ooit’ (2021: 1). Het schandaal ontstond toen Meulenhoff de vertaalrechten van Amanda Gormans The Hill We Climb had verworven en Marieke Lucas Rijneveld als vertaler werd aangewezen. Met deze keuze had Meulenhoff tegen de haren van menigeen in gestreken. In de pers buitelden talloze figuren uit het culture en academische veld, alsook willekeurige iets-vinders over elkaar heen. De iets-vinders spuiden hun vitriool onomwonden; minder anonieme figuren omkleedden zich met een zweem van beschaving en nuance toen ze zich mengden in het publieke debat.
Op het moment dat de shitstorm op zijn hevigst woedde, voelde ik mij verplicht om me over de kwestie uit te laten. Mijn proefschrift draagt de titel Naar een ethiek van de literaire vertaling. Over een kwestie als Gormangate kon ik me toch niet in stilzwijgen hullen? Toch heb ik het schandaal van een afstandje gevolgd. Mij had immers het gevoel bekropen dat Gormangate maar één doel diende: het schandaal bood geïnteresseerden een mogelijkheid om er ‘een plasje overheen te doen’. En bij vrijwel elk plasje verried de geur van de uitscheiding het belang van de persoon die zich in het debat had gemengd. Zodra ik weer een nieuwe reactie las, moest ik spondaan denken aan de populaire hashtag: #howcanimakethisaboutme.
Nu de storm is gaan liggen, wil ik me pas over de kwestie buigen. In deze bijdrage poneer ik de stelling dat de belangrijkste vertaalethische vragen die aan de Gormanvertaling ten grondslag liggen nooit (scherp genoeg) zijn geformuleerd en dat die bonte stoet opstandige figuren mede door een gebrekkige vraagstelling ten tonele is kunnen verschijnen. Ik zal uiteraard ook een poging doen om de vertaalethische kwestie te duiden en om een eigen antwoord te formuleren op de dubbele vraag: Wie kan en wie mag (in dit geval: Gorman) vertalen? Maar laten we bij het begin beginnen.
Rijneveld
Het lag in de lijn der verwachtingen dat de voordracht van Amanda Gorman tijdens de inauguratie van de Amerikaanse president Joe Biden in vele talen zou worden vertaald. In Nederland bemachtigde Uitgeverij Meulenhoff de rechten, na een ‘verhitte veiling tussen acht uitgeverijen’ lezen we in Boekblad (Te Gussinklo 2021). Tijdens de strijd om de vertaalrechten was binnen Meulenhoff het idee gaan leven dat Rijneveld de ‘gedroomde vertaler’ van Gormans poëzie was (ibidem). De Nederlandse auteur had net de International Booker Prize in de wacht gesleept en was dé nieuwe ster aan het firmament van het literaire landschap. Daar kwam nog bij dat Rijneveld, net als Gorman, jong is en vurig pleitbezorger van een inclusievere samenleving. De uitgeverij dacht haar ‘kairos’ te hebben gegrepen: het meest opportune moment voor de verschijning van een ‘grote vertaling’, een werk waar iedereen tot in lengte van dagen over zou praten.1
De vreugde was groot toen Rijneveld de opdracht accepteerde. Rijneveld verklaarde in een tweet na de bekendmaking zelf: ‘Ik ben zeer vereerd om het inauguratiegedicht “The Hill We Climb” van Amanda Gorman te mogen vertalen’ (2021a). De blijdschap in het kamp van uitgever en vertaler stond in schril contrast met de verontwaardiging die werd gewekt bij de ontvangers van het nieuws. Al snel werd duidelijk dat er nog lang over de keuze voor Rijneveld zou worden gepraat, maar dat dit werk niet door de Bookerlaureaat zou worden vertaald. Meulenhoff schermde nog even publiekelijk met de goedkeuring van Gorman en haar team (2021a), maar het kwaad was al geschied: hoewel Rijneveld ‘zich met alle liefde [had] gestort op het vertalen van Amanda’s werk, [met] als grootste taak [...] haar kracht, toon en stijl overheid [sic] te houden’, werd de opdracht teruggegeven (2021b). Er was berusting, maar bovenal begrip. Althans, in de aangehaalde tweet was er begrip. Toch heeft het er de schijn van dat de trial by media een belangrijke rol heeft gespeeld. In het vrt-programma Alleen Elvis blijft bestaan hamert Rijneveld op het feit dat het vonnis allang was gewezen: ‘Het was sowieso niet goed gevonden, omdat ik niet goed werd gevonden’ (2021).
