In de eerste aflevering van deze jaargang van Filter stond deel 1 van dit tweeluik over Mijn strijd, de Nederlandse vertaling van Adolf Hitlers Mein Kampf door Mario Molegraaf. Janneke van der Meulen was in haar artikel uiterst kritisch over deze vertaling. Haar voorbeelden zijn overtuigend, ze bevestigen de scepsis die menigeen had bij de bekendmaking van het project en van de naam van de beoogde vertaler. De kans immers dat iemand die nog nooit een boek uit het Duits had vertaald deze klus met zijn enorme inhoudelijke, taalkundige en morele problemen met succes zou klaren was klein. Molegraafs ervaringen met klassieke en moderne Grieken en de laatste jaren vooral met non-fictie uit het Engels en het Frans zijn daarvoor geen garantie.
Ik wil het verder eigenlijk niet hebben over de kwaliteit van de vertaling. Ik wil het hebben over de manier waarop deze vertaling aan haar lezers wordt gepresenteerd, en dat aan de hand van de verantwoording van deze presentatie. Een vertaling, nu even in zijn algemeenheid gesproken, bestaat niet alleen uit een tekst die van de ene naar de andere taal is verhuisd. Er is nog meer: de auteur en zijn positie in de literatuur(geschiedenis), de geschiedenis en het belang van de tekst in het land van herkomst en elders, en eventueel meer. Bij elke tekst, bij elk boek spelen deze aspecten een rol, ze hebben invloed op de manier waarop de tekst in de doeltaal en de doellanden (omdat een taal ook in diverse landen kan worden gesproken) wordt gepresenteerd en verspreid. De keuzes die bij die presentatie worden gemaakt moeten verantwoord worden, zeker als die presentatie wetenschappelijke pretenties heeft, en daarom zal ik de verantwoording van Mijn strijd als leidraad nemen voor een aantal punten van kritiek. Deels stipte Janneke van der Meulen deze ook al aan.
Wetenschappelijk?
Of de Nederlandse uitgave van Mein Kampf daadwerkelijk als een wetenschappelijke uitgave, als een editie dus, beschouwd wil worden, is mij niet helemaal duidelijk. Totdat ik de beide uitgaven, de Duitse wetenschappelijke uit 2016 en de Nederlandse uit 2018, voor me had liggen, verkeerde ik eigenlijk in de veronderstelling dat de Nederlandse uitgave een ‘vertaling’ van de Duitse wetenschappelijke uitgave zou zijn. Maar dat bleek niet het geval. De Duitse uitgave is eerder als aanleiding genomen, zo begrijp ik, ze wordt als bron gebruikt voor de vertaling en de commentaar, maar verder niet. Er is dus geen sprake van de vertaling van een editie, een fenomeen waaraan ik op grond van eigen ervaringen graag eens wat principiële maar ook pragmatische woorden had gewijd. Ter verduidelijking: ik gebruik in het onderstaande de woorden editie en uitgave naast elkaar, maar niet als synoniemen van elkaar. Onder een editie versta ik een volgens wetenschappelijke principes geconstitueerde en becommentarieerde tekstuitgave, het woord uitgave kan zo’n wetenschappelijke editie aanduiden, maar ook een publicatie in het algemeen.
Interessant aan de Nederlandse uitgave vind ik dat het woord ‘wetenschappelijk’ nergens valt, terwijl dat woord bij de presentatie van het project op 1 september 2016 wel meteen in de eerste zin van de persmededeling van de uitgeverij voorkomt: ‘Uitgeverij Prometheus gaat een nieuwe, wetenschappelijk verantwoorde Nederlandse editie uitgeven van Mein Kampf.1 Maar hoewel dus het woord ‘wetenschappelijk’ in de Nederlandse uitgave ontbreekt, zijn er wel allerlei signalen die de lezer van het wetenschappelijke karakter van de onderneming moeten overtuigen: op de titelpagina staat met een bij edities gangbare formulering dat de vertaling ‘[v]an inleidingen, commentaar en annotaties [is] voorzien door Willem Melching’, het woord ‘bezorgd’ valt in het colofon, en daar worden ook de vijf leden van de begeleidingscommissie genoemd die bezorger en vertaler ondersteunde. Opvallend is, als je bedenkt dat het hier gaat om een editie van een vertaling, dat in die begeleidingscommissie geen vertaalwetenschapper zat en ook geen editiewetenschapper. Geen van de leden van de begeleidingscommissie heeft noemenswaardige ervaringen op deze wetenschapsgebieden. Opvallend is ook dat Mijn strijd niet voorkomt in het overzicht van Melchings wetenschappelijke publicaties op diens profielpagina van de Universiteit van Amsterdam en dat het hele project nergens op de website van de UvA een rol speelt, niet als onderwerp van onderzoek, niet, bijvoorbeeld, in een persbericht over het verschijnen van deze door een medewerker van de universiteit bezorgde uitgave.