Deul
De reactie die de meeste impact had, was die van mode- en cultuuractivist Janice Deul. Een luttele twee dagen na de aankondiging dat Rijneveld Gorman zou vertalen, sprak zij in een opiniestuk in de Volkskrant van ‘een onbegrijpelijke keuze’ (2021). Het stuk van Deul bevat meer nuance dan de titel van het artikel (‘Een witte vertaler voor poëzie van Amanda Gorman: onbegrijpelijk’) doet vermoeden.2 Wie haar artikel goed leest, ziet dat zij van mening is dat de poëzievorm die Gorman heeft gekozen een zeer specifieke vorm is, een literaire vorm die sterk verankerd is in een cultuur met bijpassend politiek spanningsveld: Gormans poëzie is ‘gekleurd door haar ervaringen en identiteit als zwarte vrouw’ (ibidem).
Toen ik het opiniestuk las, moest ik daarom direct denken aan de hermeneutische denkers van de negentiende en twintigste eeuw (klinkende namen als Schleiermacher, Dilthey, Benjamin). Volgens de moderne hermeneutiek is de vorm waarin een werk met literair statuur is gesteld onlosmakelijk met de inhoud verbonden. Het is in mijn ogen terecht dat Deul op grond van de ‘vorm’ (in de ruimste artistieke zin van het woord) een kritische kanttekening bij de gemakzucht van Meulenhoff in de keuze voor de vertaler plaatste. Zonder enige vertaalervaring en met een (naar eigen zeggen3) gebrekkige beheersing van het Engels, lijkt er geen sprake te kunnen zijn van een geschikte bodem voor een vruchtbare interpretatie: een interpretatie waarin niet alleen de inhoud, maar ook de intieme betrokkenheid van vorm op inhoud gehonoreerd wordt.
De woorden van Deul hadden het gewenste effect. Toch kreeg Deul zelf na de publicatie van het opiniestuk aardig wat schimpscheuten te verwerken, zeker na de tweet waarin Rijneveld aangaf afstand te hebben gedaan van de opdracht. Er werd al snel gerept van ‘doorgeschoten woke-isme’ (Akyol, in Becker 2021).4 Maar er werd ook genuanceerdere kritiek geuit.
Van Rooijen
Er werd gehoor gegeven aan Deuls oproep om een vertaler aan te wijzen ‘die qua profiel aansluit op Amanda Gorman’ (2021). Deul doelde in haar stuk op een jonge, ‘unapologetically’ zwarte spokenworddichter van het vrouwelijke geslacht. Na de terugtrekking van Rijneveld had Meulenhoff beloofd ‘te luisteren, leren en in dialoog te treden’ (2021b) en na veel vijven en zessen vierden Meulenhoff en de zwarte gemeenschap dat een nieuwe vertaler was gevonden.
Zo zagen we, op 7 september 2021, hoe Zaïre Krieger, een Nederlandse spokenworddichter, bij Khalid en Sophie het bekende gedicht van Gorman in het Nederlands ten gehore bracht. Krieger wordt in die tijd ook regelmatig uitgenodigd om haar licht op de discussie en haar vertaling te laten schijnen. In haar reflecties lijkt ze de retoriek van Deul in stand te houden. In een interview door Hassan Bahara stelt Krieger met aplomb: ‘Ik weet wel dat een normale vertaler niet zomaar spoken word kan vertalen. Het is echt heel moeilijk’ (2021). Toen ik deze woorden las, was ik persoonlijk even stil. Bij mij rezen er onmiddellijk een aantal vragen. Waarom dan? En wat is een ‘normale’ vertaler? Krieger licht haar standpunt toe: ‘[S]poken word heeft zo ongelofelijk veel lagen. Naast kennis van cadans, stijlfiguren en rijmschema’s, moet je ook nog eens voeling hebben met de uitvoerbaarheid ervan’ (ibidem). Krieger slaat de plank in haar toelichting geen moment mis. Toch riep de toelichting alleen maar vragen op: Is spokenwordpoëzie de enige literaire kunstvorm met ‘ongelofelijk veel lagen’? Is het niet zo dat kennis van cadans, stijlfiguren en rijmschema’s voor literair vertalers meestal onmisbaar is?
Daarmee belanden we bij een andere groep die verontwaardigd had gereageerd op de keus voor Rijneveld: de vertalers. Het verschil tussen de zwarte en de vertalersgemeenschap is dat de stem van die laatste gemeenschap nauwelijks lijkt te zijn gehoord. Dat deze literatuurvorm, zoals Krieger stelt, ‘heel moeilijk’ te vertalen is, werd op 27 februari 2021 aangehaald als een zeer goede reden om te kiezen voor een (al dan niet ‘normale’) vertaler. Eén van de vertalers die toen in de pen klommen, was Paula van Rooijen, toen nog studente van de vertaalmaster in Utrecht. Ik citeer een gedeelte uit haar terechtwijzing:
‘The Hill We Climb’ is geen gemakkelijk gedicht om te vertalen. Gorman gebruikt veel stijlfiguren, waaronder homonymie (‘the norms and notions of what “just is” isn’t always justice’), alliteratie (‘to compose a country committed to all cultures, colors, characters, and conditions of man’) en rijm (‘inherit / repair it / share it’). Ze gebruikt intertekstuele verwijzingen naar onder andere de Bijbel (‘Scripture tells us to envision that everyone shall sit under their own fig and vine tree’) en verwijst naar de Amerikaanse geschiedenis (‘the wind-swept north-east where our forefathers first realized revolution’). Al deze elementen moeten begrepen en geïnterpreteerd kunnen worden en vertaalproblemen moeten worden herkend en opgelost (2021).
De vertaler vertaalt; de literair vertaler vertaalt literair: logischer kan bijna niet, toch? De argumenten van Van Rooijen, en van vele vertalers met haar, klinken steekhoudend. Toch vroeg ik me af na het lezen van dit Filter-stuk af of mijn jaknikken niet door mijn eigen ‘achtergrond’ was ingegeven. Een blik in de spiegel volstond: een vertaler, een vertaaldocent, een vertaalwetenschapper keek mij aan. Nogal wiedes dat ik vond dat de professionele competentie van vertalers, de artistieke kennis en vaardigheid om het werk van een vreemd auteur in de eigen taal te herscheppen, stiefmoederlijk werden behandeld.
Na die confrontatie met ‘the man in the mirror’, zag ik vrij snel de zwakke plekken in Van Rooijens betoog. Wie goed naar de geschiedenis kijkt, ziet dat professionele vorming iets relatiefs is. Zeker bij poëzie is het niet ongebruikelijk dat de vertalers geen mensen zijn die enige professionele vorming tot poëzievertaler hebben genoten. Toen ik me, ter voorbereiding op een college, nog eens op Van Rooijens betoog stortte, vroeg ik mij zelfs af of ‘tekstbegrip’, ‘probleemherkenning’ en ‘oplossing’, de ‘kerncompetenties’ waar zij ons fijntjes op wijst, niet vaak de redenen zijn waarom ‘professionele’ poëzievertalingen vaak stroef zijn, gespeend blijven van de geest die poëzie heet. Niet zelden had ik gezien dat ‘opgeleide’ vertalers stijlkenmerken leerden herkennen om vervolgens elk kenmerk met een kenmerk in de doeltekst weer te geven. Poëzie is in die mallemolen van stijlfiguren, tropen, verwijzingen (problemen, problemen, problemen) niet meer dan de som van haar delen; de vertaling, een mechanis(tis)che reproductie van die som.