Er viel mij in dit verband nog iets op. Bij het maken van een uitgave als deze, en dan heb ik het even over zowel de Duitse als de Nederlandse, zijn veel deskundigheden gevraagd, en in de wetenschap is het bedanken voor de inbreng van specialistische kennis absoluut noodzakelijk. In de Duitse editie beslaat de dankzegging drie pagina’s, en er worden alleen al 67 stagiairs genoemd die in de loop van de tijd aan het project hebben meegewerkt. In de Nederlandse uitgave ontbreekt elke vorm van dankbetuiging. Het is toch aan te nemen en zeker te hopen dat Mario Molegraaf en Willem Melching af en toe iemand van buiten de begeleidingscommissie om raad hebben gevraagd?
Verantwoording
Ondanks al mijn twijfels ben ik zo vrij om deze Nederlandse uitgave van Mein Kampf als wetenschappelijke publicatie te beoordelen, en ik neem bij de vorming van dat oordeel dus de ‘Verantwoording’ (p. [15]–16) als uitgangspunt. Van de verantwoording van een editie mag je uitleg verwachten over de manier waarop je de betreffende uitgave moet gebruiken, en eigenlijk moet ze alle vragen beantwoorden die vóór, tijdens of na lezing of gebruik van de editie redelijkerwijs gesteld kunnen worden. De verantwoording in de Nederlandse uitgave van Mein Kampf beslaat twee pagina’s en telt iets meer dan 450 woorden. Ter vergelijking: die van de Duitse uitgave beslaat ruim dertig pagina’s (p. 53–84 in deel 1). Dat de Nederlandse uitgave minder ruimte gebruikt is niet zo vreemd, maar anderhalf A4tje uitleg voor een complexe materie is wel erg weinig. Aan de vertaling, toch de tekst waar het om gaat in deze uitgave, zijn tweeënhalve regels gewijd, precies – Janneke van de Meulen had ze ook al met verbazing geteld – 28 woorden. En het is de bezorger van de uitgave die deze summiere verantwoording aflegt, terwijl je een verhelderende uiteenzetting van de vertaler over de uitdagingen van deze tekst zou verwachten, met voorbeelden van de manier waarop, ik citeer de verantwoording van Melching, het ‘politieke jargon’ van Hitler ‘intact’ is gelaten en waarom die keuze ‘noopt’ tot ‘merkwaardige’ woorden als ‘volksdom’ en ‘Duitserdom’. Een snelle scan van de krantendatabase Delpher2 toont dat je over het ‘merkwaardige’ van die twee woorden al een interessante discussie zou kunnen voeren. Bijvoorbeeld met het standaardwerk Wij melden u den nieuwen tijd over nationaalsocialistische taal van Maarten van den Toorn bij de hand, waarin het daadwerkelijk door Nederlandse nationaalsocialisten gebruikte woord ‘volksdom’ als neologisme van toen wordt gekarakteriseerd (p. 113); ‘Duitserdom’ daarentegen is een neologisme van Molegraaf. Het boek van Van den Toorn ontbreekt in de – overigens slordig geredigeerde – ‘Literatuurlijst’ (p. 849–[854]) van Mijn strijd, net als lti. Notizbuch eines Philologen van Victor Klemperer uit 19473, een boek dat de Duitse uitgave (deel 1, p. 83) ‘richtungweisend’ noemt.