Krieger
Wat mij betreft was er duidelijk iets aan de aandacht van Van Rooijen ontsnapt; dat wat in de poëzie de geest ‘geeft’: de uitvoerbaarheid van het gedicht van Gorman. Deul en Krieger hadden hier wel aandacht voor. Sterker nog, Krieger merkte kort nadat ze de uitvoerbaarheid had benadrukt op: ‘als je geen ervaring hebt met spoken word, dan kun je dit niet vertalen’ (2021). Maar ook bij deze opmerking dient een kritische kanttekening te worden geplaatst: bij spoken word wordt de uitvoerbaarheid hooguit benadrukt; uitvoerbaarheid wordt al sinds jaar en dag gezien als een criterium van literatuurvertaling.
De vergelijking tussen vertaling en uitvoerende kunst wordt treffend getrokken door Raymond Van den Broeck:
The translator [...] performs his interpretation. [T]he translator [is] said to interpret by ‘enactment’ […] The interpretation of the ‘creative’ translator […] brings the work of art into full existence, in the sense in which the music is actually played, the drama enacted, the dance danced. (1998: 12)
Volgens Van den Broeck is er in vertaling sprake van een dubbele interpretatie; er is allereerst een specifieke lectuur van de brontekst en vervolgens een vertolking van die lectuur in de doeltekst. Het gevoel dat in de ‘uitvoering’ (enactment) wordt uitgedragen, is dus minstens zo bepalend voor de kwaliteit van de vertaling als de brongerichte lectuur.5
Berman
Hiermee belanden we bij de ethische vraag die tijdens het publieke debat rond de keuze voor de vertaler nooit is gesteld. Volgens Antoine Berman is het ‘zuivere’ doel van de vertaling, een doel dat los van alle historische verschijningsvormingen dient te worden geformuleerd, de verwelkoming van het vreemde in de ruimte van het eigene (1985). De moderne ethiek, die haar beslag kreeg in de rijke filosofie van Levinas, waarschuwt echter voor de gevaren die op de loer liggen in de ontmoeting met het vreemde, met de ander: elke ontmoeting brengt het gevaar met zich mee dat de ander tot een (ander) zelf wordt gereduceerd. Berman (1985) legt daarom ook nadruk op de ‘étrangeté’ van het vreemde die te allen tijde geheiligd dient te worden.
In het betoog van Van den Broeck wordt in zekere zin ook ingegaan op de thematiek die Berman aansnijdt. In het stuk waar Van den Broeck elke vertaling als ‘vertolking’ typeert, geeft hij aan dat een vertaling (als gecombineerde lectuur en vertolking) nooit meer kan zijn dan een ‘partial account’, een ‘tentative understanding’ van de brontekst (1998: 12). Het vreemde zal en moet vreemd blijven.
Waar alle deelnemers aan het maatschappelijke debat over de Gormanvertaling zich, door het ontbreken van cruciale kanttekeningen, aan schuldig hebben gemaakt, is dat zij zich nooit de moeite hebben getroost om te wijzen op de onmogelijkheid Gormans ‘vreemde’ gedicht in het Nederlands te stellen zonder het gedicht te reduceren. Hoewel Deul en Krieger groot gelijk hadden dat zij pleitten voor meer diversiteit in het Nederlandse culturele veld6, hebben ze in hun bespiegelingen de indruk gewekt dat de alteriteit van Gorman wél kon worden gevat door ‘iemand die qua profiel aansluit op Amanda Gorman’ – een claim die in een doorgedreven retoriek, waar ik mij niet van wens te bedienen, kan doorgaan voor een vorm van ‘appropriation’.7 En hoewel Van Rooijen groot gelijk heeft dat zij in de bres springt voor de literair vertaler als specialist ter zake, heeft zij in haar betoog alsnog de indruk gewekt dat de alteriteit van Gorman kan worden gevat door deskundige herkenning en oplossing van vertaalproblemen. Als we sec naar het fenomeen ‘literaire vertaling’ kijken, dan is het antwoord op de vraag wie ‘kan’ een werk uit een vreemde literatuur vertalen (Wie kán [Gorman] vertalen?) kortweg: niemand. De ander is altijd anders.