Wat ik ook, wat de vertaling betreft, in deze verantwoording mis is een verwijzing naar de eerdere Nederlandse Mein Kampf-vertaling door Steven Barends, in 1939 verschenen als Mijn Kamp. Een heruitgave van deze vertaling is overwogen, maar men vond haar ‘te plechtstatig’ (Willem Melching, geciteerd bij Janneke van der Meulen). Het Nederlands van Barends is wel, zet ik daar tegenover, dat van een nationaalsocialist: zijn keuzes en zijn eventuele aanpassingen van de tekst zouden, met commentaar, een beeld hebben kunnen geven van de manier waarop destijds een Duits propaganda-instrument tot een Nederlands equivalent werd omgevormd. Maar niets hierover in de verantwoording, zelfs een bibliografische vermelding van deze eerste vertaling en haar naoorlogse herdrukken ontbreekt in de literatuurlijst,4 net als een verwijzing naar publicaties over deze vertaling.5 En misschien had ook de keuze voor de vertaler moeten worden toegelicht: want waarom viel de keuze op iemand zonder ervaring met gecompliceerde Duitse teksten, zelfs zonder welke ervaring met vertalingen uit het Duits dan ook? Is er actief gezocht naar iemand die deze ervaring wel heeft? Ik had er graag over gelezen.
Keuzes
De makers van deze Nederlandse uitgave van Mein Kampf volgen de Duitse in hun keuze voor de eerste uitgave van Hitlers boek uit 1925/1926. De motivatie is dat daar de auteur in zijn meest authentieke vorm kan worden gelezen; in de loop van de tijd is door anderen aan de tekst gewerkt om hem georganiseerder en begrijpelijker te maken. Latere wijzigingen worden in de Duitse uitgave in de annotaties aangegeven, zodat de lezer, als hij daar moeite voor doet, een beeld krijgt van die veranderingen. Dat de Nederlandse uitgave de door de Duitse editie geconstitueerde tekst als brontekst neemt, is begrijpelijk, dat de annotatie over de veranderingen niet is overgenomen eigenlijk ook, maar wel jammer. Jammer is ook dat de keuze hiervoor in de verantwoording wel wordt gemeld maar niet toegelicht en dus ook niet verantwoord. De Nederlandse lezer had misschien op dit punt – de geschiedenis van die wijzigingen is lang, gecompliceerd en interessant – wat beter bediend kunnen worden met een concrete verwijzing, met paginanummers, naar het verhaal daarover in de Duitse editie.
Janneke van der Meulen wees er al op dat de Nederlandse uitgave, wat de tekstconstitutie betreft, op een interessant punt afwijkt van de Duitse editie. Die laat een opdracht aan zestien geestverwanten van Hitler weg die tijdens de couppoging van Hitler op 9 november 1923 om het leven waren gekomen. ‘Auf einen Abdruck dieser “Ehrentafel” wird in dieser Edition bewusst verzichtet’ deelt een voetnoot mee (nummer 5 op p. 89 van deel 1), maar zonder verdere toelichting. De Nederlandse editie voegt deze – zwart omrande – lijst weer toe, en wel ‘omdat zo het propagandistische karakter van Mein Kampf nog zichtbaarder wordt’. Als dat de bedoeling was, dan had nog iets anders toegevoegd moeten worden: een vertaling van het uitgebreide en gedetailleerde ‘Personen- und Sachverzeichnis’ dat in de Duitse uitgaven van Mein Kampf (in elk geval in die in mijn bezit uit 1933 en 1943) en in de eerdere Nederlandse nationaalsocialistische uitgave uit 1939 staat. Juist dat onderdeel, telkens helemaal voorin geplaatst, nog vóór het eerbetoon aan de overleden partijgenoten, maakte Mein Kampf tot propaganda-instrument, want het verwijst gedetailleerd, met trefwoorden, naar personen en onderwerpen in het boek. Dit register staat ook niet in de Duitse editie (zonder verantwoording, voor zover ik zie), maar die bevat wel uitgebreide, door de bezorgers gemaakte zaken-, plaats- en personenregisters, plus biografische gegevens over de in Mein Kampf vermelde personen.
Feiten en feitjes
Met deze registers, en vooral met de uitvoerige annotatie en de uitgebreide verantwoording en inleiding heeft de Duitse wetenschappelijke editie een transparante maar solide beschermlaag aangebracht rond een berucht boek van een massamoordenaar die Mein Kampf gebruikte voor de verspreiding van zijn racistische en totalitaire ideeën. Van die beschermlaag is in de Nederlandse uitgave weinig overgebleven. Registers heeft de Nederlandse uitgave niet, en voetnoten sporadisch, want: ‘De meeste feiten en feitjes kunnen ons [sic] inziens door de geïnteresseerde lezer tegenwoordig eenvoudig op het internet worden gevonden.’ Dat is een twijfelachtige mededeling. Probeer bijvoorbeeld maar eens op het internet informatie te vinden over Joseph Stolzing-Cerny, die in de verantwoording van de Nederlandse uitgave (p. [15]) wordt genoemd als een van de personen die geprobeerd hebben enige structuur aan te brengen in Mein Kampf. Een van de eerste hits op het internet is het lemma over Stolzing-Cerny op Metapedia, een website die Wikipedia imiteert en die daar wordt omschreven als een ‘fascistische en antisemitische internetencyclopedie’.6 De ‘feiten en feitjes’ waaruit Mein Kampf is samengesteld zijn niet ‘eenvoudig’ op het internet te vinden; de veronderstelling dat dat wel zo is, is een historicus niet waardig, en zeker niet in deze omgeving.