Badiou
Toch gaapt er een groot gat tussen ‘kunnen’ en ‘mogen’ (of zelfs: moeten). Bij wijze van conclusie wil ik daarom wijzen op een extra gevaar. We hebben kunnen zien dat de discussie rond de vertaling van The Hill We Climb, hoewel het gedicht in wezen gaat over empowerment, een verlammende werking heeft gehad. Het debat heeft de perceptie gevoed dat een tekst alleen nog maar zou kunnen worden begrepen en weergegeven door een vertaler met een ‘vergelijkbare achtergrond’. Die perceptie rust, dat moge gezegd, op een drogreden.8 Toch mogen we de impact van Gormangate niet onderschatten.
Wat het schandaal immers ontegenzeggelijk heeft aangetoond, is dat we steeds meer gebukt gaan onder datgene waar Alain Badiou ons al jaren voor waarschuwt: ons ‘ethisch’ gedrag wordt steeds meer ingegeven door de vrees om de ander, het anders-zijn van de ander te schenden (Badiou 1993). In mijn ogen merkt de filosoof terecht op dat dit ‘progressief-conservatieve’ denken de ethiek geen eer bewijst. Dit denken is immers niet (langer) gericht is op het goede; enkel op een reductie van het kwaad. In het geval van Gorman zie je dat bijvoorbeeld aan de sterke invloed die tegenwoordig door de agenten van de Afro-Amerikaanse dichter wordt uitgeoefend op de vertalerskeus. De vertaler moet, zoals de overeenkomst stelt, een BIPOC-profiel hebben (d.w.z. Black, Indigenous, People of Color).9 Je ziet dat ook aan de gevoeligheidslezers die in dienst worden genomen. Door dit soort kunstgrepen wordt het onmogelijk om in vertaling het goede te doen; het beste wat je als vertaler kan doen: niet het slechte.
Als liefhebber van ethiek, zou ik dan ook, in de geest van Badiou, willen stellen dat de onmogelijkheid van representatie ons niet mag weerhouden; de onmogelijkheid is juist een mogelijkheidsvoorwaarde voor de vertaling. Vertaling bezit een ongebreidelde voorstellingskracht, ja, een apotropaeïsche kracht. Die kracht wordt ook fraai in de verf gezet door het ELV, in zijn reactie op de Gormankwestie:
De vertaling van een tekst is [...] het unieke en eenmalige resultaat van een ontmoeting tussen een bepaalde vertaler en een auteur of tekst. Elke vertaler brengt bij het lezen en schrijven zijn eigen persoon, ervarings- en denkwereld, en scheppend vermogen mee. In dat opzicht bestaat er niet één ideale vertaling van een tekst. (2021)
Een apotropaeïsche kracht bezit zij niet omdat zij zich ook maar enigermate de pretentie aanmeet een volledige voorstelling van de brontekst te bieden. De ongebreideldheid ligt in haar oneindige verscheidenheid, een verscheidenheid die we bereiken door dat te doen wat niet mag: vertalen én vertalen én vertalen etc. Daarom kan het ELV rekenen op mijn bijval, waar het aangeeft dat er ‘alleen maar winst geboekt kan worden als de vertalersgemeenschap bestaat uit mensen met diverse achtergronden en perspectieven, op alle vlakken’ (ibidem). Maar ik voel me genoopt om hierbij alsnog kritisch op te merken dat Gormans gedicht enkel recht kan wedervaren wanneer het gedicht vertaalethisch geweld wordt aangedaan, door het steeds opnieuw en steeds in andere gedaanten voor te stellen, zonder vrees voor het kwade en met intense liefde voor de literatuur en het goede. Wie mag (of: moet) Gorman vertalen? Iedereen.10
[* Noot van de redactie: in de papieren Filter 29:2 is een iets verkorte versie van dit artikel verschenen, met name de bronnenlijst is daarin niet gepubliceerd.]
Noten
1 Deze term ontleen ik aan Berman. In ‘La retraduction comme espace de la traduction’ (1990) transponeert hij Plato’s filosofische begrip naar de context van vertaling – en in het bijzonder: hervertaling.
2 Ik verwijs graag naar de aflevering ‘Lost in Translation’ van 19 december. In deze Medialogica-aflevering (2021) wordt ingegaan op de rol die de hoofdredactie van De Volkskrant heeft gespeeld bij de toonzetting van het Gorman-debat.
3 Toen bekend werd dat Rijneveld met The Discomfort of Evening op de shortlist van The International Booker Prize was beland, gaf de auteur in een interview met Margriet van der Linden (2020) aan deze Engelse vertaling niet te hebben gelezen, omdat haar Engels ‘heel slecht’ was.
4 Binnen (en buiten) de vertaalwetenschap heeft Luc van Doorslaer de visie van Akyol ook verkondigd in een artikel in De Standaard (2021).
5 De vertolkingsmetafoor is een troop in de vertaalwereld. Zo schreef Robert Wechsler een boek met de titel Performing without a Stage: The Art of Literary Translation (1998) en vergeleek Nicolette Hoekmeijer, die overigens zeer betrokken is bij initiatieven rond inclusiviteit en diversiteit, vertaling al met ‘method acting’ (2017).
6 Terecht wijst Désirée Schyns op de inzichten die binnen de vertaalwetenschap al jaren gemeengoed zijn en die aansturen op meer gelijk(waardig)heid en diversiteit in het literaire veld (2021).
7 Zelf verwijs ik in deze context altijd graag naar een college over vertaalethiek in 2020. Een student wees mij en medestudenten er fijntjes op dat de discussie gevoerd werd door louter ‘witte mensen’. Zij vroeg ons of we geen ‘zwart’ persoon moesten uitnodigen voor het college. Dat nobelheid en benepenheid binnen het wokeïsme vaak hand in hand gaan, bleek hier. Als we één zwart persoon hadden uitgenodigd om een ongelooflijk heterogene gemeenschap als de zwarte gemeenschap te vertegenwoordigen, dan zouden we het ‘zwarte’ misschien wel op nog schrijnendere wijze reduceren.
8 In deze context beveel ik Haidee Kotzes artikel ‘Vertalen is de spreekwoordelijke kanarie in de kolenmijn’ (2021) aan. Zij zet op zeer heldere wijze uiteen waar het Gorman-debat echt om draait. Daarbij moet ik wel aangeven dat ik van mening ben dat zij niet bespreekt waar het debat echt om zou moeten draaien. Daarom heb ik mij ook geroepen gevoeld om dit artikel te schrijven.
9 Meer hierover in de Medialogica-reconstructie ‘Lost in Translation’ (2021).
10 Voor de duidelijkheid: het ongebreideld potentieel van de vertaling wordt in mijn optiek aan banden gelegd door de exploitatierechten (en met name door vertaalrechten). Wil het vertaalethisch potentieel van The Hill We Climb tot wasdom komen, dan dient het oorspronkelijke werk steeds opnieuw en steeds in andere gedaanten in vertaling te verschijnen. Dat is echter niet mogelijk door de beschikking van ‘Gorman en haar team’ over haar eigen exploitatierechten. Met een afstandsverklaring van Gorman en haar team met betrekking tot vertaalrechten had, naar mijn zeer bescheiden mening, een hoop ellende kunnen worden voorkomen en had de boodschap van diversiteit en inclusiviteit misschien wel luider geklonken dan klinkende munten. (Wat te denken van een veelvoudige vertaling in een kloeke bundel?)