Over de annotatie nog dit: een deel van de schaarse noten in de Nederlandse editie staat in de – op zich informatieve en heldere – inleidende teksten die Melching bij de diverse hoofdstukken van Mein Kampf/Mijn strijd schreef en die telkens aan die hoofdstukken voorafgaan. Deze noten zijn in de lopende tekst verwerkt, en de manier waarop dat is gebeurd wijst op de intentie om ‘echte’ voetnoten te vermijden. Op dezelfde typografische manier is een kleiner aantal verklarende teksten van de bezorger in de lopende tekst van Hitler verwerkt, en dat is een manier van annoteren die elke editiewetenschapper, indien om advies gevraagd, zou hebben afgeraden. Elke tekst, ook een tekst met een twijfelachtige reputatie, heeft een eigen integriteit, waar je geen andere teksten doorheen gaat mengen.
Conclusies
De makers van deze Nederlandse uitgave van Mein Kampf hebben andere keuzes gemaakt dan de bezorgers van de Duitse editie, en dat is hun goede recht. Melching en zijn begeleidingscommissie vinden het ‘cordon sanitaire’ zoals de Duitse bezorgers dat hebben aangelegd voor het Duitse lezerspubliek voor Nederlandstalige lezers onnodig. Aan zo’n gevoelige beslissing zou je in een verantwoording best een paar alinea’s kunnen wijden die de overwegingen van de bezorger inclusief adviezen van de hoogleraren van de begeleidingscommissie over de regelmatig terugkerende discussies over dit thema weergeven. Maar de bezorger ‘volstaa[t] met de constatering dat Hitlers raciale en politieke denkbeelden verwerpelijk zijn, maar dat de historische waarde van de tekst publicatie rechtvaardigt’ (p. [15]). Het is de zoveelste zin die een verantwoording suggereert maar het dus niet is, en die nieuwe vragen oproept. Wat betekent bijvoorbeeld dat ‘waarde’? Had dat niet, om misverstanden te voorkomen, ‘belang’ moeten zijn?
Een verantwoording bij een editie moet, zo schreef ik hierboven, alle vragen over die editie beantwoorden die een lezer redelijkerwijs zou kunnen stellen. De verantwoording bij Mijn strijd slaagt niet voor mijn vragentest, en daarom ga ik nog maar even door met vraagtekens zetten. De indruk ontstaat dat over veel zaken niet uitputtend is nagedacht, in elk geval niet over allerlei aspecten die vertaling en editie betreffen. Dat niet voldoende nadenken over de presentatie van een tekst aan een bepaald publiek zou je ook kunnen aflezen aan de typografie van Mijn strijd, zeker als je die vergelijkt met de Duitse uitgave. Daar zijn vijf pagina’s gewijd aan de typografie en de visuele aspecten van de editie, in de Nederlandse geen enkel woord. In de Duitse uitgave wordt de tekst van Mein Kampf inhoudelijk tegen een ongefilterde toegang afgeschermd met toelichtingen en voetnoten, en dat is ook typografisch gebeurd door bijvoorbeeld vroege becommentarieerde Bijbels als voorbeeld te nemen, waar de Bijbeltekst in het midden van de pagina werd begeleid door commentaren in de marges rondom. Ook in de Nederlandse uitgave, waar die afscherming niet nodig werd geacht, speelt de typografie een rol (de tekst van Hitler en de inleidingen van Melchers op de diverse onderdelen van Mein Kampfhebben een verschillende lettertype, maar nergens wordt deze keuze verantwoord. Alleen al aan het uiterlijk van de linnen band van de Duitse uitgave, dat volgens de verantwoording daar ‘terughoudend’ moest zijn en niet ‘wervend’, wijden de Duitse bezorgers een halve pagina. ‘Nuchter grijs’ werd als kleur voor de banden van de tweedelige uitgave gekozen. Graag had ik ook in de Nederlandse uitgave een verantwoording gelezen voor het grijs dat ook hier voor de band gekozen werd. Want ‘grijs’ is in de Nederlandse context meer dan een ‘nuchtere’ kleur. Anders dan in het Duits heeft het woord ‘grijs’ in het Nederlands een connotatie die direct met Tweede Wereldoorlog, Holocaust, nationaalsocialisme, bezetting, collaboratie etc. te maken heeft. Grijs is de nuancering – en ik laat een oordeel daarover nu even achterwege – van het zwart-witdenken, en als je die kleur kiest, neem je ook de connotatie voor lief. En als dat grijs van de band die betekenis heeft, wat moeten we dan denken bij het wit waarin de naam van auteur van dit boek is gedrukt en het zwart van de titel ervan?7 De overwegingen voor deze keuzes had ik graag in de verantwoording gelezen.