Bronnen
Alleen Elvis blijft bestaan. 2021, 6 november. ‘Marieke Lucas Rijneveld’ (Seizoen 11, Aflevering 5). Canvas.
Argos Medialogica. 2021, 19 december. ‘Lost in Translation’ (Aflevering 6). HUMAN/VPRO. Geraadpleegd op 15 april 2022 via www.npostart.nl/argos-medialogica/19-12-2021/VPWON_1328830.
Badiou, Alain. 1993. L’éthique: Essai sur la conscience du Mal. Paris: Halter.
Bahara, H. 2021, 2 september. ‘Zaïre Krieger over The Hill We Climb: “Als je geen ervaring hebt met spoken word, kun je deze zinnen niet vertalen”’, de Volkskrant. Geraadpleegd op 15 april 2022 via www.volkskrant.nl/cultuur-media/zaire-krieger-over-the-hill-we-climb-als-je-geen-ervaring-hebt-met-spoken-word-kun-je-deze-zinnen-niet-vertalen~b391fee1.
Becker, Sander. 2021, 27 februari. ‘Marieke Lucas Rijneveld vertaalt gedicht Amanda Gorman toch niet’, Trouw. Geraadpleegd op 15 april 2021 via www.trouw.nl/cultuur-media/marieke-lucas-rijneveld-vertaalt-gedicht-amanda-gorman-toch-niet~bd5b524b/#:~:text=%E2%80%9CNatuurlijk%20moeten%20zwarte%20spoken%2Dwordartiesten,je%20een%20heel%20gevaarlijke%20samenleving.%E2%80%9D.
Berman, Antoine. 1985. La traduction et la lettre ou L’auberge du lointain. Paris: Seuil.
Berman, Antoine. 1990. ‘La retraduction comme espace de la traduction’, Retraduire, p. 1-7.
Broeck, Raymond van den. 1998. ‘Translational interpretation: A complex strategic game’, in: A. Beylard-Ozeroff, J. Králová B. Moser-Mercer .a. (eds.), Translation Strategies and Creativity. Amsterdam: John Benjamins, p. 1-13 .
Deul, Janice. 2021, 25 februari. ‘Opinie: Een witte vertaler voor poëzie van Amanda Gorman: onbegrijpelijk’, de Volkskrant. Geraadpleegd op 15 februari 2022 via www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-een-witte-vertaler-voor-poezie-van-amanda-gorman-onbegrijpelijk~bf128ae4/.
Doorslaer, Luc van. 2021, 1 maart. ‘Na Zwarte Piet, de Witte Vertaler’, De Standaard. Geraadpleegd op 15 april 2022 via www.standaard.be/cnt/dmf20210228_98166827.
Egdom, Gys-Walt van. 2021. Naar een ethiek van de literaire vertaling. Vrije Universiteit Brussel, niet-gepubliceerd proefschrift.
Expertisecentrum Literair Vertalen. 2021, 4 maart. ‘Wie kan of mag een boek vertalen?’ Geraadpleegd op 15 april 2022 via literairvertalen.org/index.php/nieuws/wie-kan-mag-een-boek-vertalen#:~:text=Vertalen%20heeft%20veel%20met%20vakkundigheid,denkwereld%2C%20en%20scheppend%20vermogen%20mee.
Gussinklo, Geraldine te. 2021, 4 februari. ‘Meulenhoff verkrijgt vertaalrechten poëzie Amanda Gorman’, Boekblad. Geraadpleegd op 15 april 2022 via boekblad.nl/Nieuws/Item/vertaling-amanda-gormans-the-hill-we-climb-verschijnt-bij-meulenhoff.
Hoekmeijer, Nicolette. 2017, 13 februari. Het vertolken van identiteit [voordracht]. The State of Translation, Amsterdam, Nederland.
Hofstede, Rokus. 2021. ‘Dankwoord bij de aanvaarding van de Martinus Nijhoffprijs 2021.’ Geraadpleegd op 15 april 2022 via www.cultuurfonds.nl/storage/app/media/Geschiedenis%20en%20letteren/Nijhoff/2021%20dankwoord%20Hofstede.pdf.
Khalid & Sophie. 2021, 7 september. Seizoen 1, Aflevering 7. BNNVARA. Geraadpleegd op 15 april 2022 via www.npostart.nl/khalid-sophie/07-09-2021/BV_101406773.
Kotze, Haidee. 2021. ‘Vertalen is de spreekwoordelijke kanarie in de kolenmijn. Waar het debat over Amanda Gormans vertalers werkelijk over gaat. Vertaald door Jenny Mijnhijmer. Filter 28 (2), p. 87.
Meulenhoff, 2021b, 26 februari 2021, ‘Bericht over Marieke Lucas Rijneveld als vertaler van de poëzie van Amanda Gorman’, geraadpleegd op 15 april 2022 via www.meulenhoff.nl/nieuws/bericht-over-marieke-lucas-rijneveld-als-vertaler-van-de-po%C3%ABzie-van-amanda-gorman.
Meulenhoff. 2021a, 21 februari 2021, Uitgeverij Meulenhoff over Marieke Lucas Rijneveld als vertaler van de poëzie van Amanda Gorman [tweet]. Twitter. Geraadpleegd op 15 april 2022 via twitter.com/Meulenhoff/status/1364605334795517953?ref_src=twsrc%5Etfw%7Ctwcamp%5Etweetembed%7Ctwterm%5E1365213328239448065%7Ctwgr%5E%7Ctwcon%5Es2_&ref_url=https%3A%2F%2Fwww.parool.nl%2Fkunst-media%2Fmarieke-lucas-rijneveld-trekt-zich-terug-als-vertaler-van-dichter-amanda-gormanbe5e3f85%2F.
Rijneveld, Marieke Lucas. 2021a, 23 februari. ‘Prachtig nieuws!’ [tweet]. Twitter. Geraadpleegd op 15 april 2022 via twitter.com/MLRijneveld/status/1364128900620685312?cxt=HHwWgMC41b6Aru4lAAAA.
Rijneveld, Marieke Lucas. 2021b, 26 februari. [Afbeelding] [tweet]. Twitter. Geraadpleegd op 15 april 2022 via twitter.com/MLRijneveld/status/1365293135996325895?ref_src=twsrc%5Etfw%7Ctwcamp%5Etweetembed%7Ctwterm%5E1365293135996325895%7Ctwgr%5E%7Ctwcon%5Es1_&ref_url=https%3A%2F%2Fwww.parool.nl%2Fkunst-media%2Fmarieke-lucas-rijneveld-trekt-zich-terug-als-vertaler-van-dichter-amanda-gormanbe5e3f85%2F.
Rooijen, Paula van. 2021, 27 februari. ‘The hill we die on: wie vertaalt?’, Webfilter, Vrijdag Vertaaldag, 2021: week 8. Geraadpleegd op 15 april 2022 via www.tijdschrift-filter.nl/webfilter/actueel/2021/week-8/de-ideale-vertaler-voor-amanda-gorman.
Schyns, Désirée. 2021, 15 juli. ‘Vertalen als culturele activiteit’. Geraadpleegd op 15 april 2022 via literairvertalen.org/kennisbank/vertalen-als-culturele-activiteit.
Talkshow M. 2020, 18 mei. ‘Marieke Lucas over de zoektocht naar eigen identiteit: “Ik weet niet waar het eindigt”’, KRO-NCRV. Geraadpleegd op 15 april 2022 via kro-ncrv.nl/marieke-lucas-over-de-zoektocht-naar-eigen-identiteit-ik-weet-niet-waar-het-eindigt.
Wechsler, Robert. 1998. Performing without a stage: The Art of Literary Translation. North Haven (CT): Catbird Press.