‘Ze hadden ongelofelijke haast’ was de titel van het eerste deel van dit tweeluik. Het tempo waarin de klus van de vertaling van deze in alle opzichten moeilijke tekst werd geklaard had volgens Janneke van der Meulen gevolgen voor de kwaliteit van de vertaling. En als Molegraaf zo weinig tijd voor zijn werk had, moet dat, veronderstel ik, ook wel voor de bezorging van de uitgave het geval zijn geweest. Annotatie kost tijd, deskundig nadenken over vertalen en editeren kost tijd, redactionele afwerking kost tijd, registers kosten tijd – blijkbaar was die tijd er niet voldoende. Of moest er, toen de auteursrechten van Mein Kampf eenmaal vervallen waren, gewoon snel een boek komen voor een groot publiek, zonder vervelende voetnoten, zonder ‘cordon sanitaire’? Ik had graag in de verantwoording van Mijn strijd gelezen dat ik ongelijk heb.
Noten
1 https://uitgeverijprometheus.nl/nieuws/uitgeverij-prometheus-geeft-nieuwe-wetenschappelijk-verantwoorde-nederlandse-editie-mein-kampf.html.
2 www.delpher.nl.
3 LTI: Lingua Tertii Imperii, Latijn voor ‘de taal van het Derde Rijk’.
4 In de Duitse editie (deel 2, p. 1762) wordt de eerste Nederlandse vertaling wel genoemd in een lijst met alle bekende vertalingen (zij het dat ze de s op het eind van de achternaam van de vertaler vergeten).
5 Bijvoorbeeld naar Groeneveld, Zwaard van de geest, daar p. 55–68.
6 https://nl.wikipedia.org/wiki/Metapedia.
7 Janneke van der Meulen vroeg zich dit in deel 1 van dit tweeluik ook al af. De Duitse uitgave laat de voornaam van de auteur van Mein Kampf weg en presenteert Hitler. Mein Kampf als editie met de bezorgers als auteurs. Op de website van Prometheus staat Hitler gewoon onder de h als fondsauteur van de uitgeverij – een opmerkelijk verschil in bejegening.
Bibliografie
Groeneveld, Gerard. 2001, 20092. Zwaard van de geest. Het bruine boek in Nederland. Nijmegen: Vantilt.
Hartmann, Christian e.a. (eds.). 2016, 20189. Hitler. Mein Kampf. Eine kritische Edition. 2 delen. München/Berlin: Institut für Zeitgeschichte.
Hitler, Adolf. [1939, diverse drukken.] Mijn kamp. Vertaald door Steven Barends. Amsterdam: De Amsterdamsche Keurkamer; herdrukken 1974, 1982: Mijn kamp. Onverkorte uitgave. Ridderkerk: Ridderhof.
Hitler, Adolf. 2018, 20197. Mijn strijd. Vertaald door Mario Molegraaf. Van inleidingen, commentaar en annotaties voorzien door Willem Melching. Amsterdam: Prometheus.
Klemperer, Victor. 1947. LTI. Notizbuch eines Philologen. Halle (Saale): Niemeyer.
Klemperer, Victor. 2000. LTI. Over de taal van het Derde Rijk. Vertaald door W. Hansen. Amsterdam/Antwerpen: Atlas.
Meulen, Janneke van der. 2019. ‘Zij hadden ongelofelijke haast. Mein Kampf in nieuwe Nederlandse vertaling’, Filter, 26:1, p. 17-23.
Toorn, M.C. van den. 1991. Wij melden u den nieuwen tijd. Een beschouwing van het woordgebruik van de Nederlandse nationaal-socialisten. Den Haag: SDU.